In de schemering van een stad die nooit slaapt, manifesteerde zich een wezen dat tegelijkertijd fascinerend en verontrustend was. Zijn aanwezigheid was als een dissonant in de symfonie van de werkelijkheid, een noot die niet helemaal paste in de melodie van het bestaan. Dit was Aeon, een vergeten god, maar verre van goedaardig.
Aeon's gestalte was omhuld door een subtiele, etherische gloed die deed denken aan de circumzenitale boog die soms hoog aan de hemel verschijnt - een fenomeen dat zelden wordt opgemerkt maar vol is van onverklaarbare schoonheid. Deze gloed vormde een vage suggestie van een halo rond zijn hoofd en schouders, als een herinnering aan zijn goddelijke oorsprong, maar met een onheilspellende ondertoon die meer deed denken aan een zonsverduistering dan aan hemels licht.
Zijn voeten leken de grond nooit volledig te raken. Bij elke stap die hij zette, was er een fractie van een seconde waarin hij leek te zweven, alsof de aarde zelf terugdeinsde voor zijn aanraking. Dit gaf hem een gratie die tegelijkertijd bovennatuurlijk en verontrustend was, als een roofdier dat zich voorbereidt op de sprong.
Aeon's fysieke vorm leek te fluctueren, soms scherp gedefinieerd, dan weer vaag en onzeker. Het was alsof hij constant balanceerde op de rand van twee realiteiten, nooit volledig aanwezig in deze wereld, maar ook nooit helemaal afwezig. Dit effect was subtiel maar onmiskenbaar, en creëerde een gevoel van ongemak bij iedereen die hem observeerde, een instinctieve erkenning van iets dat niet thuishoorde in hun begrip van de werkelijkheid.
Zijn ogen, diep en ondoorgrondelijk, leken licht te absorberen in plaats van te reflecteren. Ze waren als miniatuur zwarte gaten, met een intensiteit die deed denken aan de beschrijvingen van serafijnen in oude teksten - wezens zo intens dat ze hun eigen gezicht moesten bedekken om stervelingen niet te overweldigen.
Aeon's glimlach, altijd aanwezig, was een meesterwerk van dubbelzinnigheid. Het was uitnodigend en afstotend tegelijk, een belofte van vervulling en een waarschuwing voor gevaar. Zijn tanden, net iets te scherp, deden denken aan de dubbele natuur van engelen in oude verhalen - boodschappers van hoop, maar ook uitvoerders van goddelijk oordeel.
Zijn mantel, bezaaid met glinsterende bedels, leek te bewegen met een eigen leven. Bij elke beweging ritselden de bedels als gefluisterde gebeden of gesmoorde kreten. Het geluid was hypnotiserend en beangstigend tegelijk, een constante herinnering aan de zielen die hij had geoogst.
Ooit was Aeon een god van wensen geweest, aanbeden en gevreesd. Maar naarmate de mensheid evolueerde, vergaten ze hem. In plaats van te vervagen, paste Aeon zich aan. Hij ontdekte dat hij zich kon voeden met de essentie van sterfelijke zielen, met name die zielen die verteerd werden door onvervulde verlangens.
Nu wandelde hij onder de stervelingen, een roofdier vermomd als weldoener. Elke bedel aan zijn mantel was een ziel, gevangen in een eeuwigdurende cyclus van verlangen en spijt. Hij voedde zich met hun emoties, genietend van de zoete smaak van hoop gevolgd door de bittere nasmaak van wanhoop.
Terwijl hij door de straten dwaalde, fluisterden de bedels hun verhalen:
Een robijnrode bedel pulseerde met de essentie van Marcus, ooit een ambitieuze zakenman. Hij had Aeon gesmeekt om ongeëvenaarde macht in de zakenwereld. Aeon had hem dit gegeven, maar tegen een verschrikkelijke prijs. Marcus' imperium groeide, maar elke deal, elk contract werd bezegeld met het bloed van degenen die hem in de weg stonden. Zijn macht groeide, maar zijn menselijkheid kromp. Uiteindelijk, op het hoogtepunt van zijn succes, realiseerde Marcus zich dat hij alles had verloren wat hem ooit dierbaar was geweest. Zijn laatste daad was een sprong van de top van zijn wolkenkrabber, recht in Aeon's wachtende armen.
Een saffierblauwe bedel trilde met de herinneringen van Sophia, een briljante wetenschapper die had gevraagd om de geheimen van het universum te ontrafelen. Aeon had haar wens ingewilligd, maar de kennis overweldigde haar geest. Ze zag de schoonheid van quasars en de horror van imploderende sterren. Ze begreep de dans van quarks en de eenzaamheid van zwarte gaten. Maar met elk nieuw inzicht verloor ze een stukje van zichzelf, tot er niets meer over was dan een lege huls, starend naar de oneindige kosmos.
JE LEEST
Aeon's Mantel van Zielen
ParanormalIn een stad die nooit slaapt, loopt een wezen dat niet zou mogen bestaan. Aeon, een vergeten god, dwaalt door de straten als een levende paradox - fascinerend en angstaanjagend tegelijk. Zijn aanwezigheid verstoort de realiteit zelf. Zijn glimlach b...