De was ophangen in de tuin,
met de zon boven ons hoofd
voeten in het gras,
de hemel zo blauw
en een zacht briesje langs de hals.
Vastgezet met houten knijpers,
drogen onze kleren onder de hemel,
zo nat, zo droog en zo fijn,
dansend in de tuin.
Met groen tussen mijn tenen,
loop ik naar jou toe en geef ik je een kus.
Op de tafel wacht onze hete thee,
de deur wijd open,
met de geur van versgebakken koekjes uit ons huis.
De schaduwen van de bomen,
spelen telkens op ons grasveld,
vogels zingen hun lied
en het geluid van de kinderen verderop.
En als de avond valt
en de sterren beginnen te schijnen,
blijven we nog even zitten,
genietend van de koelte van de nacht.
Onze handen verstrengeld in elkaar,
onder de zachte gloed van de maan,
wetend dat deze momenten,
voor altijd in ons zullen blijven bestaan.
Om ons heen zijn alle vogels aan het nesten,
maar wij zijn klaar met wachten
en samen hebben wij nu ook ons plekje gevonden,
voor altijd, in liefdevolle gedachten.