Langzaam ontwaak ik uit mijn slaap en hoor zacht getik. Ik open slaperig mijn ogen, wat niet erg makkelijk gaat. Ze zitten grotendeels aan elkaar vast geplakt van de slapertjes. Ik til mijn beide handen op en wrijf de slapertjes uit mijn ogen. Een geeuw ontsnapt uit mijn mond en ik sla vlug mijn rechterhand voor mijn mond, om de geeuw te onderdrukken. Zodra de geeuw gestopt is strek ik mijn armen naar boven, waarna ik mijn eigen uitrek.
Na mijn ontwaking stap ik mijn bed uit en loop -in mijn donkerblauwe nachtjapon- richting mijn kledingkast. Mijn slaapkamer oogt netjes, al ligt op mijn bureau wel een stapeltje A4 papierbladen. Eenmaal voor mijn kledingkast open ik de lange kastdeur, waarachter mijn jurken en broekpakken hangen. Rokjes draag ik niet echt en mijn broeken liggen op een andere plank. Ik pak mijn donkerblauwe spijkerbroekpak van zijn hanger af en trek hem naar me toe. Daarna sluit ik de kastdeur en hang de spijkerbroek om mijn rechter arm. Met mijn linkerhand trek ik een kastlaadje open, waarin mijn sokken verschijnen. Ik pak een setje sokken en duw de la vervolgens weer dicht, waarna ik nog een ander laatje open trek en er een onderbroek en een bh uit tover. Dan sluit ik het laatje weer en draai me eigen dan om, waarna ik terug naar mijn bed loop.
Ik leg de kleding op mijn bed neer, zodat ik mijn handen vrij heb en mijn nachtjapon uit kan trekken. Mijn handen gaan naar de onderkant van mijn nachtjapon en ik trek hem omhoog. Er klinkt wat gerommel van buiten en ik kijk naar het raam, waar ik niet veel later een lichtflits zie.
'Dat is geen lekker weer om naar buiten te gaan,' veronderstel ik mezelf.
Terwijl het buiten blijft onweren trek ik mijn spijkerbroekpak via mijn voeten aan, terwijl ik mijn nachtjapon op het bed gooi. Enige tijd later ben ik klaar met omkleden en heb ik mijn sokken en beha en onderbroek ook aan getrokken. Daarna dek ik mijn bed nog eventjes netjes op. Af en toe schrik ik van de onweer of lichtflitsen, maar ik herstel me en doe verder mijn ding.
Na het opdekken loop ik gauw nog even naar de badkamer, waar ik mijn haar was en borstel. Natuurlijk niet alleen dat, ook poets ik nog mijn tanden.
Na mijn dingetjes in de badkamer te hebben uitgevoerd loop ik weer terug naar mijn slaapkamer. Daar pak ik het stapeltje op mijn bureau en neem hem mee naar de woonkamer.Ik loop de gang in en juist op dat moment hoor ik de telefoon in de woonkamer af gaan. Het klinkt misschien een beetje vreemd, maar ik kan me niet goed herinneren dat ik mijn telefoon in de woonkamer heb laten liggen. Verbaasd betreed ik de woonkamer en leg het stapeltje papieren op de eetkamer tafel, waar ook de telefoon schijnbaar ligt. Ik pak de telefoon beet en neem op, waarna ik de telefoon naar mijn rechter oor breng.
'Met Yibbi Jackson,' stel ik me voor.
'Goedemorgen Yibbi, komt het gelegen uit?', klinkt de stem van mijn baas aan de andere kant van de lijn.
'Nou euh, als het kort is wel,' antwoord ik.
'Hoezo? Moet je vandaag ergens heen?'
'Ja, ik moet vandaag werken,' antwoord ik, een beetje verward. Hij weet best dat ik vandaag voor hem moet werken.
'O, het is Maandag. Mijn excuses Yibbi,' begint hij meteen, maar ik hoor een vreemde emotie in zijn stem. Iets dat lijkt op verdriet, maar ook vreugde. Wat zal er aan de hand zijn?
'Is er iets?', vraag ik dan maar, om er achter te komen waarom hij nou werkelijk belt.
Ik hoor hem overduidelijk zuchten aan de andere kant van de lijn. 'Het spijt me Yibbi, maar je bent ontslagen. We hebben een maand met robots gewerkt en dat gaat enorm goed. En-.' Voor hij uitgesproken is, haal ik mijn telefoon bij mijn oor vandaan en hang op. Een vlaag van woede komt in me op en boos leg ik hem op de tafel terug, waarna ik boos op de tafel sla.
'Die stomme robots ook tegenwoordig!' roep ik boos uit.
Vanuit de gang hoor ik de brievenbus klepperen. Heel even sluit ik mijn ogen en tel tot tien. Mijn boosheid zakt weer even en dan kom ik weer in beweging. Ik loop naar de gang en zie op de deurmat een brief liggen met als afzender, LEH.
'De LeefEnHuur-rekening,' zucht ik wanhopig. 'Nee hé! Waarom nu?'
Ik buig me voorover en raap de brief op. Zodra ik weer recht sta open ik de brief en loop langzaam weer terug richting de woonkamer.
'Achttien honderd euro!' roep ik geschrokken uit.
Ik gooi de brief op tafel en laat me wanhopig op de tafelstoel zakken.
'Wat nu? Geen baan en nog de huur rekening. Geen ouders die me kunnen helpen en ook geen zus of broer. Kortom, niemand,' zeg ik wanhopig tegen mezelf. De tranen stromen over mijn wangen en ik barst niet veel later in tranen uit.'Wacht even! Maar ik kan Nicky wel om raad vragen, misschien weet hij wel iets,' zeg ik dan, om mezelf een beetje op te fleuren. De tranen blijven alsmaar stromen, maar ik veeg ze hardnekkig weg.
Ik pak daarna mijn telefoon en toets het nummer in van Nicky, mijn beste vriend van de middelbare school met wie ik alles deed. Mijn steun en toevertrouw. De enige die me nu nog zal kunnen helpen of mee denken. Ik druk de knop voor het bellen in en breng de telefoon naar mijn rechteroor. Hij gaat vijf keer over, maar uiteindelijk wordt er aan de andere kant van de lijn opgenomen.
'Met Nicky Daley,' hoor ik dan zijn stem door de telefoonspeakers komen.
'Hey Nick, met mij,' groet ik hem, maar je hoort overduidelijk dat ik heb gehuild.
'Is er iets? Je klinkt nooit zo,' merkt hij vragend aan me op.
'Klopt, ik heb een groot probleem en... en ik hoop dat je mij kan helpen of mee kan denken. Ik heb namelijk geen idee wat te doen,' reageer ik en schiet weer vol. Huilend luister ik naar wat hij hierop gaat zeggen.
'Dat wil ik wel, maar wat is er dan? Wat voor een groot probleem?'
Er ontstaat een glimlach op mijn lippen. 'Gelukkig, ik heb vandaag via de telefoon te horen gekregen dat ik ben ontslagen van wege die stomme robots. Mijn baas heeft me daarvoor ontslagen en ik heb vandaag ook nog eens de rekening gekregen voor het huren van het appartement, dat neerkomt op maar liefst achttien honderd euro. Wat moet ik doen?', vertel ik hem, wanhopig.
'Ik stel voor dat je bij het American Museum of Natural History moet gaan solliciteren. Ze zoeken daar nog een nieuwe nachtwacht. Wie weet nemen ze je wel aan, je bent immers goed getraind om indringers buiten te houden,' stelt hij voor en door zijn laatste zin krijg ik een grote glimlach op mijn mond. Het geeft me weer moed om door te gaan.
'Dankjewel Nick, als ik jou toch niet had dan-.' 'Had niemand je geholpen. Geen probleem Yibbi, o ja. Bel dan even naar het museum om een sollicitatie gesprek af te spreken,' zegt hij nog tegen me.
'Zal ik doen. Nogmaals bedankt Nicky,' bedank ik hem.
'Geen dank, ik spreek je later weer,' reageert hij terug.
Ik haal mijn telefoon van mijn rechteroor vandaan en hang op. Opgelucht zucht ik en ga op mijn telefoon naar het internet, waar ik het telefoonnummer van American Museum of Natural History opzoek.
'Vooruit met die geit. Let's go!' zeg ik om mezelf te pushen om het museum te bellen. En dat doe ik ook. En wat denk je? Ik kan vandaag er al terecht voor een sollicitatie gesprek.
JE LEEST
Night at the museum: The necklace of Yanara
FanfictionHet museum American Museum of Natural History heeft na 5 jaar een nieuwe nachtwaker, Yibbi Jackson. Ze is er vroeger heel vaak geweest en weet veel over de museumstukken. Maar op haar eerste werkdag doet ze een wel heel bijzondere ontdekking. Wil je...