Hoofdstuk 1

24 2 3
                                    

"Piep Piep Piep!", 06:30, de wekker, het teken dat mijn dagelijkse routine, na een lange zomervakantie, weer begonnen was. Om 08:20 begon mijn eerste les. Dus moest ik om 07:30 naar het station fietsen zodat ik om 07:45 de trein kon halen. Dan kwam ik om 08:05 op het station aan, dat vlakbij school lag. Vanaf daar is het nog 5 minuten lopen naar school.

Slaperig stapte ik uit mijn bed, bang voor wat deze dag mij weer zou gaan brengen. Ik liep naar de kast en pakte het eerste stel kleren wat ik kon vinden, een paars T-shirt zonder opdruk en een zwarte broek. Ik poetste mijn tanden en liep naar beneden, waar mijn moeder en zusje al aan hun ontbijt zaten. Ik pakte snel een kom en deed er wat cruesli in. Ik zag dat de yoghurt op was, dus at ik mijn cruesli maar gewoon droog.

Ik pakte mijn jas en stapte op de fiets. Onderweg naar het station was er zoals gewoonlijk niks speciaals te zien op straat. Het verkeer raasde over de straten en een paar mensen waren hun hond uit aan het laten. Ik fietste een beetje door want ik wilde echt niet te laat komen op de eerste schooldag na de vakantie.

Eenmaal op het station aangekomen rende ik naar het goede perron. Mijn trein stond er al, ik stapte snel in en ging op mijn vaste plekje zitten. Ik zat altijd alleen, ik weet niet waarom, maar er kwam nooit iemand naast of tegenover mij zitten. Niet alleen in de trein, ook op school zat ik altijd alleen. Ik was hier inmiddels wel aan gewend, maar dat betekent niet dat ik daar blij mee was....

Aangekomen op school was het al 08:15, dus ik snelde mij naar het juiste lokaal en stapte net op tijd het lokaal binnen. Ik zocht een tafel en nam plaats. Ik ging altijd automatisch al aan een tafeltje achterin zitten waar niemand naast zat. Anders gingen ze namelijk toch wel op een andere plek zitten... Als eerste vak hadden we Engels, daar was ik altijd al goed in geweest.

De dag vloog voorbij, gek genoeg was mij vandaag niks overkomen. Op de meeste dagen liet iemand mij wel struikelen of sloeg iemand mijn boeken wel uit mijn handen. Maar vandaag niet. Gelukkig.

Op mijn weg naar het station haalde ik nog een frappuccino, dat was zowat mijn verslaving. Tijdens het wachten op de trein kwam er iemand naast me staan. Het was een jongen van mijn school. Ik had hem wel eens gezien, maar hij mij vast nog nooit, hij was namelijk een van de populaire. Volgens mij heette hij Jay, maar ik wist het niet zeker. Ik durfde zoals gewoonlijk niks te zeggen tegen hem. Ik was daarom ook blij toen de trein eraan kwam. Ik stapte in en liep naar mijn vaste plekje. Maar toe ik daar aankwam zat er al iemand. Oh nee, dit had ik nog nooit meegemaakt, wat nu? Gewoon gaan zitten of gaan staan? Ik besloot om maar te gaan staan om conflicten te voorkomen.

Aangekomen op het station was ik opgelucht, er was gelukkig niks gebeurd in de trein, daar was ik altijd bang voor want in de trein kon ik er niet aan ontkomen. Misschien klinkt het laf, maar ik probeer gesprekken met andere altijd te ontlopen. Puur omdat ik daar echt heel slecht in ben. Ik ga altijd blozen en ik kom nooit uit mijn woorden.

Ik stapte op de fiets en fietste naar huis. Thuis aangekomen ging ik naar binnen en gooide mijn tas in de hal op de grond. Mijn moeder zat de krant te lezen aan de bar. 'Hey mam, ik ben boven!' riep ik. 'Kyra kom eens hier.' Beval mijn moeder mij. 'Wat is er mam?', vroeg ik bezorgd. 'Hoe was het op school?' 'Oh, gewoon, zoals altijd, mag ik nu naar boven?' 'Ja, natuurlijk.'

Ik had nog niet veel huiswerk dus ik was snel klaar. Ik besloot om maar even naar het centrum te gaan, ik verveelde me toch.

'Mam, kan ik de auto nemen?' 'Ja, dat kan, waar ga je heen?' 'Ik ga even naar het centrum.' Zei ik. Ik pakte de autosleutels van het rekje en liep naar de auto. Het was een kwartiertje naar het centrum. Aangekomen in het centrum was het 16:00. Ik had maar één uurtje maar ik had toch niks anders te doen dus. Ik liep een rondje en kocht nog een shirtje bij de Forever21. Onderweg terug naar de parkeerplaats was ik afgeleid door een vrouw met een baby, dat wilde ik later ook, een kindje. Doordat ik zo afgeleid was door de vrouw, zag ik niet dat er een gat in de grond zat. Ik struikelde over het gat, waardoor ik bijna op de grond viel. Maar iemand ving me op, ik keek op en zag een jongen met bruin kort haar en mooie bruine ogen. Hij keek me aan, maar zei niks. Ik bukte om mijn tas op te pakken, die immers wel gevallen was. 'Dan......', maar voordat ik mijn zin af had kunnen maken was hij al weg.....

Je hebt het einde van de gepubliceerde delen bereikt.

⏰ Laatst bijgewerkt: Aug 07, 2015 ⏰

Voeg dit verhaal toe aan je bibliotheek om op de hoogte gebracht te worden van nieuwe delen!

EindeloosWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu