Proloog

3.1K 142 16
                                    

Het kleine, bruin harige meisje was verdwaald. Tranen van angst liepen over haar wangen terwijl ze een rondje draaide in de hoop een bekend stukje bos te zien. Maar alles leek compleet onbekend.

Ze heette April.

Ze was amper zes jaar oud.

April was verdwaald geraakt tijdens een spelletje verstoppertje in de bos met haar beste vrienden. Normaal zou nooit zo diep het bos ingaan, maar dit keer had Skip haar ervan overtuigd om verder in het bos te gaan spelen. Ze was veel te opgewonden en nieuwsgierig wat er hier in het bos was om nee te zeggen. Nu had ze spijt van die keuze.

"Skip? Quinn?" riep April en draaide nogmaals een rondje. Maar ze verloor haar evenwicht en haar kleine lichaam zou met een serieuze smak op de grond terecht gekomen zijn als het niet voor twee armen waren die haar centimeters van de grond stopten.

"Rustig, maar. Ik heb je," hoorde ze een vriendelijke, mannelijke stem zeggen.

April opende langzaam haar ogen en staarde recht in een paar rode. Geschrokken stapte ze een paar stappen achteruit. Wel dat zou ze gedaan hebben, als zijn armen niet meer rond haar zaten.

"Sorry," zei hij verontschuldigend en liet haar los toen hij zeker wist dat ze stevig stond. "Ik wou je niet laten schrikken, prinses."

Het kleine, maar dappere meisje sloeg haar armen over elkaar en trok haar neus op. "Ik ben geen prinses."

De onbekende man lachte. "Nee, nog niet."

Ze wist helemaal niet wat hij daarmee bedoelde, maar besloot het hem ook niet te vragen en gewoon hier zo snel mogelijk weg te geraken. Ze wilde terug naar haar ouders en haar broer. En dan haar broer op haar vrienden afsturen omdat ze haar alleen durfden te laten in het bos.

"Ben je verdwaald?" vroeg hij en bukte zich zodat hij ooghoogte zat. Aangezien April maar 1m 10 moest hij zijn hoofd dus nog iets lager buigen.

Ze knikte en had niet door dat er nog steeds tranen over haar wangen liepen totdat hij zijn hand uitstak en ze zachtjes wegwreef.

"Huil alsjeblieft niet," zei hij en glimlachte licht. "Ik zal je wel naar huis brengen."

April twijfelde. Haar ouders hun waarschuwing over vreemden galmde door haar hoofd en ze keek naar de grond. "Umm—"

"Natuurlijk," onderbrak hij haar en lachte. "Ik ben mezelf vergeten voorstellen. Wel, ik ben Vincenzo. En wie ben jij prinses?"

"April," zei ze en kneep haar ogen tot spleetjes. "En ik ben geen prinses, Vinnie."

Hij lachte weer. "Vinnie? Wel, normaal heb ik troetelaapjes niet graag, maar voor jou laat ik het schieten. Vertrouw je me als ik zeg dat ik je veilig terug naar huis breng?"

En zo naïef en onschuldig als April toen was knikte ze en legde haar hand in zijn uitgestoken.

Zoals hij beloofd had bracht hij haar naar huis.

Zes jaar lang ontmoeten April haar nieuwe vriend in het bos. Maar na haar twaalfde verjaardag verdween hij. Ervan overtuigd dat hij terug zou keren bleef April een maand lang elke dag naar het bos gaan, maar langzaam gaf ze de hoop op. En zoals veel herinneringen van de kinderjaren vervaagde ook hij tot April helemaal niet meer wist dat ze ooit heel close was met een vampier.


A/N: Dit is de nieuwe versie van Verkocht Aan Een Vampier. (Voormalig genaamd Sold to Idon'tknowhisname.)

Verkocht aan een VampierWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu