Bloodfairy

497 13 6
                                    

Hoofdstuk 1

Snikkend viel ik op mijn bed. “Het gaat goed, bedankt.” Had ik gezegd toen mevrouw Somers had gevraagd hoe het met me ging na mijn vreselijke verlies. Een grote leugen alsof dat alles kon verwoorden wat ik voelde, ik was kapot kon de wereld niet meer aan zonder mijn familie. Ik kon het nog steeds niet vatten dat ik een wees was en mijn ouders en grote broer nooit meer zou zien. Dankzij dat stomme ongeluk dat hen bij me wegpakte, als die jongen niet zoveel had gedronken en ons als gevolg niet van de snelweg had geramd met een snelheid van 120 kilometer per uur dan had ik mijn familie nog bij me gehad. Hijzelf had niets een paar blauwe plekken en schrammen terwijl hij alles wat ik liefhad van me wegpakte, hoe ik het ongeluk heb overleefd is de grote vraag van de artsen. Ik wou dat ik was gestorven in die auto zoals het had moeten gaan. Ben ik dan zo’n slecht mens, is dit mijn straf? Hoewel ik niet zou weten wat ik gedaan zou hebben om zo’n verschrikkelijke straf te krijgen. Tante Katrin zegt dat het niet waar is dat ik niet zo mag denken, dat ik een vechter ben en er sterker ga uitkomen ikzelf betwijfel dat. Het ongeluk was bijna 3 maanden geleden gebeurd maar de pijn is nog net zo vers en rauw als de eerste dag. Hoewel tante goed voor me zorgt en mij alles geeft wat een meisje van 16 maar kan wensen, kan ik me er niet toe zetten gelukkig te zijn en alles achter me te laten nee dit blijft een litteken voor mijn leven dat me altijd eraan zou herinneren hoe kwetsbaar we zijn. Vandaag is de laatste dag van de zomervakantie dat betekent dat de hel morgen weer opengaat ik zal weer naar iedereen knikken en lachen en zeggen het gaat goed met me. Terwijl er een diepe steek van verdriet door me heen gaat hoor ik hoe tante afscheid neemt van mevrouw Somers en daarna de trap opkomt. Ik veeg snel met mijn mouw mijn tranen weg en ga rechtzitten op mijn bed. Mevrouw Somers de buurvrouw was vandaag op bezoek geweest, toen ze vroeg hoe het met me ging had ik vriendelijk geantwoord om daarna met een excuus naar mijn kamer te gaan om te huilen.

Ik hoorde een zachte klop op mijn deur schraapte mijn moed bij elkaar hoopte dat mijn stem niet zou breken als ik zei “Kom maar binnen.”ik had geluk hij brak niet. Katrin stak haar hoofd om de hoek – ze had lange golvende blonde haren, felblauwe ogen en een iets wat bol vriendelijk gezicht – “Kom je eten?” vroeg ze hoopvol “Ik heb lasagne gemaakt  je favoriet eten.”. Ik snapte haar vraag wel nadat mijn ouders zijn overleden heb ik een maand bijna niets gegeten en zelfs nu at ik nog maar weinig. Ik was eerst van plan om haar aanbod te weigeren maar toen zag ik het verdriet in haar ogen en besloot om haar niet meer te kwetsen “Natuurlijk ik kom meteen.” Zei ik zo opgewekt mogelijk. Katrin nam er blijkbaar genoegen mee en glimlachte blij “Oké ik schep al wel op.” zei ze. “Goed.” antwoordde ik automatisch. Katrin ging naar buiten en sloot de deur. Ik stond op en liep naar de spiegel, mijn steile ravenzwarte haren staken fel af tegen mijn jadegroene ogen en witte huid maar tot mijn opluchting zagen mijn ogen niet rood. Snel greep ik een mooi jadegroen rekje dat bij mijn ogen paste, deed mijn lange haren in een staart, wierp nog een snelle blik op de spiegel en ging op weg naar de eetkamer. Al heel mijn leven zeiden mensen dat ik mooi was, toen ik jong was zeiden mijn ouders en familie het. Maar toen ik groter werd zeiden andere mensen het ook niet altijd met woorden sommige wierpen jaloerse en begeerlijke blikken mijn kant op ik had het nooit leuk gevonden om zoveel aandacht te krijgen. Terwijl ik de trap afhuppelde merkte ik blij verrast dat ik echt zin had in Katrins lasagne, ik had haar lasagne altijd al verrukkelijk gevonden. Glimlachend schoof ik aan tafel en stortte me op mijn lasagne, even later was mijn portie op maar toen ik wou rechtstaan om naar boven te gaan hield tante me tegen. “Wacht even, dan kunnen we nog eens praten.” Zei ze mijn jankbui was haar dan toch niet ontgaan. “Goed.” zei ik met een glimlach zo ging het meestal eerst voel ik me verschrikkelijk en daarna probeer ik heel opgewekt te doen om haar niet te veel te verontrustten. “Hoe gaat het met je?” stak ze van wal. Ik schraapte mijn keel om zo rustig mogelijk te antwoordden “Goed.” Zei ik maar mijn stem piepte en verraadde me. Haar blauwe oplettende ogen flitste en ik wist dat ze me doorhad, maar zuchtte van opluchting toen ze er niet verder op inging. “Niet zenuwachtig voor school?” vroeg ze, “Ja dat wel.” bekende ik. Morgen eerste dag school dacht ik mijn maag draaide zich om alleen al het gedacht dat ik morgen weer naar school moest was vreselijk. Niet om de reden dat iedereen zou denken welke tiener vind naar school gaan nu leuk, wel ik vond het vroeger helemaal niet erg ik had daar mijn vrienden en het was leuk om ze elke dag te zien, samen met hen te lachen om de raarste dingen nu was dat voorbij. Sinds het ongeluk van mijn ouders was ik verandert niet meer de open, leuke en grappige meid die iedereen dacht dat ik was nee nu was ik gesloten, verlegen en beschadigt niet echt een tof persoon om mee op te trekken. Dat zouden zij ook moeten gedacht hebben want de dag dat ik terug naar school kwam na het ongeluk vroegen ze allemaal vriendelijk hoe het met me ging maar in hun ogen zag ik dat ze me al lang hadden afgeschreven als hun vriendin of zelfs maar als iemand die ze gekend hadden. En zonder vrienden was het nu niet bepaald leuk om naar school te gaan. “Het zal wel meevallen, de eerste dag van het nieuwe schooljaar was ik ook altijd zenuwachtig je zult zien het komt wel in orde.” Zei tante afwezig waardoor ik opschrikte uit mijn gedachten. Ik gaf haar een knikje en perste er een klein glimlachje, ze moest eens weten. “Ik ga nog even douchen voor ik ga slapen.” Zei ik terwijl ik mijn bord van me af duwde, mijn stoel naar achteren schoof en opstond. “Slaapwel Jasmine.” Zei ze lief waardoor ik me een beetje schuldig voelde omdat ik ervandoor muisde terwijl tante zo haar best deed om me hier thuis te laten voelen. “Slaapwel.” Mompelde ik terwijl ik de trap opvloog.

Terwijl ik onder het hete water van de douche stond begonnen mijn spieren zich langzaam aan te ontspannen. Mijn lichaam was kalm maar in mijn hoofd was het een onoverzichtelijke puinhoop,  alle gedachte duwden en trokken om als eerste naar voren te komen. Ik zuchtte en probeerde kalm te blijven, de paniek over hoe morgen mijn eerste schooldag ging verlopen won het van de rest. Het zou weer allemaal opnieuw beginnen en ik zou heel de dag moeten denken aan het ongeluk. Tijdens de vakantie was de rust een beetje neergedaald op mijn leven, ik had weer een routine gevonden en het ging stukken beter met me. Elke dag bestond uit opstaan rond 9 uur me wassen, tanden poetsen, kleren aantrekken rond half 10 naar beneden ontbijt maken en om half 11 mijn bus halen die me een straat voor de bibliotheek afzet. Ik had daar een vakantiebaantje aangeboden gekregen en hou er echt van om daar te helpen bij de dagelijkse bezigheden. Manou is ook altijd erg vriendelijk tegen me en probeert me zo goed mogelijk te helpen bij alles wat ik haar maar vraag -Manou is een oude vriendin van mijn moeder en heeft de leiding in de bibliotheek- . Toen het water koud begon te worden zuchtte ik en besloot dat het tijd was om eronderuit te komen. Ik stapte uit de douche wikkelde een handdoek rond mijn haar, wreef mezelf droog en ging naar mijn kamer om mijn pyjama -een versleten topje en een joggingsbroek met gaten in- aan te trekken en mijn haar te drogen.

 Uitgeput van de vele belevenisen en gedachten die dag plofte ik in mijn bed en sloot mijn ogen. Ondanks de zenuwen voor de volgende dag viel ik al snel in slaap.

Dat was het eerste hoofdstuk. En wat vonden jullie er van? Laat alle commentaar die je hebt achter zodat ik het verhaal misschien nog kan aanpassen. Ik vond het zo spannend ik hoop dat jullie het goed vonden.

Lots of love Erin. <3

BloodfairyWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu