Dit deel ging niet zo soepel als gehoopt, vandaar dat het wat langer duurde.
Maar hey! Nu de promo uit is komt het nieuwe seizoen wel heel dichtbij, he?!'Je mag wel gaan zitten, hoor.'
Hoewel mijn benen het bijna begaven, had ik geen behoefte om te gaan zitten. Ik bleef rondlopen, rondkijken, ik had mezelf niet meer onder controle. Hij had écht en thuis voor me gebouwd. Ik stond middenin een keuken en een woonkamer in één. Een oude krakkemikkige keuken tegen de wand, oud maar ongebruikt. Het laagje stof dat erop lag was duidelijk te zien. Er stond een houtentafel met twee stoelen en aan de andere kant van de kamer een bank tegenover een dikke, oude tv. Kaal, oud, klein, maar vooral beangstigend. Had hij dit speciaal voor mij gemaakt? Hoe lang lag dit al te wachten op mij? Waarom was dit raam wel dichtgetimmerd, en waarom was ik hier in godsnaam?
Na het tweede rondje door de kamer draaide ik me naar hem om. Onbewust frummelde ik zenuwachtig met mijn vingers aan mijn nachtjapon. Hij stond met zijn armen over elkaar heengeslagen op me te wachtten, met al het geduld van de wereld.
'Ach, het is geen vijf-sterren hotel,' zei hij toen hij mijn blik zag. 'maar je kan er prima in leven. En hoewel de tv het niet doet kunnen we ons hier prima vermaken.'
Hij kwam langzaam naar me toelopen en ik zette vanzelf een stap achteruit. Mijn speeksel slikte weg als een brok cement. Mijn ogen schoten paniekerig over hem heen, peilend waar ik hem het meest pijn kon doen.
'Want je bent hier nog wel een tijdje. Dan maken we er maar het beste van, toch?'
Zijn gezicht? Zijn buik? Zijn kruis? Ergens op zijn knieën? Lag er hier een mes? Misschien in een van de laatjes. Of moest ik wegrennen? Langs hem heen schieten, de deur uit en naar de onbekende trap rennen?
'Maar goed...' zuchtte hij luid. Hij liet zijn armen langs zijn lichaam vallen en glimlachte breed naar me. Bijna had hij me weer, met die ogen van hem. Ik voelde me plotseling heel naakt. Hij kon me zo aankijken. Dwars door me heen. Ik wilde meer kleren, ik wilde een dikkere muur om me heen. Hij liet me onbeschermd voelen, ook al zat ik hier opgesloten.
'Wil je wat eten, drinken? Of zal ik je de badkamer laten zien?'
Een badkamer. Er was een badkamer.
'De badkamer.' Wist ik uit te brengen.
Hij glimlachte tevreden, niet wetend dat ik daar alleen maar heen wilde om mijn omgeving in te schatten, niet om een rondleiding te krijgen. Met zelfverzekerde passen liep hij voor me uit de gang op. Hij stonk. Hij stonk naar rook en ik kon het ruiken toen ik achter hem aanliep. Zijn donkerbruine haren zagen er onverzorgd uit, net zoals zijn vieze kleren.
'Welke dag is het?' Vroeg ik voordat hij de deur opende. De vraag kwam opeens in me op. Het was dinsdagavond toen hij me stal en ik was het besef van tijd totaal verloren.
Hij draaide zijn hoofd een stukje naar me toe, glimlachte en keek me aan vanuit z'n ooghoeken.
'Elke dag is hetzelfde hier.'
In de badkamer stond een wc, een douche en een wasbak. Bij het zien van de douche kreeg ik een grote behoefte om urenlang onder de douche te staan, urenlang mezelf te wassen. Ik kon mezelf ruiken als hij niet te dicht bij me stond. Zweet, angst, stress.
De hele situatie bezorgde me kippenvel, wat langzaam overging ik het tintelende gevoel in mijn benen. Als ik nu zou rennen naar de trap, had ik kans dat die deur nog open was. Hij moest toch ergens vandaan komen. Ik had niets te verliezen.
Dus draaide ik me om, zo vlug als mogelijk, mijn nachtjapon waaide met me mee. Ik duwde hem aan de kant met mijn schouder en begon te rennen. De badkamer uit, naar rechts, de trap op en daar knalde ik tegen een dichte deur aan. Ik begon hysterisch te trekken aan de deurknop en zonder dat ik het doorhad schreeuwde ik zo hard als ik kon. Mijn keel brandde toen ik nog een keer diep ademhaalde en ik proefde het zout van mijn tranen. Ik schreeuwde, gilde, verbruikte al mijn kracht aan die deur, totdat ik op was. Uitgeput viel ik met mijn voorhoofd tegen de koude deur en hapte ik naar adem. De spieren in mijn armen voelden ontzettend slap.
'Ik snap het niet.' Zei ik kalm.
Zijn vragende ogen prikten in het blote stuk huid tussen mijn schouderbladen. Ik draaide me behoedzaam om en keek hem voor het eerst sinds dat ik hier was lang aan. Hij leek even van zijn stuk gebracht door mijn sterke blik, omhoog kijkend vanaf de onderkant van de trap. Ontspannen leunde hij tegen de muur.
'Ik doe dit voor jou.' Glimlachte hij zacht.
Ik bleef hem aankijken en haalde een paar keer rustig adem om mijn bonsende hart te kalmeren.
'Je sluit me op, maar je doet het voor mij?'
Met nog een trillende ademhaling liep ik naar beneden. Op de helft van de trap bleef ik staan. Nu stond ik hoger dan hij, letterlijk. Een stukje macht wat hij me niet toeliet.
'Je snapt het niet.' Zei hij teleurgesteld. Zijn houding veranderde met de seconde. Meer onzeker, terughoudender. Het gaf me een goed gevoel.
'Nee, er valt niets te snappen. Ik hoef niks te snappen.'
Zijn mond vertrok. Ik zag zijn adamsappel heen en weer gaan toen hij moeizaam slikte. We zeiden een hele tijd niks meer, maar ik had zijn ogen gevangen. Totdat hij zich opeens ontspande en zijn schouders rechtte. De glimlach was terug.
'Ik maak eten voor je.'Votes en reacties maken me blij :)
JE LEEST
Gestolen
AléatoireEr gebeuren dingen in het leven die als een enorme klap aankomen. Zo hard dat je hele leven uit balans raakt. Alles veranderd. De vetrouwde omgeving wordt van je afgepakt, alles wat normaal leek wordt opeens goud waard. Je zou er bijna een moord voo...