2

6 0 0
                                    

Ik was net aangekomen met de trein en liep naar een van de bankjes toe op het station om daar even te gaan zitten. Het was midden op de dag maar gek genoeg was het er akelig stil. De wind stak op en ik deed mijn jas goed dicht om me te beschermen tegen de kou.

Een paar minuten geleden kwam ik er ook achter dat ik mijn sjaal in de trein had laten liggen, balen want het was een dure sjaal van het merk Filippa K. Toen ik hem had gekocht waren al mijn vriendinnen er smoorverliefd op. Normaal gesproken konden ze hun ogen niet van jongens afhouden en nu niet van mijn sjaal, hilarisch vond ik het.

Het briefje met het adres had ik gelukkig nog wel in mijn jaszak zitten. Ik keek een tijdje lang naar het briefje zodat ik het adres goed in mijn hoofd kon prenten.

Omdat het wel erg fris werd stond ik op en besloot een beker koffie te gaan halen bij een plaatselijk cafeetje. Onderweg om er eentje te vinden viel het me op dat er niemand, maar dan ook echt niemand, op straat was. Het was er doodstil op het geruis van de bomen na.

Toen ik eindelijk een café gevonden had was die gesloten. Een naar gevoel bekroop me, ik voelde me hier niet meer veilig en wou zo snel mogelijk naar huis. Alleen moest ik eerst het huis vinden voordat ik weer kon gaan.

Ik pakte mijn mobieltje erbij en typte het adres in de balk van mijn navigatie in. De plaatsnaam herkende hij wel maar de straatnaam niet. Dat betekende dat ik zelf, zonder enige hulp, in een plaats waar ik nog nooit was geweest een huis moest vinden waarvan ik niet eens wist of die wel werkelijk bestond.

Ik slaakte een zucht en begon het maar op lopen te zetten, omdat ik wist dat stil blijven staan en nadenken over wat ik wel niet moest doen mij geen enkele centimeter verder zou brengen.

Ik liep een trappetje op dat leidde naar een houten deur met daarop een oude bronzen deurklopper. Naast de deur hing een naam plaatje waarop de naam "Smith" stond. Ik realiseerde me dat de oude vrouw die naam ook gek genoeg had gezegd toen ze weer weg ging. De deurklopper was in de vorm van een appel. Ik pakte het handvat dat eronder hing vast en klopte drie keer op de deur.

Een aantal minuten verstreken en ik keek door het raam van het huis om te kijken of er wel iemand thuis was. Omdat ik verder niks zag liep ik het steegje door naast het huis om te kijken of er aan de achterkant een andere deur te vinden was.

Ik zag verder niks en liep weer het steegje in om het nog een keer te proberen aan de voorkant.

Midden in het steegje blijf ik stilstaan, aan het einde zag ik een zwarte schaduw maar ik kon niet zien wie of wat het was. Toen ik nog een aantal passen naar voren liep zag ik dat het een persoon was die zijn of haar hand omhoog hield. Ik kneep mijn ogen tot spleetjes en zag tot mijn verbazing dat het Rosalie uit de trein was.

Ze liep naar mij toe en pakte mijn beide handen vast. 'Gelukkig, je hebt me gevonden, kom met me mee lieverd,' zei ze en ze draaide zich om en hoopte dat ik haar zou volgen.

Maar ik bleef stokstijf staan en vroeg me af of ik nou moest vluchten of hier moest blijven. De vrouw draaide zich om. 'Hoe weet ik of u te vertrouwen bent?' Ik huiverde en keek haar met een wantrouwende blik aan.

'Jij hebt mij gevonden, ik niet jou. Neem mij maar gewoon in vertrouwen dan kan ik je garanderen dat alles goed komt,' zei ze op een honingzoete toon.

Ik kwam naast haar lopen en ze nam mij mee naar binnen.

Haar huis zag er erg oud en verlaten uit. Overal hingen spinnenwebben en de vloer was bezaaid met stof, het leek net alsof ze er een grijs tapijt had liggen. Ik haalde mijn vingers over het kastje dat in de gang stond en wreef mijn vingers over elkaar, daar lag zelfs nog meer stof.

Je hebt het einde van de gepubliceerde delen bereikt.

⏰ Laatst bijgewerkt: Jan 24, 2016 ⏰

Voeg dit verhaal toe aan je bibliotheek om op de hoogte gebracht te worden van nieuwe delen!

CircleWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu