De Kus van de Dementor.

Het begin

-          12 uur 's middags, 25 december 1980

Lily had haar rode haren in een knot gebonden op haar hoofd. Door de knot had ze haar toverstok gestoken zodat ze er gemakkelijk bij kon mocht dat nodig zijn. Een aantal plukken hingen los om haar gezicht terwijl ze heftig in een plastic bak met beslag aan het roeren was.

 Toen James de keuken binnen liep met Harry op zijn arm keek ze op en glimlachte ze naar hem.

 "Zo," zei ze met een lach in haar stem. "Is er eentje wakker geworden?"

 James geeuwde en ging met zijn losse hand door zijn al zo warrige haar. Hij glimlachte moe en kuste haar voorzichtig op haar wang.

 "Goedemorgen," zei hij met een rauwe ochtendstem. Zijn bril zakte tot het puntje van zijn neus toen Harry er hebberig naar graaide. Lachend pakte hij de baby in twee handen en hield hem hoog boven zijn hoofd.

 Lily keek op naar de twee en grijnsde liefdevol. "Pas op: hij heeft net gegeten." Op het moment dat ze dat zij maakte Harry een kokhalzend geluidje en spuwde hij James' gezicht onder de witte drap.

 Met een zowel letterlijk als figuurlijk vies gezicht kneep James zijn ogen dicht en liet Harry zakken. "Niks zeggen," zei hij tegen Lily hoewel hij niks kon zien.

 "Ik heb je gewaarschuwd," was Lily's reactie. "En jij vertelt me niet wat ik wel of niet moet doen, Potter." Ze keek grijnzend naar het goedje dat ze aan het kloppen was en zette het neer om Harry vast te pakken.

 De baby kraaide gelukkig naar zijn moeder en probeerde de toverstok uit haar knot te jatten, wat Lily niet toe liet door zijn graaiende handjes vast te klemmen in haar vuist. Ze kuste de uitpuilende vingertjes van het jongetje en maakte brabbelende geluidjes tegen hem terwijl ze James met haar ellenboog porde om hem naar de badkamer te loodsen.

 Vol walging waggelde James de badkamer in, zo min mogelijk kots op de vloer druppend. Met een sterke gedachtegang draaiden de kranen al prompt open en James stapte zonder zich uit te kleden, of zelfs zijn bril maar af te doen, onder het warme water. Toen hij weer veilig kon kijken knipperde hij een paar keer met zijn ogen voor hij om zich heen keek, op zoek naar Lily; maar zij was de badkamer al weer uit gelopen om het eten verder te bereiden.

 Onhandig kleedde James zich uit onder de douche van zijn natte kleding dat aan zijn lichaam plakte. Toen hij zich verlost had van de zware last glimlachte hij opgelucht en dacht terug aan de tijden op Zweinstein, de tijden dat Peter, Remus, Sirius en hij door de kastelen renden, verstopt onder zijn onzichtbaarheidsmantel om eten te stelen, of onder de Beukwilg door te komen. Nu hij onder de douche stond en zijn slaperige hoofd afspoelde met water moest hij echter aan een andere herinnering denken, een herinnering aan zijn vrienden toen ze nog maar in het eerste jaar zaten.

-          Vroeg in de ochtend, oktober 1971.

Het vroege ochtendlicht scheen waterig tussen de dikke gordijnen van James zijn hemelbed door, net een dun streepje op zijn ogen. Vermoeid kreunend werd hij wakker en sloeg maaiend met zijn armen om zich heen tegen de gordijnen, die gemakkelijk openschoven waardoor hij in de jongenskamer keek waar hij met drie andere eerstejaars van Griffoendor was opgescheept. Uit het laatste bed hoorde hij zacht, snorrend gesnurk van een magere jongen met lichtbruin haar die zichzelf Remus Lupos noemde. Het was een vreemde snuiter, vond James, maar bovenal vond hij hem aardig. Hij was niet opdringerig en hield zich meestal koest; niet op de voorgrond willen staand.

 In het bed dat naast hem stond klonk iets harder gesnurk, een geluid dat eigenlijk iets weg had van een jong wild varken dat zijn moeder kwijt is geraakt. Tussendoor hoorde hij wat gepiep dat hij niet thuis kon halen, maar hij grinnikte toen hij zijn oor tegen het gordijn hield en Peter Pippeling "Nee, mam, ik lust geen filet American!" hoorde zeggen. Peter was een dik muisachtig ventje met waterige oogjes en kleurloos haar. Hij had een grote ambitie om Schouwer te worden, had hij James gezegd nadat hij vertelde dat zijn moeder dit werk uitvoerde bij het Ministerie van Toverkunst.