Pijn

87 17 10
                                    

Ik staar voor me uit. Die pijn die zich openbaart in mijn lichaam wil ik niet meer. Het begint in mijn buik als een bal en verspreidt zich als een olievlek door mijn lichaam. Langzaam grijpt het om zich heen. Mijn hart bonkt in mijn borstkas, steeds iets luider. Mijn ogen doen brandend pijn. Ademhalen gaat steeds moeizamer. De krop in mijn keel knijpt mijn keel dicht. Steeds dichter tot ik haperend naar adem hap, waarop een traan mijn oog verlaat. Het doet pijn, pijn wat ik zo immens graag wil laten verdwijnen. Het helpt niet om mijn ogen ervoor te sluiten. Als ik mijn ogen sluit voor eventjes, blijft de hevige pijn. Ik ben zwak, te zwak om nog op mijn benen te kunnen staan. De hevige pijn die ervoor zorgt dat ik neerstort. Als een hoopje op de grond, klauwend op de grond. De tranen zijn niet meer binnen te houden. Schokkend van de pijn lig ik op de grond.

Het verdwijnt nooit.

De pijn.

Nooit.

StilteWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu