Hoofdstuk 7

192 10 11
                                    

Ze stonden met z'n alle voor het treinstation. 'Zijn jullie niet bang?' Vroeg Roos aan Wiepke en Chiem.
'Nee joh. De politie kan me niks maken hoor.' Zei Chiem alsof hij stoer was.
'Badboy.' Zei Gido grinnikend.
Ze stapte de eerst volgende trein nog net op tijd in, want toen ze net in de trein stonden gingen de deuren dicht.
'Wiepke als jij nou naar de meisjes wc gaat en Chiem jij naar de jongens wc en dan de deur op slot doen, zodat de conducteur jullie niet kan controleren.' 'De reis duurt toch maar 15 minuten', zegt Quin.
'Dan gaan ik, Quin en Roos wel in bij de wc-deur staan', zegt Gido

'Daar komt de conducteur al aan', zegt Roos.
'Mag ik jullie kaartjes even zien?'
'Ja hoor'
'Waarom staan jullie hier eigenlijk?', zegt de conducteur.
'De wc is bezet, dus we wachten even tot dat we er op kunnen.', zegt Roos
'Oke, fijne dag nog verder!'
'Hetzelfde', zegt Gido.
'Over 2 minuten komen we bij het station van Boxmeer aan, we wensen jullie nog een fijn weekend toe', wordt er in de trein omgeroepen.
'Jongens, kom er maar uit.', zegt Gido
Chiem en Wiepke komen voorzichtig uit hun wc-hokje.
'Als dadelijk de deur open doen, rennen we meteen uit de trein, oke?', zegt Gido
Als de deuren open gaan rennen ze alle 5 keihard de trein uit.
'Waar moeten we heen?', vraagt Roos.
'Volg mij, ik weet de weg', zegt Quin.
Chiem rent keihard tegen een mevrouw aan.
'Oh sorry mevrouw, het spijt me heel erg, alleen ik moet echt weg, nogmaals sorry!'
Als ze uit het station zijn, zegt Quin:'we moeten hierlangs, als we door blijven rennen zijn we er binnen 5 minuten.'
'Ik moet echt even rusten, ik ben dood op', zegt Roos.
'Dan heb je geluk, want hier om de hoek is het al', zegt Quin.
'Eindelijk!'
'Het is wel een groot huis zeg', zegt Wiepke, 'Was je opa rijk?'
'Wat denk je zelf, als je uitvinder bent verdien je echt heel veel.', zegt Quin.
'We moeten naar de achterkant van het huis, want daar ligt onder de mat de sleutel van de achterdeur.'
'Het is wel oud en stoffig van binnen.' Zegt Wiepke.
'Ja, opa was alleen maar op zolder.' 'Hij sliep daar altijd en daar was hij bezig met uitvinden.' 'Hij kwam bijna niet naar beneden, behalve als hij ging eten.'
'Ik vind het wel creepy hoor', zegt Roos.
'Kom volg me, ik denk dat we naar zolder moeten.'
Pieeeepp.
Krakend gaat het luik van de zolder open.
'Wie is daar?', zegt een bang stemmetje.

Wie denken jullie dat er op zolder zit?
Laat het weten in de reacties:)

OpgeslotenWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu