Hoofdstuk 11

100 7 6
                                    

*zondag avond, de dag van de volle maan*
'Eyoo'
'Sttt, ben eens stil, straks horen Enzo en Dee je nog', zegt Quin tegen Gido.
'Waar is Julie?', vraagt Gido.
'Die kwam wat later, ze moest nog wat doen', zegt Roos.
'Daar komen ze al'
*als Dee en Enzo al eventjes weg zijn.*
'Zullen we naar binnen gaan, ik denk dat de kust veilig is'
'Maar moeten we niet wachten op Julie?', vraagt Roos.
'Nee, we moeten echt opschieten voordat Enzo en Dee zometeen terug zijn.', zegt Gido.
'Volg mij, ik weet nog precies waar we heen moeten!', zegt Quin.
'Jij weet natuurlijk alles beter', zegt Roos geïrriteerd.
'Natuurlijk', zegt Quin.
'Wie kan even zijn zaklamp van zijn telefoon aanzetten, het is namelijk nog al donker', vraagt Quin
'Ik pak hem wel' , zegt Wiepke.
'Mooi, nu zie ik eindelijk iets.'
'Kijk daar is de kelder deur, kom!'
'Eindelijk, jullie zijn ons komen redden!', zegt Jeremy.
'Pak even de schaar uit je rugzak Gido, dan kunnen we de tirips doorknippen.'
'Natuurlijk, alsjeblieft!'
'Jongens, we moeten Enzo en Dee helpen. We moeten ze naar het huis van hun opa brengen.'
'Waarom?', vraagt Link.
'Opa heeft Enzo en Dee in slechterikken veranderd door een nieuwe uitvinding.', zegt Quin.
'Hoe laat komen Enzo en Dee altijd terug?', vraagt Gido.
'Ze kunnen elk moment terug komen.' Zegt Harm.
'We wachten buiten de deur op ze en als ze er dan zijn, rennen we weg en zorgen we ervoor dat ze ons achterna rennen', zegt Gido.
'Daar komen ze al aan!'

Ik ben weer actief, hueee :D ik publish elke dag een nieuw deel!

OpgeslotenWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu