H3. Afscheid

1.2K 58 11
                                    

Ik draaide voor de allerlaatste keer een rondje in mijn lege kame, liet mijn hand over het hoofdeinde van mijn bed glijden, en sloot met een zucht de deur achter me dicht. Vandaag was het dan eindelijk zo ver. Ik zou de grote stap zetten en de landgrenzen overschrijden. Ik bleef even voor Eva's kamer staan en klopte er zachtjes op de dichte deur. Aan de andere kant bleef het stil. Twijfelend opende ik de deur op een kier en keek de lichte kamer in. Haar bed was opgemaakt, de gordijnen opengedaan en de stoel waar 's avonds altijd haar kleren op lagen, was leeg. Alles duidde er op dat ze al weg was. Een teleurgesteld gevoel bekroop me. Ik had haar graag nog even willen zien. Nog even gedag willen zeggen en misschien haar nog even in mijn armen kunnen sluiten. Maar ik was te laat. Of zij was te vroeg. Ik had gevraagd of ze vrij kon vragen. Ze hoefde me niet weg te brengen maar op zijn minst de tijd om gedag zeggen had ik niet erg gevonden. Ik had de ochtend al ruim een week van te voren gepland. Ik had gezegd hoe laat ik zou vertrekken en hoe laat ik zou vliegen. Eva reageerde afwezig en had gezegd dat ze wel keek hoe het zou lopen. Ik had het idee dat het haar niet kon schelen. Nu ik weg ging wilde ze me snel weg hebben ook.

Met een zware rugzak op mijn rug en een volle koffer in mijn handen strompelde ik de trap af. Ik dropte de bagage halverwege waarna ik doorliep naar de keuken. In de keuken was het donker. Ik taste de muur af opzoek naar het lichtknopje en al gauw vulde de keuken zich met licht. Aan de tafel zat Eva. Ze zat met haar rug naar me toe en met een dampende kop thee naast haar. Een opluchting ging door me heen. Ze was er nog. Langzaam zette ik een stap dichterbij en deed twijfelend mijn mond open. 'Ik ga zo.' mijn stem klonk zacht en beheerst maar ik had grote moeite de informatie normaal over te brengen. Ze rechte haar rug, speelde zenuwachtig met haar vingers en draaide zich  na een tijdje om in haar stoel. Ze glimlachte moeizaam, dat kon ik zien. Het was zonder overtuiging. De twinkeling in haar ogen ontbrak. Ik had hem de afgelopen week al niet meer gezien en twijfelende er aan of ik hem ooit nog zou zien. Wie weet wat er allemaal gebeurd komend jaar.

Sierlijk stond ze op van de stoel en kwam op me aflopen. Op armlengte afstand kwam ze voor me tot stilstand en keek me recht in de ogen aan. Haar ogen waren vochtig en licht rood gekleurd. De tranen blinkte achter haar ogen. Ik kon ze zien maar ze wist ze nog net binnen te houden.
'Ik moet zo weer weg. Ik kan niet mee naar Schiphol, maar heb wel de tijd om gedag te zeggen, weten te rekken.' Ze sloeg haar blik neer en staarde diep in gedachten naar mijn borst. Ik legde mijn hand op haar schouder waarvan ze lichtelijk schrok en op keek. 'Dankjewel.' glimlachte ik welgemeend. Ze glimlachte flauw terug waarna haar blik weer serieus werd. 'Ik ga je missen.' haar stem trilde en sloeg over op missen. Mijn hart brak en verspreide een koud schuldachtig gevoel door mijn lichaam. Ook bij mij vormden er tranen in mijn ogen. Dit was niet niks. We waren jaren lang partners geweest en zagen elkaar ook nog in onze vrije tijd. We werkten samen, woonden samen en sliepen zelfs  één keer samen. Het zou nog een hele klus worden om te wennen aan de stilte. De eerste maanden zou ik moeten afkicken van haar aanwezigheid. Haar gezelligheid en aandacht, waarna ik fatsoenlijk verder kon gaan. Ik ga haar missen. Dat weet ik zeker.

'Ik jou ook.' Zei ik, pakte haar hand en liet mijn duim over haar knokkels glijden. 'Ik heb wat voor je.' verbrak ze de stilte, liet mijn hand los en kwam even later met een klein doosje in haar handen aan lopen. Het was ingepakt. Ik kon niet zien wat het was. Ze stak het naar voren uit en twijfelend pakte ik het aan. 'Pas openen in het vliegtuig.' mompelde ze toe. Ik knikte 'Dankjewel.' glimlachte ik en werd overspoeld door een schuldgevoel. Ik had niks voor haar. Hoe kon dat nu vergeten. Waarom had ik daar niet aandacht. Waarom had ik niet iets voor haar kunnen kopen, of maken. Al was het maar iets kleins. Een kaartje of een klein bloemetje. Maar nee, ik had niks.

'Je kunt me altijd opzoeken als je dat wilt.' glimlachte ik en pakte haar hand. 'Ik heb een groot appartement waar je kan logeren en dan laat ik je de stad en omgeving zien en vertellen over mijn werk.' Zag ik het al helemaal zitten. Ze glimlachte flauw. Het was een glimlach met kiespijn.

Ongemakkelijk keek ze naar onze samengevlochten handen. 'Anders kom je me binnenkort een keer opzoeken. Je bent altijd welkom.' ze knikte weer maar zei niks.
In haar ooghoek blinkte een traan. Ik verplaatste mijn hand naar haar wang en tilde voorzichtig haar hoofd op. 'Pas je op jezelf.' Eva beet op haar lip maar knikte. 'Geen gevaarlijke dingen doen.' Deze keer lachte ze en rolde met haar ogen. 'Zegt meneer die straks dagelijks met de grootste criminelen in contact komt.' Ook ik grinnikte even en liet mijn hand over haar wang glijden. Ze zette een stap dichterbij en sloeg onwennig haar armen om me heen. Ik nam haar diep in mijn armen en drukte haar dichter tegen me aan. Ik verborg mijn hoofd in haar haar en terwijl de tranen in mijn ogen prikten snoof ik nog eens goed. De geur van Eva vulde mijn neus en een zacht gekriebel plus een knagend gevoel woelde door mijn buik. Ik liet haar los en keek haar diep in de ogen aan. Haar hoofd was slechts op een handlengte afstand van dat van mij verwijderd. Ze kwam langzaam dichterbij. Ik boog wat voorover en sloot mijn ogen. Mezelf niet bewust van de fout die ik ging maken. Ik kan haar niet kussen. Niet op de dag van het vertrek. Het was tijd om haar te vergeten. Tijd om mezelf over haar en mijn gevoelens voor haar heen te zetten. De telefoon in mijn achterzak trilde en liet me weten dat ik nu toch echt weg moest. Ik liet haar wang los en zette de herrie van de wekker af. Eva staarde ongemakkelijk naar de grond. 'Ik moet nu echt gaan.' Ze knikte en keek op. Over haar wang biggelde een traan naar beneden. De tranen ze die dit moment, heel de ochtend, nee, heel de week al binnen had  weten te houden. 'Niet huilen het komt goed.' zei ik, terwijl er bij mij inmiddels ook tranen over mijn wangen rolden. Ik tilde de veel te zware rugzak op mijn rug toen Eva onverwachts een stap dichterbij zette en haar lippen vol op de mijne plantte. Voor dat ik me kon realiseren dat ze me kuste had ze mij weer losgelaten. Ze liet haar blik vallen en draaide zich om. Verbouwereerd keek ik naar haar rug en schouders die naar voren hingen. Ze beefde. De telefoon in mijn hand trilde weer en buiten toeterde de taxi. Eva's rug schreeuwde naar mij. Ze vroegen of ik haar om wou draaien en haar in mijn armen zou nemen. Haar lichaam vroeg of ik haar wilde troosten en zou zeggen dat het goed komt. Dat ik hier blijf. Maar ik blijf hier niet. Ik moest weg. Nu... 'tot ziens.' fluisterde ik. Eva snikte luid. Ik kreeg een brok in mijn keel en haalde diep adem. Vervolgens draaide ik me om en liep de woonkeuken uit.

Over de grens   Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu