Het was weekend en ik zat me op mijn kamer een beetje te vervelen toen de bel ging. Ik sprintte naar beneden en deed de deur open. Daar stonden Lisa en Anna, mijn twee beste vriendinnen. "Hoi" zei Lisa "wee vroegen ons af of je zin had om mee te gaan naar het zwembad" bijna had ik ja gezegd maar dan zou ik mijn bikini aan moeten en dan zagen ze mijn vleugels, en dat mocht absoluut niet gebeuren.dus zei ik maar "ik wil wel maar ik ben bang dat dat niet gaat, ik voel me nog niet helemaal goed en als ik dan druk ga doen in zo'n benauwde ruimte word ik misschien weer ziek" "dat snappen we wel" zei Anne "wel jammer, ik hoop dat je maandag wel weer naar school kan" "tuurlijk" zei ik
"Dan gaan wij maar weer" zei lisa "oké" zij ik "tot maandag" "bye" ik deed de deur dicht en liep naar de kamer en mamma vroeg "wie waren dat?" "Dat waren Anne en Lisa die vroegen of ik mee wou zwemmen" antwoordde ik "waarom ging je niet mee" vroeg mama "leek me niet zo handig, ik ben gister ziek geweest" zei ik "heel verstandig van je schat" zei mamma. Ik plofte naast haar op de bank en zette de tv aan. Alleen maar sponchebob. Ik zette de tv weer uit en pakte mijn boek. Het was een boek wat ik van de bieb had geleend; alles over elfen heette het. Het ging over alle krachten die elfen zouden moeten hebben, masr als het boek het goed had was ik geen elf want volgens het boek zouden elfen kunnen laten opreizen uit de grond wat ze wilde als ze het woord alezima uitspraken. Ik heb het al een paar keer geprobeerd maar het lukte niet. Ik ben er vanochtendwel achter gekomen dat ik met dieren kan praten, ik ging voor mamma boodschappen doen toen ik vanuit de boom iemand hoorde klagen "er zijn veel te weinig bomen hier in de stad... en veel te veel eekhorns... te weinig ruimte voor ieder een..." "dat vind ik nou ook" andwoordde ik "ze mogen wel wat beter voor de natuur zorgen!" "Hoor ik dat nu goed?" Zei de stem uit de boom "een mens praat tegen me! Hè mens zwaai eens, er lopen zo veel mensen, dan weet ik wie je bent. Ik zwaaide en een eekhoorn stak zijn kopje uit de boom en zwaaide terug "hoi, hoe heet jij?" Vroeg ik, en hij antwoordde "ik ben knabbel" "ik ben Ezra" zei ik "maar ik moet nu verder, mijn moeder wacht op de boodschappen" "oké" zei Knabbel, "maar kom snel eens langs, ik heb nog nooit een mens ontmoet die met eekhorns kan praten en ik vind je erg aardig" dat beloofde ik een ik ging naar de supermarkt en toen ik daar bij de komkommers stond, en een komkommer wou pakken zoemdeer een irritante vlieg rond mijn hoofd. Ik sloeg naar de vlieg maar toen zei een zacht zoemerig stemmetje "neeeeeee, maak me niet plat!!! Ik wou alleen zeggen dat de komkommer die je nu vast heb rot is, je kan beter die andere pakken, die is lekker vers" ik hield gelijk op met slaan en ik pakte de andere komkommer "dankje" zei ik, en ik vroeg me af of ik nog andere krachten had.
~♡☆✿☆♡~
Heyyy mensen dit was het derde hoofdstukje alweer!
Ik hoop dat jullie het leuk vonden!
Schrijf even in de reacties wat jullie er van vonden
-xxx- jullie schrijvertje Esmee
JE LEEST
vleugels
FantasyEn dan is het weg. De pijn in mijn rug, de misselijkheid, alles is in een keer weg. Ik ga naar de badkamer en fris me even op. Dan voel ik iets tegen mijn shirt drukken, ik trek het uit en kijk wat het is. Wat ik dan zie doet me vreselijk schrikken...