Hoofdstuk 1: engelenbos

0 0 0
                                    

De winter stond op punt aan te breken terwijl de laatste bladeren naar beneden dwarrelden. De bruine en rode bladeren kleurde het land alsof er een schilder was die niets wist te doen mijn zijn talent en penseel.

Dit vind ik de mooiste tijd van het jaar. Tot de sneeuw komt en alles wegjaagt.
Ik dwaal graag rond in de herfst. De geur van de frisse lucht die ik in adem.
In het beuken bos waar niemand echt durft te komen alleen al door de geschiedenis die daar plaatsvond.

Iedereen is bang dat ze tot herrijzen om hun leven terug te nemen en wraak te nemen op elk levende mens van Noralia. Ik geloof er niet in. Engelen zijn te vriendelijk om te wreken.

Overal zie je mooie versierde kruisjes. Tot waar het oog strekt. Er is niet echt een pad dat je erdoor lijd. Alleen een bloemen veld dat zich rond het kruisje verspreid. Je moet er over stappen en niet denken aan wat er onder de grond zit. Ze komen van engelen en vrienden die wilde zorgen dat ze de hemel konden bereiken. Ik heb er ook in de grond gestoken voor mijn vrienden die hier gruwelijk het leven hebben verlaten.
Zij zijn nu gered van de duivel maar de andere wist ik niet bij naam.

Ik ben het eerste deel van het bos voorbij. Hier was het ooit mooi maar dat is nu allemaal vergaande glorie.
Dit deel van het bos is helemaal afgestorven. De oude traditie zegt dat engelen begraven moeten worden en een kruisje met hun naam ter hoogte van hun hart moet worden geklopt. Anders komt de duivel en hier is dat gebeurt. Alleen nog wat geraamten liggen hier. Weg te rotten. Traag. Alsof niemand het ergert. Hier versnel ik mijn pas tot ik doorheb dat ik ren. Zo hard ik kan tot ik terug bij het begroeide deel ben.

Hier is geen enkele engel gestorven. Ik wandel over een pad. Het pad is stilletjes gevormd door al mijn wandelingen. Ik wandel hier al jaren elke week. Maar vandaag heb ik geen zin om naar het water te gaan. Ik heb geen zin om naar de elfjes te kijken terwijl ze werken en dansen. Ik sla links af. Tussen de bomen door het lange gras. Het duurde even voor ik doorhad dat dit al een pad is. En niet door de mens gemaakt. Maar door een paard. Ik heb nog nooit een paard gezien alleen aan de hand van tekeningen.

Ik blijf het pad volgen. Soms is het moeilijk omdat er veel begroeiing over het pad is. En de planten komen dichter en dichter bijeen. Hier en daar zijn er rotsblokken waar ik soms bijna over val. De grond is vochtig ook al heeft het al dagen niet geregend.

In de verte is er het geluid van. Een kabbelend beekje. Snel duw ik de takken voor mijn ogen weg en probeer ik een glimp op te vangen van het water dat zo n muziek maakt.
Daar is het. Het is nog best een grote beek. Ik schat zo een 4 meter breed. Ik snap niet dat ik dit niet eerder gevonden heb. Ik pak wat water uit de rivier en was mijn gezicht ermee. Het water is koud en verfrissend. Het tintelt op mijn wangen en voorhoofd. Als ik opkijk zie ik een paar elfjes naar me kijken. Ze zien er leuk uit met hun spitse neus en glanzende haren. Ze zijn 10 cm en hebben leuke kleertjes aan. Als ze zien dat ik hun bestudeer beginnen ze te lachen. Ze vliegen weg met hun perfect vleugels. Ik volg ze met men ogen en daar, waar ze naartoe vliegen, is een brug. Ze geven me een knipoog en doe het teken dat ik moet meekomen.
De brug ziet er stralend uit. Hij is wit met bloemen. Ze lijken wel van suiker maar ze deinen mee met de wind. De mooie krullen die zichtbaar zijn in de vorm van de prachtige brug. Ik ben verwondert door de verschijning. Ik heb nog nooit in heel mijn leven zo iets magisch gezien.

De elfjes trekken nu aan mijn kleren zodat ik niet anders kan dan doorlopen. Ze hebben heel sterke vleugels en ik was best onder de indruk.
We zijn al iets verder gewandeld en ik hoor iets ritselen in de bosjes. Ik kijk rond maar overal zijn er struiken. Ik begin het benauwt te krijgen en ik versnel mijn pas. Het geritsel komt dichter een woe luider. Dit moet zeker iets groot zijn. Ik begin te lopen zo hard ik kan. Mijn verschuift weg. Ik val met mijn gezicht in de vochtige grond. Ik kijk op en verschiet van wat er vlak voor mij is.

RavenhofWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu