Langzaam maar met veel moeite deed ik mijn ogen open. buiten was het donker. Ik tilde mijn hoofd op. Een lichte bons schoot door mijn voorhoofd heen. Ik voelde een kramp door mijn buik. ik lag op een koude vloer in een grote lege ruimte. Ik voelde iets vochtigs op mijn hoofd. Ik voelde er zachtjes aan. Het was bloed. Langzaam drupte er bloed van mijn voorhoofd op de grond. Vragen schoten door mijn hoofd. Waar ben ik en waarom ben ik hier? Ik dacht na over wat er was gebeurd. Vage herinneringen schoten door mijn hoofd. Plotseling hoorde ik iets kraken boven mijn hoofd. Ik werd bang. Ik keek om me heen. Ik hoorde iemand lopen. De voetstappen kwamen steeds dichterbij. Ik raakte in paniek. Langzaam ging de deurklink naar beneden. De deur ging open. een grote angst kroop door mijn lichaam. In de deuropening stond iemand. Ik kon hem niet goed zien door het donker. Ik keek wat beter. Ik zag donkere krullen. het gedaante kwam dichterbij. Ik herkende hem. Ik wist het weer. Hij was degene die mij mee heeft genomen. Maar waarom heeft hij meegenomen? Wat wou hij hiermee mee bereiken? Hij stak zijn hand naar mij toe en hielp mij met opstaan. “Hey ik ben Harry.” Hij had een zware stem. Ik keek nog eens goed naar hem. Zijn mooie ogen glinsterden. Hij hield oogcontact. “Hey.” zij ik zachtjes. Ik werd nieuwsgierig. Wie was deze jongen? Zou ik het hem vragen? “wie ben jij en waarom ben ik hier?” er kwam een grijns op zijn gezicht. “kom.”zij hij. Hij greep naar mijn hand een bracht me naar een andere kamer. Ik keek om me heen. Het was mooi ingericht. Zou dit zijn huis zijn? Ik zag een klok. Het was zeven over twaalf ‘s nachts. “ga zitten.”zij Harry. Ik ging op een houten stoel zitten . Harry ging tegenover mij zitten. Eventjes viel er een stilte. Harry keek me aan. Ik keek verlegen terug. “ik heb je hier heen gebracht om je te beschermen.” Zij Harry. Ik keek hem vragend aan. “waarom?”vroeg ik. “ik kan echt wel op mezelf passen.” Harry grijnsde. Een van zijn krullen viel voor zijn ogen. “ wacht waarvoor moet je me beschermen?” hij pakte mijn hand vast. Mijn hand zat gevangen in zijn hand. “ik zag je ergens op de grond liggen bewusteloos dus ik heb je meegenomen.” Ik keek hem verward aan. Ik kon me nog maar vaag iets herinneren. Ik werd duizelig. “gaat het wel een beetje?” vroeg Harry. “uuhm ja het gaat wel zij ik zachtjes.” “wat is er met mij gebeurd en waarom heb je niet gewoon de politie gebeld?” “uuhm nou ja ik wou je gewoon eerst helpen misschien was de politie dan niet meer nodig.”zij Harry. Er klopt iets niet. Iets in mij zij dat het niet de waarheid was. Er was iets anders aan de hand. ik knikte. “maar het gaat wel ik kan wel weer naar huis.” Ik wou net opstaan maar ik voelde dat er een stevige hand mijn arm vast hield. Hij hield mij tegen. “nee ik wil dat je blijft.” Ik verbaasde mij. Waarom wou hij dat ik bleef. Ik keek hem vragend aan. “waarom?” vroeg ik. Hij keek me even aan. Zijn ogen keken recht in mijn ogen. Het was even stil. “uuhm nou misschien val je flauw onderweg.” Zei Harry aarzelend. De situatie was vreemd. Waar deed hij zo geheimzinnig over. Ik weigerde naar hem te luisteren en probeerde mij uit zijn grip te werken. Maar het lukte niet. Hij hield me nog steviger vast. “ je blijft hier!” zij Harry. Zijn stem klonk dwingend. Ik schok een gevoel van wanhoop bekroop mij. De sfeer was heel naar. Er klopte hier iets niet maar wat…..