langzaam werd ik wakker. er scheen een lichtstraal in mijn ogen. ik knipperde mijn ogen een paar keer. ik keek recht voor me uit. ik schrok want harry leunde tegen de muur. "goeiemorgen." zei harry. er kwam een greins op zijn gezicht. "hoelang sta jij daar al?" vroeg ik. "al een tijdje je bent mooi als je slaapt." ik keek hem verlegen aan. wat moest ik nou van hem denken? de ene keer was hij heel romantisch maar aan de andere kant bind hij mij vast aan een stoel. ik was verward. het ruwe touw schoof langs mij heen. ik voelde me heel ongemakkelijk en ik had overal spierpijn.
"maak me los." zei ik. harry begon weer te grijnsen. "ben je altijd zo?"zijn stem klonk speels. ik keek hem boos aan maar ik gaf geen antwoord. het was even stil maar al snel begon harry te praten. "ik moet gaan." ik keek hem verbaasd aan. "waar ga je heen? " vroeg ik nieuwsgierig. " gewoon ik ga even naar een vriend maar ik ben zo weer terug.' harry liep weg. hij gaf me een knipoog en liep de deur uit. daar zat ik dan. ik was alleen en radelloos. ik moet hier weg en de politie er bij halen. er is iets goed mis met die harry. er klopte gewoon iets niet. ik moest het weten. ik probeerde me los te wringen uit het touw maar het lukte niet. ik zette heel veel kracht om mijn handen uit het touw te wringen. toen kon ik het touw van mij af halen. yes! het is me gelukt. nu kan ik weer ontsnappen maar nu moet ik beter uitkijken. ik stond op en een pijn schoot door mijn been. "auw! "zij ik. ik had zo'n erge spierpijn maar ik negeerde het en liep langzaam naar de deur. ik deed de deur open en keek voorzichtig door het kiertje heen. er was niemand te bekennen dus ik liep heel zachtjes de deur uit. ik keek om me heen en liep zachtjes naar de voordeur. een zenuwachtig gevoel kroop door mij heen. ik deed voorzichtig de deur open. er was nog steeds niemand dus ik liep naar buiten. ik kwam terecht voor een grote poort. ook deze poort deed ik langzaam open. yes! ik was ontsnapt. nu moest ik alleen nog veilig naar huis zien te komen. en ik moest ook nog eens bedenken hoe ik naar huis kwam want waar was ik nou eigenlijk. ik liep de straat uit en al snel zag een bordje met de bestemming. ik was opzich best wel dicht bij huis. ik keek nog snel even op de routekaart die erbij stond. toen ik de kaart goed bestudeert had liep ik snel weer verder. ik begon steeds sneller te lopen. mijn ouders zouden vast ongerust zijn. ik liep door de straten en zag maar weinig mensen voorbij lopen. na een tijdje zag ik het straatbordje. ik rende naar mijn huis en belde aan. mijn moeder deed open. ik zag dat haar gezicht bezorgd was. "kirsten! waar bleef je nou" ze gaf me een dikke knuffel en we bleven een tijdje zo staan. tranen stroomde uit mijn gezicht.
harry P.O.V
ik stak mijn sleutel in het slot. en liep naar binnen. en ging naar de woonkamer. ik voelde mijn hart in mijn keel kloppen. het scheelde niet veel en ik was opgepakt door de politie voor het dealen van drugs. dacht ik. dit gaat niet vaker gebeuren . de volgende keer gaat kirsten dit voor mij doen. ik moet gewoon lief voor haar zijn en haar veel aandacht besteden. dan komt het wel goed. laat ik haar dan maar wel eerst losmaken van die stoel. ik zorg er wel voor dat ze mij vergeeft. ik stond op en liep naar de kamer toe waar kirsten zat. ik deed de deur open. mijn ogen vielen op de lege stoel. "shit ze heeft het mij weer geflikt!" woedend gooide ik de deur dicht en liep weer terug. kwaad ging ik op mijn stoel zitten. ik kom er wel achter waar zij uitspookt. wacht maar!