Hoofdstuk 7

203 21 7
                                    

Maar toen het haar allemaal teveel werd verloor ze haarzelf.

Ongelovig sloeg hij de deur dicht. Na alles wat hij voor haar gedaan had deed ze dit. Ze verbande hem uit haar leven alsof het niets was.

Ze pakte het scherpe mes onder haar shirt vandaan en keek ernaar. Ze had zo'n geluk dat hij het niet had gezien. Bijna. Bijna had hij het verstoord. Bijna. Bijna was dit alles niet doorgegaan.

De stemmen in haar hoofd vertelden haar dat ze het moest doen.

Ze sloeg nog een keer tegen haar hoofd aan, maar de stemmen stopten niet. Ze stopten nooit, daar was ze intussen al achter gekomen. De laatste keer dat ze rust had kon ze zich niet eens herinneren. Niemand wist wat zij voelde. Iedereen zei dat het wel overging, maar zij wist beter. De stemmen zouden nooit ophouden. De stemmen hadden geen rust nodig. Ze gingen maar door en door en zij werd er gek van. Ze had er genoeg van.

Hoe het haar was gelukt om dat mes te stelen wist ze ook niet. De stemmen hadden haar geholpen. Waren die toch nog ergens goed voor.

Ze zette het grote mes aan haar kleine, trillende pols. Niemand zou haar missen, hield ze zichzelf voor. Niemand had haar ooit gemist, dus deze keer zou het niet anders zijn.

Voorzichtig trok ze het mes over haar pols heen.

Rode vloeistof verspreidde zich over haar pols heen en drupte op de grond.

Voldaan liet ze het mes vallen.

A little too muchWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu