1. je hoeft niet meteen een heel boek te schrijven, je kunt van hoofdstuk naar hoofdstuk. elk hoofdstuk is een verhaaltje op zich. zo hou je het overzichtelijk.
2. neem een boek dat jij mooi vind als voorbeeld, kijk hoe het verhaal is opgebouwd. wat voor personages komen er in voor? wat maakt ze bijzonder? kijk wat je hier zelf mee kunt.
3. hoe eerlijker je durft te schrijven (bijv. over iets wat je heel eng vindt of waar je blij van wordt), hoe interessanter een boek of verhaal wordt. de lezer voelt dat.
4. zorg voor spanning. maak bijvoorbeeld een hoofdstuk net niet helemaal af. als je net voor het einde stopt (een cliffhanger dus) móet de lezer wel door om te weten hoe het afloopt.
5. schrap als oefening de eerste en laatste tien zinnen weg. hoe leest het nu? vaak gebruik je op die plekken namelijk veel te veel woorden om iets uit te leggen.
6. koop een apart schrijfboekje. een boekje waar je blij van wordt. en gebruik het alleen voor de dingen die jij wilt schrijven.
7. lees veel. daarmee vergroot je je kennis over schrijven, lezen, verhalen en talen. en je leert kijken naar hoe anderen schrijven.
8. schrijf over iets wat in je buurt gebeurd. iets wat je verbaast op school, of iets wat je veel bezighoudt.
9. let niet meteen op taalfouten. schrijf gewoon lekker door. anders loop je meteen al vast. die spelling, die komt later nog wel.
10. begin met een probleem waarvan jij maar ook je personage nog niet van weet wat de oplossing is of hoe het afloopt.
11. wees als een soort regisseur: zit er genoeg verschil tussen begin en einde? hoe ontwikkelt je hoofdpersoon zich? wat mist er nog?
12. luister naar je personage. waar wil hij heen, kijk wat er gebeurt als je hen volgt.
13. laat iemand anders je tekst lezen. en wees niet bang voor kritiek, en luister echt naar ze.
14. durf je gedachten op te schrijven. en denk vooral niet dat dat raar is.
15. hou van je personage, want dan begrijp je ook waarom ze dingen doen.
16. observeer. pak bijvoorbeeld een walnoot, hoe ziet hij er uit, hoe ruikt hij, hoe voelt hij, en hoe smaakt hij? beschrijf dat.
17. kijk goed om je heen, naar leraren en je ouders, of vrienden. hoe staan ze? hoe bewegen ze? wat zeggen ze?
18. als je het moeilijk vind om te beginnen knip dan een krantenkop uit en verzin daar een verhaal bij.
19. herschrijf je verhaal. het kan namelijk niet in een keer goed zijn.
20. doe gewoon rustig aan, een verhaal schrijven duurt vaak best lang.

JE LEEST
tips om te schrijven!
Fiksi Remajaleuke tips van schrijvers om zelf een verhaal te schrijven.