7.

475 19 0
                                    

Uit verveling, uit frustratie had ze het hele huis van haar vriendin gesopt. Ze had toch niets beters te doen. Ze wilde eigenlijk ook even helemaal niets beters te doen hebben. Ze wilde gewoon dat alles in een keer goed zou komen. Dat het goed zou zijn, op dit moment. Dat ze er niet over na hoefde te denken. Dat ze geen keuze hoefde te maken. Dat ze een gezin zou hebben. Gelukkig zou zijn. Dat het gewoon perfect was. Maar dat was het alles behalve. Nadat alles weer glom, ze eventjes heel erg verstandig was geweest en een uurtje rustig op bed was gaan liggen besloot ze de boodschappen ook maar alvast te halen. Dat was wel het minste wat ze terug kon doen. Ze had geen idee wat er allemaal gehaald moest worden, dus nam ze maar alles mee wat ze tegenkwam.
Ze liep over de markt terug, vond het fijn om een omweg te maken zodat ze haar hoofd nog even kon leegmaken. Haar neus kneep ze nog net niet dicht toen ze langs de viskraampjes liep maar ze stapte wel steviger door. Nog steviger toen ze dacht Frank te zien. Ze wist dat hij het was, ze had het ook van te voren kunnen bedenken dat hij hier zou zijn en ze wilde hem koste wat het kost niet spreken. Maar het was al te laat. 'Eef?' zijn stem klonk zo gebroken. Zo zielig. Automatisch kreeg ze nog meer medelijden met hem. Hoe graag ze ook door wilde lopen stopte ze toch en draaide ze zich om. Ze kon het niet over haar hart verkrijgen.
'Frank..' zei ze, ietwat ongemakkelijk. Hij zag er slecht uit. Alsof hij de hele week had gefeest en nog geen oog dicht had gehad. Gelijk voelde ze zich nog schuldiger. Zij was degene die hem dit aandeed. Zij. Er viel een stilte. Ze wilde weg. Ze wilde niet met hem praten, om een nog groter schuld gevoel te voorkomen. 'Ik wil niet praten..' zei ze uiteindelijk. 'Sorry.' Ze draaide zich weer om en op het moment dat ze door wilde lopen voelde ze zijn hand op haar schouder.
'Waarom Eva.. We waren zo gelukkig.' Ze bleef staan, met haar rug naar hem toe.
'Jij was gelukkig Frank. Jíj. Zo gelukkig dat je niet eens zag dat ik dat niet echt was. Hoe graag ik het ook wilde, hoe hard ik het ook geprobeerd hebt.'
'En dat laat je me was weten als Floris terug is?' ze hoorde woede in zijn stem. 'Jullie houden me echt niet voor de gek. Ik weet toch dat er meer is tussen jullie.' Ze knikte voorzichtig.
'Er is meer, je hebt gelijk. Maar er is niets tussen ons.' Ze draaide zich om. Ze wilde hem de waarheid vertellen. Dat verdiende hij wel.
'Ik geloof er niets van. Je trouwt met mij, terwijl je verliefd bent op een ander. Waarom heb je al die tijd tegen me gelogen?!' ze kreeg tranen in haar ogen, net zoals hij.
'Ik heb niet gelogen. Ik hield van je. Ik hou nog steeds van je.' Ze wilde zich weer omdraaien maar dat liet hij niet gebeuren. 'Het spijt me Frank. Echt. Geef me de tijd, geef alles de tijd, dan komt het wel goed.' Dat probeerde ze zich maar voor te houden.
'De tijd.. En dan? Moet ik maar toekijken hoe Floris er met míjn vrouw en míjn kind vandoor gaat?' vroeg hij wanhopig.
'Er is niets tussen ons.' Herhaalde ze zichzelf.
'Ik heb jullie toch gezien.. Gisteren, toen je weg ging. Ik weet toch hoe jullie altijd naar elkaar kijken. Ook voordat wij trouwde. Voordat hij weg ging.' Ze zuchtte.
'Als je het niet wilt geloven, prima. Maar ik ben jou geen verklaring schuldig over hem en mij..'
'Dat ben je wél.' Vond hij. 'Je hebt mij bedrogen. Met hém. Wat is nou zoveel beter aan hem dan mij?'
'Niets.. Jullie vallen niet te vergelijken.' Ze draaide zich alsnog om. 'En ik heb geen behoefte om met je te praten. Dat heb ik je al gezegd.'
'Prima Eva. Als je maar niet denkt dat ik die papieren onderteken!' ze draaide zich toch maar weer terug om.
'Prima Frank. Dan vechten we het wel samen met advocaten uit. Als dat is wat je wilt.' Met die woorden liep ze eindelijk door. Het plan om haar hoofd leeg te maken was totaal mislukt.


De keuze voor de toekomstWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu