Francis

5 0 0
                                    




Tom ligt naast me. De dekens tot aan zijn kin opgetrokken zodat alleen zijn hoofd te zien is. Op zijn gezicht staat een bezorgde trieste blik. Hij is bang, bang voor mij. Dat weet ik. Hoe kan het ook anders? Sinds hij hier is heb ik nog niks anders gedaan dan hem martelen. Zo wel fysiek als mentaal. Ik treiter hem, scheld hem uit. Ik schop, ik bijt en ik spuug op hem. Hij verdient het. Hij verdient het gemarteld te worden zoals hij mij martelt. Als Tom ook maar durft te denken dat hij het slachtoffer is van deze situatie mag hij dat snel vergeten. Ik ben het slachtoffer. Ik doorsta hier de meeste pijn. Meneer denkt dat hij hier zomaar kan verschijnen met zijn vieze kleren en zijn vettige haren en mooie ogen en mooie lach en ugh!

Ik sla mezelf in het gezicht om van gedachte te veranderen.Ik mag zo niet denken. Niet zo over Tom alleszins. Dit is wat dus hij me aandoet. Hij controleert mijn gedachten en treitert mij ermee. Hij is genadeloos en daarom ben ik genadeloos.

Ik ga rechten zitten in bed.Eigenlijk zijn het twee bedden, maar ik heb ze tegen elkaar geschoven. Ik weet niet waarom. Tom heeft er niks op gezegd. Misschien was hij te bang of interesseerde het hem niet. Ik weet het niet. ik was er niet bij op dat moment.
Tom murmelt iets in zijn slaap.Doet hij wel vaker. Ik kan niet precies verstaan wat hij zegt, maar kan één woord wel herkennen: 'Guillaume'. De van mijn lieve broer en Tom zijn ex. Hij is de reden waarom Tom hier is gekomen. Voor zijn begrafenis. Tom mist hem. Ik hoor hem vaak huilend zijn naam fluisteren in zijn slaap. Dat zijn de momenten waarop ik me moet inhouden om niet bij hem te gaan liggen en hem vast te nemen. om hem niet te troosten en mijn vingers door zijn haren te woelen terwijl ik zachtjes zijn nek kus. Ik wou dat het mocht, maar ik kan niet. Nee, het kan wel, maar het mag niet. Het mag niet van mij. Ik mag Tom niet vasthouden of hem kussen. Ik mag zijn hand niet strelen of hem lieve woorden in fluisteren. Ik mag niet van Tom houden. ik mag er niet eens aan denken. Elke nacht lig ik wakker denkend aan redenen waarom ik en Tom nooit zouden kunnen samen zijn, maar bij elke reden lijken er zeker twee te zijn die het tegenspreken. Ik zou met hem kunnen samen zijn. En gelukkig zijn. Geloof me ik wil niets liever. ik wil hem kussen en vasthouden, liefkozen en vertroetelen. Ik wil hem omarmen, in de ogen kijken, zeggen hoeveel hij voor me betekent en van hem houden, maar daarom wil ik hem juist wurgen. Wil ik hem slaan en schoppen. Wil ik hem bijten , steken, breken, uitschelden, vervloeken, verwonden, enzovoort. Ik ben het slachtoffer van deze situatie, maar Tom is niet de slechterik. Het is niet Tom die mij martelt. Dat is gewoon een leugen om me beter te doen voelen. De enige die mij martelt ben ik zelf. Ik martel mezelf. ik ben de slechterik van deze situatie. Tom mag dan wel bang zijn, maar ik ben nog veel banger. Dat weet ik zeker. Dat is dan ook het enige wat ik nog zeker weet.
Tom draait zich om en keert zijn rug naar me toe. Ik ga ook liggen en zucht diep. Ik sluit mijn ogen en vloek zacht in mezelf omdat ik weet dat ik weer over hem zal dromen. Daarvoor hoef ik niet eens meer voor te slapen.
Ik schuif een beetje op en kom met mijn schouder tegen zijn rug terecht. De warmte ervan verspreid zich over mijn hele lichaam.
Ik lach zacht en sla mezelf voor de tweede keer als ik mezelf betrap. Het is Tom zijn schuld. ik blijf de zin herhalen tot ik uiteindelijk in slaap val. Het is Tom zijn schuld, het is Tom zijn schuld, het is Tom zijn schuld,...

Point of viewWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu