\/ 9 \/

1.5K 83 7
                                    

De koning springt op. 'Waar zijn ze' vraagt hij terwijl hij naar de deur beent.

Jerret pakt mijn arm beet. Ik probeer los te komen maar natuurlijk laat hij me niet gaan. Hij trekt me mee achter zijn vader aan. 'Zoek Odette' zegt de koning tegen Jerret 'en je broertjes.'

'Ja vader' zegt Jerret.

Hij trekt me mee door de gangen. Hij gooit twee deuren open. Twee jongens sprinten naar buiten. 'Jerret' roepen ze 'nog nooit van kloppen gehoord!'

'Jawel jullie idioten! Maar we worden aangevallen! Waar is Odette?!'

'Door mensen' vraagt Sierd.

'Ja' zeg ik 'het zou wel heel raar zijn als jullie door vampiers worden aangevallen niet?'

Hij kijkt mij aan, 'luister jij eens slaafje...'

'Geen tijd hiervoor' roept Jerret.

Hij trekt me alweer mee. 'dit werkt niet' zegt hij na een gang. Hij trekt me op zijn rug. 'Hey' roep ik 'laat me los imbeciel.'

'Niet nu Kayla' zegt hij 'ik wil mijn zusje vinden voordat de rebellen haar...'

We horen een gil. 'Odette' roepen ze alle drie tegelijk.

Ze beginnen te rennen. Maar veel sneller dan mensen en zij normaal rennen. Ik hobbel mee. We komen bij een grote kamer. Het is een lichte kamer met vrolijke kleuren. Odette ligt op de grond. Op haar rug. Er staan twee jongens die haar proberen beet te pakken. Ieder hebben ze touwen vast. 'Laat haar met rust' roept Jerret terwijl hij me loslaat en ik op de grond val. 'Au' zeg ik 'imbeciel!'

'Houd je mond jij slaaf' roept Sierd.

'Houd zelf je bek prinsje.'

Sierd springt op mij en ik probeer in alle hevigheid los te komen. Maar hij is veel sterker. Er komen nog meer jongens binnen. Sierd, Jerret en Charlie beginnen te vechten tegen de jongens. Ik help niet mee maar ij werk ook niemand tegen. Twee jongens kunnen Odette vastbinden en nemen haar mee. 'Nee' roept ze 'Jerret.'

Eén van de jongens probeert mij te bevechten. 'Hey' zeg ik 'sukkel. Ik sta aan jullie kant.'

'je naam' vraagt hij.

'Kayla.'

'Ken jij Nikster?'

'Ja. Dat is mijn beste vriendin uit het tehuis. Is ze bij het verzet?'

'Ja, kom mee.'

Ik loop achter hem aan naar buiten. We rennen naar buiten. Tussen de vechtende vampiers en mensen door. Er zijn veel meer rebellen dan vampiers. We rennen naar buiten naar een luik ergens in een holle boom. We komen bij het riool. 'Zeg niet dat we... dat we door.... door het riool?'

'Jammer genoeg voor jou wel ja.'

'Ugh.'

'Ik weet het' zegt hij terwijl hij begint met lopen 'maar hier komen die bloedzuigers niet.'

'Eigenlijk was dit de enigste plek die ik niet in gedachten had om bij het verzet te komen.'

Hij grinnikt, 'nou ja. Nu weet je hoe je er komt. Dus je kent Nicole via het tehuis?'

'Ja, gelukkig is die trut dood.'

'Nicole is niet dood.'

'Nee, die bazin.'

'O zij. Ja. je moet Nicole maar vragen. Zij doodde haar.'

'Net goed' sis ik 'dat wijf moest ons altijd hebben. Ook al hadden de kleinere het gedaan.'

Hij grinnikt en blijft stilstaan. 'We zijn er' zegt hij 'ogen dicht. Je mag de code niet weten voordat we je echt helemaal vertrouwen.'

Ik sluit mijn ogen. Ik hoor dat hij iets intypt en een geluid van iets dat verschuift. 'Mag ik weer kijken' vraag ik.

'O ja' zegt hij.

Ik open mijn ogen. Hij trekt me mee door de opening. We komen in een hele grote ruimte. Overal staan tafels en stoelen. Er lopen wat meisjes rond. 'Kays' hoor ik iemand roepen.

Ik kijk om me heen en zie Nicole staan. 'Nikster' zeg ik.

Ze komt naar me toe rennen. We omhelzen elkaar. 'Wat fijn om jou weer te zien' fluister ik.

'Inderdaad' zegt ze.

Ze laat me los. 'Je broertje en neven zijn er ook.'

'Weet ik' zeg ik 'de kroonprins had een gesprek met zijn vader wat ik heb afgeluisterd.'

'Nice' zegt ze.

Ik grinnikt. 'Kays' hoor ik achter me.

Ik draai me om. Mijn broertje staat achter me. Hij komt naar me toe rennen. Ik omhels hem. 'Gelukkig ben je oké' zegt hij 'hoe vaak heeft hij je gebeten? Ben je nog... nog... maagd?'

'Twee keer en ik ben nog steeds maagd.'

'Gelukkig.'


vampire slaveWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu