Hoofdstuk 2

2 0 0
                                    

Mijn handen had ik om het kop thee geslagen. De warmte werd door mijn huid opgenomen, maar ondanks dat, kroop er toch een rilling over mijn lichaam.

Hoewel er al tekens waren dat dit mogelijk was, kon ik het me nog steeds niet realiseren. Allemaal vragen spookte door mijn hoofd. Waarom? Wanneer? Hoe?

Ik werd er niet wijzer van.

Mijn moeder had al Francesco's huis verlaten, nu zat hij zelf tegenover mij. De anderen waren doorgegaan met gamen. Heel aso van ze om me niet te steunen. Maar dwingen kon ik ze niet.

We zaten in de keuken, met de granieten aanrechtbladen en de mahoniehouten kastjes. In het midden zat een tafel met een tafelblad van hetzelfde hout als de kastjes, daaraan zaten wij. Net zoals de rest van het huis, kostte deze keuken vast ook zeer veel. De koelkast zit altijd tjokvol eten, bierflesjes en witte wijnflessen. Waarschijnlijk zou héél Afrika maanden kunnen eten van al het voedsel dat hier wordt ingeslagen. Toch was de familie niet dik. Misschien had de vader nét iets meer op dan aangeraden, maar toch ver over de schreef zat hij niet.

Ik keek naar de klok. Deze gaf aan dat het 20:13 was. Hoelang heb ik met Francesco in stilte gezeten? Bijna meer dan een half uur? Zo voelde het in ieder geval niet. Maar tijd vliegt altijd voorbij.

Ik schoof de stoel naar achteren en stond op, checkend of mijn ogen vochtig waren.

Bij sociale confrontaties blijf ik altijd angstig kalm, in mij woedt er nooit een storm van woede of verdriet. Eb, noemde mijn kinderpsychiater mij altijd. Vroeger, snapte ik niet wat het precies betekende, maar naarmate ik ouder werd, begon het tot me door te dringen.

Zo onverwachts was het dus niet dat ik geen tranen in mijn ogen trof. Francesco maakte aanstalten om iets te zeggen, maar bedacht zich en volgde mij de keuken uit.

Net als toen ik aangekomen was, liepen we weer de trappen op, en op het moment dat ik aankwam bij de tweede verdieping, ging weer de voordeurbel.

''Ik ga wel,'' zei Francesco voordat ik kon zeggen dat ík wilde gaan. Hij stormde al de trap af en liet mij alleen in het enorme trappenhuis achter.

Waarschijnlijk was het overgrote deel alweer vergeten wat er met mijn vader was gebeurd, het was niet hun probleem. Alleen Robin en Tim toonden blijk van sympathie, de ogen logen. Ze wilden eigenlijk het allerliefste van mij afzijn en weer zo snel mogelijk een controller in hun handen hebben.

Ik was weer in de benauwde kamer, met nu een lege krat bier. Hoeveel gieten ze wel niet naar binnen? dacht ik, toen ik Caspar zag die zijn bierflesje zijn huig binnengoot.

Degenen die eerst vooraan zaten, dus aan het gamen waren, zijn nu naar achteren geschoven zodat de achtersten ook aan de beurt konden komen.

Ik nam op de voorste rij plaats en door Tim werd er een controller in mijn handen gedrukt. ''Wij zijn samen een team,'' zei hij tegen mij. We begonnen met het schietspelletje.

Ik zeg het alvast even, ik ben echt belabberd in dit soort dingen, en zo dus ook die dag.

Thomas en Robin wonnen dik van ons, zodat Tim mij half teleurgesteld, half medelijdend aankeek. Daardoor haalde ik mijn schouders op en stond ik op, om een flesje bier te pakken.

Ik hoorde al voetstappen de trap opkomen, en ik bereidde me mentaal voor om Charlotte in de ogen te kijken. Zij wist het immers ook.


ψ


Een paar week geleden, op een zonnige nazomer dag, sprak ik haar aan.

We zaten op een bankje voor school, wel een beetje in de schaduw, wat jammer was, maar alle anderen waren bezet.

Charlotte wilde eigenlijk snel door naar haar zangles, maar net op tijd hield ik haar tegen.

Ik had lang nagedacht of ik het nou aan haar moest vertellen – het stond al vast dat ik het aan iemand moest vertellen –, of toch Francesco. Maar uiteindelijk kon ik de keuze maken: Charlotte zou het te weten komen. Misschien had ik het haar ook verteld omdat ik gehoopt had dat ze wat sympathie voor mij zou tonen, en zo wat gevoelens voor mij zou hebben. Maar het lot mag mij ook nooit. Ze nam juist meer afstand, wat tot vele avonden tranen voor mij leidde.

''Mensen vinden mij gek,'' begon ik, na een ongemakkelijke stilte. Oh wat is ze mooi, had ik nog gedacht.

''Wat? Hoe bedoel je?''

''Nou, ik bedoel dat mensen mij gek vinden. Ik krijg psychiatrische hulp.''

Haar ogen werden groter, en angst vulde haar pupillen. Zoiets kan ik zien.

Bijna wilde Charlotte opstaan, misschien omdat ze haar les niet wilde missen, maar waarschijnlijk omdat zij mij nu ook gek begon te vinden. ''Ik snap niet helemaal wat je bedoelt, Levi, maar ik moet nu echt weg, vorige keer was ook te laat, nu mag dat niet weer gebeuren,'' sprak ze tot mij met een opgefokte stem. Haar mond vormde nog een geforceerde glimlach. Toen hield ik haar tegen.

Mijn lippen raakte die van haar. Het leek wel voor een eeuwigheid te duren, het duurde echter één seconde. Ze duwde mij namelijk weg.

Ze rende weg, en nu voelde ik voor het eerst in mijn leven een traan in mijn ogen. Niet veel later huilde de lucht ook.

Je hebt het einde van de gepubliceerde delen bereikt.

⏰ Laatst bijgewerkt: Mar 13, 2016 ⏰

Voeg dit verhaal toe aan je bibliotheek om op de hoogte gebracht te worden van nieuwe delen!

TijdWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu