Twee oenen staan op een hoog gebouw. Ze hebben een steen, bak steen en een bom. Als eerst gooien ze de steen naar beneden dan de bak steen en als laats de bom. Dan lopen ze de trap af en lopen het gebouw uit. Even later zien ze een huilend jongetje als ze vragen waarom hij held zegt hij:'Er is een steen op me hoofd gevallen'. Even later zien ze een huilend meisje als ze vragen waarom ze held zegt ze: 'Er is een bak steen op me teen gevallen'. Even later zien ze een lachend jongetje als ze vragen waarom hij lacht zegt hij:'nou ik liet een scheet en de supermarkt omtplofde!'
