❝Two possibilities exist: Either we are alone in the Universe, or we're not. Both are equally terrifying.❞ - Arthur C. Clarke.
***
Een hoog zoemend geluid echode door de ruimte en beide mannen keken op. Twee mannen staarden naar de grote ijzeren deur, die al ruim vier jaar niet open was geweest. De opwinding was van hun gezichten af te lezen toen ze langzaam naar de deur toe liepen. Ze waren op land, eindelijk waren ze op land. Ze zouden de lucht weer kunnen zien. Ze zouden de frisse lucht weer kunnen ademen en de zon op hun bleke huiden kunnen voelen.
Langzaam opende de deur zich en eenzaam straaltje zonlicht verlichtte hun bleke gezichten. De hitte van de zon voelde goed op zijn koude huid, die al jaren geen zon meer gezien had.
Griffin liep naar de kast naast zijn bed en pakte twee gasmaskers. Op de aarde konden ze niet meer ademen zonder te sterven door de luchtvervuiling. Wie zei dat het anders zou zijn op deze planeet? Hij overhandigde het gasmasker aan zijn vriend, die hem dankbaar aanpakte.
"Welkom op Edaron," fluisterde Randall ademloos, terwijl hij zijn gasmasker opzette.
De deur schoof verder open en meer licht vulde de duistere kamer. Beide mannen liepen nog verder naar de deur toe om een glimp van buiten op te vangen. De nieuwsgierigheid nam Griffin bijna over, maar hij bleef professioneel, dat moest hij wel. Ook hij had ondertussen zijn gasmasker opgezet, wat hem het ademhalen enigszins bemoeilijkte. Dat maakte niet uit, dacht hij, veiligheid voor alles.
Toen de deur volledig geopend was, hapten beide mannen naar adem. Griffin inhaleerde diep en wreef de slaap uit zijn ogen. Verbazing nam al zijn andere emoties over, zijn ogen werden groter en zijn kaak zakte tot op zijn knieën. Het was prachtig!
Hij keek naar de paars gevlekte lucht. Alles zag er zo schoon uit. Hij gebaarde Randall dat hij zijn masker af moest doen. Hij zag dat de man twijfelde, maar toen Griffin hem een strenge blik toewierp, gaf hij toe. Langzaam trok hij het gasmasker van zijn hoofd af, zijn ogen waren groot van angst. Toen nam hij een diepe hap naar lucht.
"We kunnen hier ademen!" riep hij uit. "Zonder tunnels of gasmaskers! We kunnen hier gewoon ademen zonder er dood bij neer te vallen!" Randall rende naar buiten en bracht zijn hoofd naar de grond om deze te zoenen. "Godzijdank! Grond!"
Griffin bleef verdwaasd in de deuropening staan, te verlamd om zich te bewegen. Hij begon de omgeving in zich op te nemen; torenhoge bomen en dichte, donkergroene struiken omsingelden het ruimteschip. Zover zijn oog kon zien, was de grond fel groen en was het gras bezaaid met roze bloemetjes. Een enkele glimlach verscheen op zijn gezicht.
"Wow," kreunde hij onder de indruk.
Toen hij doorhad dat Randall niet dood neer zou vallen, haalde ook hij het gasmasker ook van zijn hoofd af, waarna hij onzeker begon te ademen. De lucht die hij binnen kreeg voelde nog zuiverder dan de lucht die hij binnen kreeg via het gasmasker. Hoe was dit mogelijk? Hoe kon de lucht hier zo verschrikkelijk zuiver zijn en de lucht op aarde zo smerig en dodelijk?
"Waarom zouden we ook alweer teruggaan?" riep Randall naar Griffin, die nog altijd op dezelfde plaats stond als vijf minuten geleden stond.
"Je weet waarom!" brulde hij terug met een grijns.
Hij staarde naar de lucht. De staalblauwe hemel was bevlekt met paarsachtige wolken. Zijn ogen verwijdden zich toen hij de horizon zag; de sneeuw blaakte op de hoge bergen toen de zon die raakte en vertrapt gras vormde kleine paadjes vanuit de bergen naar beneden.
JE LEEST
Edaron
Science FictionVele lichtjaren hier vandaan ligt een planeet, bewoond, net als de aarde. De bevolking is niet zo groot als de onze en haar omvang is nog kleiner dan de maan. Een wereld omringd door geluk, zonder leugens, berovingen, moorden of chantage. Een werel...