-Een-

71 2 0
                                    

Vannacht zou het gebeuren. Ze had het gezien aan de stand van de sterren. Voorzichtig keek Mirror om haar heen. Achter haar klonk een zachte plof. Ze draaide om en stond oog in oog met een jonge man.  ''Welkom in Everland'' zei Mirror. Uit haar riem trok ze een mes. ''Ik ben Mirror, enkel bang voor de angst zelf. Dus probeer mij niet te misleiden, want ik durf te doden.'' 

De jongen keek haar angstig aan. Opeens klonken er stemmen. Voordat iemand een kon zeggen, zat ze samen met hem in de bosjes.'' Wolf, dit kan echt niet langer. We moeten grootmoeder vermoorden. Wat anders?'' Het meisje zuchtte. ''Kapje, oh lief rood kapje, hoe wil je dat voor elkaar gaan krijgen?'' klonk een zware stem. Opeens sprong de jongen overeind. ''Ik, uhm, wij hebben idee!'' Mirror sloeg zichzelf tegen het voorhoofd. Wat was hij toch onnozel. Opeens kreeg ze in de gaten wie er voor haar stonden. Wolf.. Wolf en Roodkapje? Opeens trok Roodkapje wit weg. ''Mirror, luister ik kan het allemaal uitlegg..'' ''Ik had het kunnen weten. Al die tijd..'' Ze schudde haar hoofd. ''Maar.'' begon de jongen. ''Ja, we willen echt mijn grootmoeder vermoorden.'' zei Roodkapje. ''Ik heb dat mens nooit gemogen.'' knikte Mirror. ''We willen wel helpen, toch?'' antwoordde de jongen. ''Dus we zijn het erover eens, dat grootmoeder dood moet.'' aarzelde Wolf. Iedereen knikte.''Op grootmoedersjacht!'' riep de jongen. Als ze eenmaal bij het huis zijn volgt er veel gefluister.''Ik kan het huis niet in..'' fluisterde Mirror. De jongen keek haar vragend aan. ''Er is nu geen tijd voor vragen.'' bromde Wolf. Roodkapje wees naar de jongen. ''Jij mag grootmoeder niet doden, wat er ook gebeurd. Dat moet ik doen.'' ''Maar ik ben Oliver, prins van Obsidian.'' onderbrak hij. ''Oliver!'' siste Mirror. ''Sorry.'' piepte hij. ''Ik heb een plan.'' zei Roodkapje. Iedereen luisterde aandachtig. ''Mirror jij staat op de wacht.'' ''Prima!'' antwoordde ze. "Oliver jij zoekt een goed wapen, ik en Wolf zoeken grootmoeder..'' Oliver knikte.

Binnen tien tellen waren ze binnen in het huis. Roodkapje en Wolf renden de trap op. Oliver liep voorzichtig naar de keuken. Eerst doorzocht hij de keukenkastjes. Leeg. Dan de besteklades. Enkel wat lepels. Gebruikte dat mens geen messen dan? Opeens botste Oliver tegen de tafel. Er volgde een hoop gekletter. ''Oeps.'' zuchtte hij. Toen hij de gevallen spullen bekeek, viel zijn oog op een deegroller. Dat was misschien wel een goed wapen. ''Oliver, wat heb jij gedaan?'' vroeg Wolf. Hij keek op. Hoe konden zij zo snel hier zijn? ''Nou...'' begon hij. Maar voordat hij zijn verhaal kon afmaken werden Roodkapjes ogen groot. ''Die kookwekker... Oliver oen, dat is grootmoeders kookbom!'' Wolf gromde luid. ''Het spijt me..'' zei Oliver. ''Met spijt kun je niks kopen.'' beet Wolf hem toe. ''Jongens, concentreer je!'' riep Roodkapje. ''We hebben nu nog 30 minuten voor die bom afgaat. Oliver je gaat nu met ons mee.'' Oliver greep de deegroller stevig vast. Met z'n drieën liepen ze de trap op. Wolf snoof. ''Ik geloof dat ze dichtbij is.'' fluisterde hij. Stap voor stap liepen ze naar de slaapkamer toe. Het hout kraakte. De haren in hun nek stonden overeind. Overal hingen portretten van katten. Hun ogen volgde je overal. Het was buitengewoon griezelig. Ze stonden nu recht voor de slaapkamer deur. Het gesnurk van grootmoeder kwam overal bovenuit. ''Oliver, geef mij je wapen.'' fluisterde Roodkapje. Oliver gaf haar de deegroller aan. Roodkapje trok een absurd gezicht, maar pakte de deegroller toch aan. ''Wacht hier op ons.'' bromde Wolf zacht. En weg waren ze. Er klonk een gil, een klap en toen volgde er een stilte.

EverlandWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu