2. Kidnapped

109 1 3
                                    

Ik werd langzaam wakker en besefte dat ik in een schuur lag. Boven mij hing een ouderwetse kroonluchter en naast mij zat een stoel waarop hij zat. Hij begon me aan te keken en stopte er ook niet mee wanneer ik naar hem keek. Hij bleef maar doorgaan.

'Wat moet je van mij?' grom ik boos. 'Ik ga namelijk niet iemand verraden, of mezelf laten veranderen tot zo'n monster als jou!' 

Zijn mond vormt zich tot een kleine glimlach, waar elk meisje van school in ieder geval wel een moord voor zou willen doen, behalve ik dan. Ik weet namelijk wat voor een afgrijselijk monster het is.

'Goed geslapen?' vraagt hij op een vreemde toon. 'Ik wist heus dat je alles al wist.'

Ik keek met een verwarde blik naar hem en bekeek zijn warrige blonde haren en azuurblauwe ogen, alsof je er in kon zinken. Hij had een grijs shirt aan met een Trucker jacket er over heen. Zijn broek was gescheurd en zijn schoenen waren behoorlijk af en versleten, maar toch was er iets onweerstaanbaar aan hem.

'Wat moet ik weten?' vraag ik nonchalant, terwijl ik paranoïde word over het feit dat mijn handen waren vastgebonden aan een stoel. 

'Mijn identiteit.' antwoordde hij kalm terug.

'Waarom vermoord je me niet, of verander je me? Waarom.. kijk je gewoon?' vraag ik verbaasd, maar ook een beetje onzeker aan hem. 

'Je bent anders dan de rest. Het is best wel fascinerend om te zien.' 

'Ik geloof je niet,' onderbrak ik hem, 'Het enige waar jullie monsters op uit zijn is voedsel en verraders.'

'Dan praat je over het Hoofd van de vampiers, zeker. Ik ben gewoon een beetje alles aan het onderzoeken en bijzondere dingen houd ik graag in mijn collecties.' legde hij uit. 

'...en ik ben een van jouw onderzoek onderwerpen? Hoe durf je mij überhaupt aan te raken, of in ieder geval mij fascinerend te vinden!'

Hij staat beledigd op uit zijn stoel en komt telkens meer dichterbij. Zijn gezicht staat een paar centimeters verwijderd van mijn gezicht en ik voel mijn buik te keer gaan. 'Je bent zenuwachtig,' zegt hij plotseling, 'Waarom?' 

Ik slik.

'Ik ben niet zenuwachtig.' antwoord ik koppig terug. 

'Oh, ja?' zegt hij dan.

Opeens komt hij nóg dichterbij. Ik begin telkens heviger te ademen, maar dan trekt hij zich terug en legt zijn hand op mijn wang. 

'Je hoeft niet bang voor mij te wezen,' zegt hij dan uiteindelijk met een op een of andere manier, begrijpelijke manier. 'Ik ben hier niet de vijand.' 

Hij trekt zijn hand weg.

Ik schuif een stukje naar achteren en raak mijn wang dan aan en dan kijk ik hem aan.

'Waarom moet ik jou vertrouwen?' snauw ik naar hem toe.

'Ik wil het Hoofd net zo graag als jou weg hebben. Het zijn dictators en velen van ons zijn daarom tegen het Hoofd. We moeten alleen hier nu leven omdat iemand van jullie soort, ons heeft opgewekt.'

Ik kijk moeilijk naar hem en betwijfel of hij wel de waarheid zegt, 'Hoe kan ik weten dan of je de waarheid zegt?' sis ik geërgerd.

Hij komt naar me toe, en maakt me dan los van de stoel. Ik sta onmiddellijk op en loop naar de muur toe. 

'Ik dacht dat je me nu wel zou vertrouwen.' zucht hij teleurgesteld.

'Waarom zou ik?' snauw ik met een trillende stem.

Binnen minder dan een seconde staat hij al weer voor me. Ik schrokte me wild, en haperde eventjes.

 'Hoe...' vraag ik stomverbaasd. 'Dat zijn één van de voordelen van het zijn van een vampier.' onderbreekt hij mij voordat ik nog de vraag aan hem kon stellen.

ApocalypseWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu