Dag 3

1 0 0
                                    

'Goedemorgen lieverd.' Hoor ik een bekende maar niet prettige stem zeggen. Voorzichtig open ik mijn ogen en ik zie Hem aan mijn bed staan.
'Wat doe jij hier?' Vraag ik chagrijnig.
'Ooh? Gaat dat ochtend humeur van je nu al beginnen? Je hebt me dus toch wel herkent, nou luister Sara, je hebt één keer weg kunnen glippen maar dat gaat je niet nog een keer lukken. Ik vond je dood veel leuker dan levend. Dan kon ik dat mooie lichaampje van je teminste een beetje versieren.' Zegt hij grijzend. "Versieren" dat gebruikte hij als hij weer eens wat met mij van plan was. Ik probeer te negeren wat hij zegt en me op andere dingen te focussen.
'Waarom ben ik niet in mijn kamer met de andere patiënten en waar zijn alle doktoren en verpleegsters?'
'Je bent wel even irritant met al die vragen van je. Je ligt in de onderzoekskamer, daar heb ik om gevraagd. Ik heb de anderen laten geloven dat ik vreselijk ongerust was en dat ik je daarom heel erg graag nog een keer laat testen. Eigenlijk wilde ik gewoon nog even met je praten voordat ik je weer kwijt ben.'
Hij houdt zijn hoofd erg dicht bij mijn hoofd terwijl hij praat, ik moet bijna kokhalzen van zijn stinkende adem, die adem heeft hij altijd al gehad. Maar in "het Paleis" zoals hij het noemde, overtroffen andere geuren die van zijn adem.
'Dus mijn lieve Sara, weet je nog hoe je een vraag van mij moet beantwoorden?'
Hoe kan ik dat nou vergeten, ik heb het zo vaak moeten zeggen, als ik het verkeerd zei werd ik geslagen, opgesloten of erger.
'Joehoe? Ik stelde een vraag! En ik wil het antwoord, het goede antwoord, of anders...' Hij maakt zijn zin niet meer af en dat hoeft ook niet ik weet precies waar hij het over heeft, ik ben namelijk nog lang niet van hem af, ik zal niet voor altijd blijven leven. Maar alsnog weiger ik te doen wat hij vraagt, hij verdient het niet om te krijgen wat hij wilt.
'Ja. Dat weet ik nog.'
'Dat is niet het goede antwoord!' Schreeuwt hij boos terwijl hij me een harde klap in mijn gezicht geeft.
'DOKTER DANIEL BRUGMAN, hoe durft u?' Gilt Monique door de kamer heen. Achter haar staan een paar verpleegsters. Gelijk komen ze op ons af, Daniel staat helemaal stil, hij lijkt wel in shock. De verpleegsters rollen mij de kamer uit zodra iedereen behalve Daniel uit de kamer is, doen ze de deur op slot.
'Zo, die komt daar voorlopig niet meer uit.' Zegt de verpleegster die de deur op slot heeft gedraaid.
'Ohh arme Sara, gaat het met je? Ik vond Dokter Brugman al niet te vertrouwen en toen jullie zo lang wegbleven wist ik dat het niet goed was. De politie komt hem zo ophalen. Je zult er hier tenminste vanaf zijn.' Zegt Monique lief maar de manier waarop ze hier zei maakt me bang en laat nieuwe vragen in mijn hoofd opkomen, is Monique ook uit de dood ontsnapt? Weet ze hoe het er daar aantoe gaat? Waarom heeft ze er niet eerder iets over gezegd? Wanneer Monique doorkrijgt dat ik weer eens in gedachte ben reageer ik snel.
'Echt heel erg bedankt, u heeft me enorm geholpen. Het gaat wel oké, mijn wang prikt een beetje, ik ben vooral heel erg moe.'
'Ik breng je wel naar je kamer, komt goed.'
'Graag.' Knik ik instemmend.
Monique duwt mijn bed mijn kamer in. Ik tel nog vijf bedden, er is dus iemand bijgekomen, maar er staat alleen een leeg bed. Ik kijk rustig de kamer rond, sommigen liggen te slapen, anderen kijken tv en eentje leest een boek. Monique zet mijn bed op zijn plek en pakt er een stoel bij.
'U hoeft hier niet te blijven hoor.'
'Geeft niet, als ik wil of moet ben ik zo weer terug bij mijn bed.'
Ik kijk haar aan, ze heeft helder blauwe ogen, bijna eng helder. Verder heeft ze grijze haren tot aan haar schouders en een gerimpeld gezicht.
'Ga maar lekker slapen, ik blijf hier nog wel even zitten en ik zal ervoor zorgen dat niemand je slaap komt verstoren.' Na deze worden knikt ze geruststellend, ik draai me om en ik val in slaap.

'Zwaar hea, vind je niet? Ik denk dat we het wat lichter moeten maken voor de stoel door wat delen van jou weg te halen.' Hij gebaart naar de Makkers dat ze de kamer moeten verlaten. Achter zijn rug haalt hij een aardappelmesje vandaan.
'Zie je deze? Ja, hiermee gaan we jou versieren en het leukste is dat je niet nog een keer dood kan, maar je heel langzaam zult genezen en dat we daarna alles weer opnieuw kunnen doen. Alleen je ziel zal niet genezen, maar ik wil vooral graag je mooie lichaam hebben.' Hij pakt het mes vast en zet het langzaam tegen mijn arm aan.
'Je gaat het er nu zelf verder induwen als je hier snel weg wilt zijn!' Zegt hij terwijl hij mijn hand om het mes heen klemt.
'Komop dan zo moeilijk is het niet en je wilt niet dat ik moet helpen!'

Ik schrik wakker, weeral zo'n nachtmerrie, alsof Daniel ervoor zorgt dat ik alles herbeleef, hij zit gewoon vast in mijn hoofd. Ik wordt er helemaal gek van. Vlug kijk ik om me heen, iedereen in de kamer slaapt, behalve Monique ze kijkt me bezorgd aan.
'Had je weer een droom over Hem?' Verbaasd kijk ik naar Monique.
'Hoe weet u dat?'
'Nou, Saartje, ik zal het je eens vertellen, het begon een tijdje geleden toen ik al een tijd in het ziekenhuis was en jij nog niet. Ik had een plots een hele vreemde droom, over een meisje, ze werd in een stoel vastegbonden en er werden vreselijke dingen met haar gedaan, door Daniel. Het leek alsof ik van een paar meter afstand toe stond te kijken en weetje wat? Jij was het meisje dat ik zag. Zodra ik je hier in het ziekenhuis weer tegen kwam wist ik dat het niet zomaar een droom was en jij niet zomaar een meisje bent.
'Ik... Ik... Ik weet niet wat ik moet zeggen...' stotter ik zachtjes.
'Je hoeft niks te zeggen, je hebt vreselijke dingen meegemaakt, ik heb er wat van gezien en aangezien ik erover droom is het niet zo gek meer als jij dat ook doet. Ik zou willen zeggen probeer nog wat te slapen, maar je bent nu nog te onrustig. Misschien kunnen we gewoon nog even kletsen? De rest ligt nu toch te slapen.'
Ik begin zachtjes te huilen, ik ben dus toch niet helemaal alleen er is toch iemand die er nog iets vanaf weet.
'Ahww het komt wel goed lieve meid, hij zit nu in de gevangenis en jij leeft weer.'
'Het is gewoon... Ik... Ik... Bedankt... Ik sta er dus toch niet helemaal alleen voor.' Snik ik.
'Natuurlijk sta je er niet alleen voor, ik ben er voor je! Ik ben als een vriendin weet je nog?'
'Ja, dat weet ik nog. Momenteel ook mijn enige vriendin. Ik heb zelfs mijn ouders niet meer gezien, ze zijn mee de ambulance in gegaan en daarna nooit meer geweest.'
'Lieve Sara, geloof me je staat er zeker niet alleen voor en je ouders zijn vanmiddag geweest maar toen was je bij Daniel in de operatiekamer en daarna moesten ze naar huis, het bezoekuur was voorbij.'
'Hoe weet je dat allemaal?'
'Zie je dat lege bed daar? Die is van mij. De verpleegsters hebben me overgeplaats. Ik had gezegd dat je me geholpen had met het knopje en dat we nog even stonden te praten, ze wilden namelijk weten hoe het kon dat ik in mijn broek had geplast want dat doe ik normaal nooit. Toen ik ze het hele verhaal verteld had, vonden ze het een goed idee om mij bij jou in de kamer te zetten, aangezien je eigenlijk alleen nog maar tegen mij hebt gepraat afgelopen dagen.'
'Ik kan niet geloven dat hij me bij mijn ouders weg heeft gehaald. Maar ik vind het wel fijn dat u bij mij in de kamer blijft, u bent namelijk wel degene die me van Hem heeft gered!' Dat zijn de laatste woorden die ik nog kan zeggen voordat mijn moeheid als een deken over me heen valt en ik als een blok in slaap val.

------------
Heyy! Dat was alweer dag/hoofdstuk drie.
Wat vinden jullie ervan? Ik ben namelijk erg benieuwd!
Ik hoop dat jullie doorgaan met het lezen!
Byee! X J

Je hebt het einde van de gepubliceerde delen bereikt.

⏰ Laatst bijgewerkt: Jul 28, 2016 ⏰

Voeg dit verhaal toe aan je bibliotheek om op de hoogte gebracht te worden van nieuwe delen!

Vroege MorgenWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu