Hoofdstuk 1

26 0 1
                                    


{POV Spitfire}

[Laat me los!] Ik trek zo hard ik kan aan het touw dat om mijn nek zit, maar hoe harder ik trek, hoe strakker het komt te zitten. Ik wil bij mama blijven, bij mijn vriendjes en vriendinnetjes. Ik zie hoe papa kwaad naar de paarden met vreemde figuren op hun rug toe galoppeerd.
Opeens slaat iemand met iets hards op mijn hoofd, en ik val neer. Ik hoor allemaal geluiden om me heen. Een harde knal, een vallend paard, andere hinnikende paarden, hoe mama iets roept, ik hoor het wel, maar het dringt niet meer tot me door. Ik kan niet bewegen, geen geluid maken, helemaal niks.
Eindelijk lukt het me om mijn ogen te openen. Ik kijk naar wat er voor me is.
Waar is mama? En papa? En mijn familie en vriendjes? Ik schrik van iets dat me aan mijn manen omhoog trekt.
"Ik geloof dat het wakker is." Hoor ik een zware stem roepen.

"Mooi, zorg dat het overeind komt, dan kunnen we vertrekken!" Weer een andere zware stem.

Een tweebenig wezen trekt aan het touw om mijn nek, en dwingt me op te staan. Wat wil je van me? Ik probeer uit alle macht om los te komen, maar het wezen laat het touw maar niet los. Ik trek harder, probeer tegen hem aan te rennen, draai rondjes, schop met m'n benen... Het lukt allemaal niet. Het wezen is te sterk.
"Het is een taaie hoor! Kunnen we die wel meenemen?"
"Maak dat rotbeest nou maar vast aan je zadel! Denk nou eens een beetje na."
Ik word meegetrokken naar andere paarden, die vastgebonden zijn aan een boom.
[Hé! Wat doe ik hier? Wat doen die wezens met me? Ik wil terug naar mijn familie. Kom op geef nou eens antwoord...] Maar de paarden kijken recht vooruit. Negeren ze me nou? [Hallo? Ik vroeg wat. Wat doe ik...]
[Wil je nu je snater even houden? Ik spaar energie op voor de reis! Dat kan jij maar beter ook doen.]
Huh? Welke reis? Ze brengen me zeker naar de plek waar mama en de familie heen reist!
Een wezen maakt me vast aan een vreemd ding op de rug van de hengst en springt er zelf op. Dat die hengst dat toelaat! Ik geef al een trap als er een vogel op mijn rug meereist.
Plotseling geeft het wezen een harde trap in de buik van de hengst met zijn laars. De hengst schrikt, maar loopt dan in rustig tempo vooruit. Ik word nu ook meegetrokken.
De reis terug naar mama en papa begint!

De hete zonnestralen branden op mijn vacht. Ik heb hoofdpijn, ben dorstig en moe. Normaal zouden ik en mama even een dutje gedaan hebben, maar we lopen nog steeds door. Sneller en sneller lopen we. En ik word alsmaar moeier en moeier. Het touw schuurt om mijn nek, het brandt ontzettend.
Mijn hoofdpijn word alleen maar erger, en de dorst ook. Ik kijk naar links, alleen maar zand, daarna naar rechts, maar daar is het precies hetzelfde.
Ik wil omhoog kijken, maar opeens wordt alles wit voor mijn ogen. Ik voel hoe mijn benen doorzakken.
[Sorry mama, ik dacht dat ik er op tijd zou zijn. Maar deze wezens brengen me wel naar je toe...]


{POV Sierra}

[Het is een rustige dag geweest vandaag. Vind je niet, Torandé?] Ik zie dat hij ongerust om zich heen kijkt. [Wat is er lieverd?]
[Ik heb een naar voorgevoel voor morgen, wanneer we naar de grote plas vertrekken. Laten we de groep goed in de gaten houden, vooral nu met al de kleintjes. En onze kleine Tohié]
[Tohié redt zich wel, wat er ook gebeurd. Hij lijkt op jou, op zijn vader.] Ik zie hoe hij trots naar zijn zoon kijkt. [Laat ik maar gaan slapen, morgen wordt een lange dag]
Torandé stemt ermee in. Terwijl Torandé de hele nacht waakt, slaapt de kudde vredig verder.


We lopen langs de rand van het bos, Torandé vooraan. Hij brengt de kudde naar de grote plas. Nadat zijn vader stierf bij een bosbrand, heeft hij zelf de leiding op zich genomen. Ondanks dat hij nog jong is, weet hij heel goed hoe hij de kudde moet leiden. In de afgelopen 2 jaar van zijn leiderschap is er alleen een oude merrie gestorven bij haar bevalling. Normaal raken we tot wel 7 kuddeleden in 2 jaar kwijt. Gelukkig zijn we met velen. Een bijzonder grote kudde, waar iedereen voor elkaar zorgt.
[Mama? Als er ooit iets gebeurd waardoor ik jou kwijt raak, wat moet ik dan doen?] Tohié kijkt me vragend aan.
[Je raakt me niet zomaar kwijt. Ik ben altijd bij je.]
[Maar ik bedoel als we gescheiden worden, door iets kwaads?]
[Jij redt je wel, ik vertrouw op jou.]
Ondertussen lopen we al een lang stuk over een grote zandvlakte. Ik hoop dat Torandé snel een rustplek vind.
[Als ik je ooit kwijt raak, dan zal ik je vinden! Dat beloof ik!]
Ik weet niet wat ik daarop moet antwoorden. Er kan van alles gebeuren, zoals...
[Ze zijn er! De paardendieven! Ze zijn hier!] roept een van de hengsten vooraan de kudde.
Ik schrik uit mijn gedachten, overal slaan paarden op hol. Ik hoor schoten. Ik kijk wild om me heen. Wat is er aan de hand? Dan sta ik oog in oog met een paardendief. De hengst waar de dief op zit seint naar Tohié. Ik moet naar Tohié! Voordat ik het doorheb galoppeert de paardendief me op zijn paard voorbij, zwaaiend met een touw.
Ik zie Tohié, totdat ik hem hoor hinniken.
[Mama! Mama help!] Ik wil naar hem toe rennen maar ik zie hem nergens. Ik hoor hem ook niet meer.
[Tohié! Waar ben je! Maak dan een geluid!] Maar nergens is die nog te bekennen, totdat... Ik zie dat een van de dieven een touw om Tohiés nek heeft gekregen en hem nu uit de kudde trekt. Ik wil er naartoe, maar vijf andere paardendieven blokkeren de weg en schieten op de grond met hun glimmende buizen. Geen van ons kan er langs
[Torandé! Ze hebben Tohié!]
Torandé springt rakelings langs een van de dieven. Een harde knal...
[TORANDÉ!!!]

Je hebt het einde van de gepubliceerde delen bereikt.

⏰ Laatst bijgewerkt: Aug 27, 2016 ⏰

Voeg dit verhaal toe aan je bibliotheek om op de hoogte gebracht te worden van nieuwe delen!

Mustang - Remake!Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu