Hoofdstuk 1

25 2 3
                                    

Het eiland...
De meeste overlevers zijn bezig, sommige helpen de gewonden anderen zoeken eten, weer anderen doorzoeken de spullen die we mee hebben weten te krijgen vanuit het wrak, ik daarentegen doe niks.
Ik ben Carter, 26 jaar oud en ben geboren en getogen in Chicago. Mijn leven hiervoor is weg, ik leef nu hier, op dit eiland met nog 16 anderen overlevers.
Eerlijk gezegd ben ik bang, bang om hier om te komen, bang dat ze ons nooit zullen redden. Misschien zit ik hier vast voor de rest van m'n leven of misschien zit ik morgenavond weer thuis samen met mijn vriendin en dochter voor de televisie naar belachelijke realityshows te kijken.
Morgen is mijn verjaardag bedenk ik me terwijl ik met m'n handen in t zand aan t wroeten ben.
Ik krijg tranen in mijn ogen als ik aan ze denk, mijn gezin. Ik had wel dood kunnen zijn, maar ik had het geluk om dit te overleven, deze crash.
Ik staar met mijn blauwe ogen naar de diepe en grote oceaan waar ik wacht op een teken van redding, maar het blijft stil. Ik hoor niks behalve de zee die af en toe tot aan mijn voeten het strand op komt en snel weer verdwijnt, alsof het bang is voor het eiland.

Dat is natuurlijk dom bedacht omdat dit normaal is, maar iets aan het eiland geeft me gewoon geen veilig gevoel. Misschien komt het door de crash, we zijn hier vanochtend pas aangekomen dus de meeste van ons zijn nog in shock.
Ik draai mijn hoofd naar de groep, en ik zie Claire (onze dokter op het eiland) die bezig is met het hechten van een hoofd wond van een kind, namen gaan we ons later mee bezig houden. Mijn hoofd staat daar nu niet naar.
Wanneer ik voetstappen hoor draai ik me om en ik zie een vrouw op me aflopen, korte rode haren met fel groene ogen, haar vest is zo goed als weg door de scheuren en ik zie een strak verband rond haar middel. Ik schat haar tegen de 60/70 maar ik kan het fout hebben, ieder mens maakt immers fouten,

Gaat het met u?' Vraag ik stilletjes,
"Wat zeg je jongeman?"
"Gaat het?" Herhaal ik
"Ja hoor, dit is maar een kunstheup" grapt ze met een glimlach
Ik glimlach magertjes terug.
"Mijn naam is Sarah, sarah Shepard"
"Leuk u te ontmoeten, Sarah, mijn naam is Carter.
" oh god, zeg geen u tegen mij, zeg gewoon: jij of je"
Ik knik naar haar.
" we hebben geluk zegt ze"
"Ik zie het geluk hier niet van in, jij wel?"
"We hebben het overleefd, we zijn op een eiland terecht gekomen, het had veel erger gekund."
" u heeft gelijk"

Ze komt naast me zitten en zegt: kom ons anders helpen, er is genoeg te doen. We hebben immers water, vuur en eten nodig.
Ik knik naar haar, maar Misschien kunnen we eerst een namen rondje doen zeg ik tegen haar, dan communiceren we makkelijker.

Sarah en ik staan op en lopen naar de grote boom waar iedereen bezig is, overal liggen spullen verspreid, en takken en vooral zand. Heel even lach ik om mezelf tot ik besef waar ik ben. Sarah roept binnen vijf minuten de hele groep bij elkaar en iedereen komt rond haar heen staan.
"Ga allemaal even zitten alsjeblieft" vraagt Sarah aan de groep.
Iedereen gaat zitten en we beginnen.
We hebben een man: Barton die z'n vrouw heeft verloren maar vast zit met een pas geboren baby, de baby werd geboren in het vliegtuig en de vrouw stierf bij de bevalling.
Een jong Aziatisch koppel genaamd: Shy en Jame, verder hebben we Claire onze dokter, 2 kinderen: Michael en Naomi. Ook een therapeut rond mijn leeftijd: Zoë.
Een drummer die in de populaire band: dancing Stones speelt, z'n naam is Carl, Francis en Sarah, het oudere getrouwde koppel, een 17 jarige puper: Janson.
Cancis, de rond de 40 jarige vrouw die naar Australië ging voor een Tour,  de knappe Spanjaard: Jorge die rond mijn leeftijd is,
De 40 jarige Cindy die bioloog was voor de crash en haar zoon is nooit uit het wrak gekomen, we hebben de Afrikaan: Serge nog, die voor zaken in New york was. En als laatst 33 jarige Lacey die vanuit Mexico naar New York was gereisd om naar Australië te reizen. En Richard, de reiziger die ik ontmoet heb in het vliegtuig.
We moeten zien te overleven, als een groep.

Het vliegtuig:
Gespannen loop ik met mijn paspoort en ticket vast naar de vrouw die mijn ticket scant, ik laat haar mijn paspoort zien en ze scant de zwart witte barcode op mijn papieren briefje ik staar er naar: Carter James, vlucht 756 New York-Sydney.
Met bezwete handen loop ik verder en zie ik een zwangere vrouw voor me lopen met haar man aan haar zijde, haar man sleurt met allerlei spullen en aangezien ik alleen een rugzak heb loop ik op de man af en vraag ik of hij hulp nodig heeft.
Gespannen knikt hij en bedankt hij me waardoor ik me gewaardeerd voel, ik neem een koffer en een tas van hem aan en samen lopen we naar het vliegtuig.
" gefeliciteerd " zeg ik tegen de zwangere vrouw terwijl ik naar haar buik wijs
Ze bloost en zegt " dankjewel, de baby kan eigenlijk elk moment komen"
"Spannend" zeg ik met een glimlach
De man en de vrouw knikken allebei vrolijk naar me.
"Waarom gaan jullie naar Sydney?" Vraag ik aan het koppel.
"Adoptie" antwoord de man vlug, voordat zijn vrouw maar een woord kan zeggen.
Ik kijk verbaas naar ze,
" we zullen geen goede ouders zijn" zegt de man waarbij de vrouw vrij teleurgesteld gaat kijken.
"Ik weet zeker van wel" zeg ik knikkend.
Allebei halen ze hun schouders op en samen lopen we door de enorme slang die ons verbind met ons vliegtuig.
Tezamen stappen we het vliegtuig in. Ik leg hun handbagage boven in de rekken en ik neem een plaatsje achter het koppel.
"Dankjewel" zegt de man vriendelijk
Ik bloos " geen dank"
" trouwens mijn naam is: Barton, en mijn vrouw heet Cecile"
"Aangenaam kennis te maken zeg ik zacht, ik ben Carter"
" fijne vlucht" zegt Cecile met een glimlach
"Hetzelfde"
Ik pak mijn oordoppen erbij en zet de rock muziek op waar ik zo van houd, in het vliegtuig is het vrij frisjes dus ik doe snel mijn vest aan en zet mijn tas naast me neer. Ik zet de muziek zo hard dat ik afgesloten word van de buitenwereld en het opstijgen hopelijk mis, ik heb namelijk een vliegangst.
Al snel moet ik mijn tas weg halen voor een man van middelbare leeftijd die naast me wilt zitten, de man begroet me en snel doe ik mijn oordoppen weer in mijn oren zodat ik me kan afsluiten van de wereld. De man naast me zet zijn zonnebril af en dan pas zie ik het litteken dat schuin door zijn oog heen snijd, heel even staar ik naar zijn oog tot ik besef hoe onbeleefd dat is en dat de man me gewoon letterlijk aankijkt.
Ik draai snel mijn hoofd en staar naar buiten.
De man raakt heel even mijn schouder aan waardoor ik me in een reflex omdraai en met open ogen naar hem staar"
" ik ben ooit in Afrika geweest, een rondreis van een jaar, in mijn eentje, en op een regenachtige dag ging ik het verkeerde dorp binnen"
Geschrokken kijk ik de man aan en zeg: "wat is er gebeurt?" Vraag ik nieuwsgierig en misschien onbeleefd.
" in het dorp leefde de rijken van Afrika, of ja leefde, ze waren er vaak en ondanks dat die rijken ook een zwarte huid hadden, gebruikte zij de andere mensen als slaven (de oorspronkelijk bewoners) ze behandelde ze als beesten"
"Maar waarom heeft u dan een litteken door uw oog?" Vraag ik hem.
" rustig jongen," zegt hij met een glimlach.
" de mannen vertelde me dat als ik nu het dorp uit zou lopen ik ongedeerd zou blijven, maar ik was jong en ik wilde iets doen voor de wereld dus ik zei nee en wilde de slaven bevrijden. De mannen grepen hun wapens en ik de mijne, mijn A-47. Een klein pistool zoals een politie vaak heeft en een man greep zijn mes, en het mes kwam voor een deel in mijn oog terecht, de rest van de mannen schoot ik dood en mijn oog is behandeld door de bevrijde bewoners "
Verbaasd en met open mond sta ik naar de man te kijken.
" u heeft wel degelijk iets voor de wereld gedaan"
Hij knikt.
"Wat gaat u doen in Sydney" vraag ik aan hem.
" een rondreis maken" zegt hij glimlachend.
"Beloofd u dan niet gewond te raken?" Vraag ik hem met een stralend gezicht.
"Ik bel wel als ik nog leef, afgesproken?" Grapt hij.
Maar ik geef hem mijn visite kaartje en hij kijkt aandachtig.
"Bel als u leeft" glimlach ik.
" dat zal ik zeker doen, uhm.. Carter? Ja Carter"
"Ben je een fotograaf?" Vraagt hij geïnteresseerd aan mij.
"Ja, ik ga naar Sydney om foto's te maken voor mijn blog, en ik ben bezig met mijn eigen boek" "vaak maak ik ook foto's voor The New York Times, het is gewoon mijn passie"
"Nou Carter, jij hebt het goed voor elkaar in je leven"
Ik glimlach half.
"Is er iets?" Vraagt de man geïnteresseerd.
"M'n leven klinkt goed en dat is het ook, ik ben blij met de persoon die ik ben, met mijn gezin, mijn thuis. Alleen toen ik 8 was is mijn vader er vandoor gegaan zonder rede, en mijn moeder is twee jaar geleden aan kanker overleden"
De mam slaat zijn hand voor zijn mond en ik krijg tranen in mijn ogen.
"Het spijt me voor je" zegt de man terwijl ik mijn tranen wegveeg.
Door het intense gesprek met de man heb ik niet doorgehad dat we al hoog in de blauwe lucht vliegen en wanneer ik dat merk pak ik mijn stoel leuningen stevig vast.
"Trouwens, mijn naam is Richard"
"Aangenaam kennis te maken Richard" zeg ik stotterend van angst.

The Island Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu