Hoofdstuk 2

20 2 0
                                    

Stemmen. Ik hoor stemmen! Ik open mijn ogen, wat nu wat gemakkelijker gaat. Er is een stoel neergezet waar een vrouw op zit. Ze zit te huilen. Haar mascara is helemaal uitgelopen. Naast haar staat een man in een lange witte jas. Zou hij de dokter zijn? De man zegt 'ah, ik zie dat je wakker bent geworden'. De vrouw zit daar maar te huilen, dus zeg ik tegen de man 'kunt u de vrouw niet troosten?' Ik merk dat mijn stem al beter aan het werken is. De man zegt: 'nee helaas niet. Haar dochter heeft een ongeluk gehad, en daardoor is ze heel verdrietig'. 'Moet ze dan niet bij haar dochter zitten?' Zeg ik, terwijl ik naar de vrouw kijk. De man zegt niks. Er valt een ongemakkelijke stilte, waarin ik de vrouw vaak hoor snikken. 'Bent u de dokter?' Vraag ik uiteindelijk. 'Ja, ik ben dokter Dorian, sorry dat ik dat niet heb verteld.' Zegt de dokter. Dan fluistert hij iets in het oor van de vrouw, en ze lopen samen de kamer uit. Ik ben nog aan het nadenken. Wie zou die vrouw zijn? Waarom zat ze niet bij haar dochter maar bij mij?

Ik word wakker. Was ik in slaap gevallen? Ik was nog bezig met nadenken.. ik probeer me te bewegen. Dat gaat al veel beter, want het doet nog maar een beetje pijn. Dan komen er vier mannen binnen. Een man vraagt 'heb je lekker geslapen? Ik hoop van wel.' Ik knik. Een andere man zegt 'we gaan je naar huis brengen. Thuis moet je nog een paar dagen in bed liggen, maar daarna kan je weer naar school.' Ze rijden het bed de kamer uit. Ik probeer mijn arm omhoog te doen wat wel lukt, maar wat wel heel zwaar is. Een van de mannen ziet het en zegt 'rust maar uit. Je energie heb je hard nodig'. Hij heeft gelijk. Ik laat mijn arm zakken.

Opnieuw de wereld zienWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu