1 | Mijn missie |

21 3 0
                                    

'Uwe hoogheid', zei een dienstmeisje. 'Uwe vrouwe is bevallen',. De duivel stond op en liep naar de kamer waar ik met mijn moeder lag.'Mijn Lilya', zei hij zachtjes en hij gaf mijn moeder een kus op haar voorhoofd.'Papa', zei ik zachtjes en stak mijn handjes naar hem uit. 'Mijn Amy-Rose Ferluci', fluisterde hij en tilde mij op. 'Wat ga je haar voor gave geven?', vroeg Lilya. De duivel keek me aan. 'Ik geef haar verleiding, zodat geen man haar kan weerstaan, ik geef haar schoonheid , Ook zal ze, als ze de bloed van een andere vampier, zal ze die gave ook beheersen en natuurlijk geef ik haar al mijn talenten en kracht, zodat ze een waardige dochter van ons zal zijn',.

Het was donker. De nacht was begonnen. Ik zat in een grote boom in het stadspark van Gelisias. Het was stil. Doodstil. Mijn huid was bloedrood en zwiepte uit verveling met mijn duivelstaart. Voorzichtig ging ik met mijn hand door mijn blonde haren. Mijn blauwe ogen tuurde over het parkje. Er liep verderop een man. Mijn doelwit. Zachtjes sprong ik uit de boom en lande geruisloos op het grint. Ik veranderde in een mens.. Ik focuste me weer naar de man. De man ging op een bankje zitten. Hij had een dure pak aan, zo te zien. Wat moet hij nou om deze tijd in het park? Met rustige pas liep ik langs de man. Vanuit mijn ooghoeken zag ik de man naar mij kijken. Ik was nog geen pas van hem vandaan en hij riep me zachtjes. Er verscheen een glimlach op mijn gezicht. Ik had beet.

'Goedenavond jongedame, kom je hier vaker?',. Dat was ongeveer de 253 keer dat ik die openingszin hoorde. Langzaam draaide ik me om en glimlachte naar hem.

'Nee, niet vaak', zei ik zachtjes. Hij was jong, maar ouder dan ik. Hij rook normaal voor een mens. We begonnen een gesprek.

'Waarom kom je niet naast me zitten', zei hij naderhand. Ik glimlachte en ging links naast hem op het bankje zitten. Ik wist dat ik me niet te diep in de persoon mocht verdiepen. Zijn bloedgeur werd sterker. Ik moest toeslaan. Dorst brandde in mijn keel. Ook rook ik een andere geur.

'Hebt u een luchtje op?', vroeg ik verbaast.

'Ja, lekker is die, hè?', zei de man, blijkbaar was hij blij dat ik erover begon.

'Mag ik het beter ruiken?', vroeg ik zachtjes.

'Tuurlijk', zei de man. Hij boog zijn hoofd naar rechts. Ik glimlachte. Eindelijk. Ik boog mijn hoofd naar zijn nek toe. Mijn hoektanden groeide en voordat hij wat kon zeggen, boorde mijn tanden in zijn nekvel. De man schreeuwde. Snel dronk ik en liet hem dood neervallen. Snel flitte ik naar de boom.

'Amy', siste een stem. 'Amy',. Ik keek naar beneden. Er stond een meisje met bruin stijl haar en bruine ogen naar me te kijken. Ze was het zusje van de clanleider Marius, waar ik een grote hekel aan had en toch was zij mijn beste vriendin. Ik zuchtte.

'Wat is er nu weer, Vivian?', vroeg ik.

'Marius wil je spreken over een nieuwe missie', zei ze. Ik zuchtte weer.

'Vergaderen in de Quekkerkroeg?', vroeg ik, terwijl het antwoord al duidelijk was. Ze knikte. Binnen een seconde stond ik naast haar.

'Je blauwe ogen zijn lichter', zei ze verbaast. 'Heb je al gegeten?',. Ik giechelde zachtjes.

'Die man daar verderop', zei ik en wees naar de man. Ze keek in de richting en schudde haar hoofd.

'Kom, we gaan', zei ze afkeurend. We flitte weg naar de kroeg. Het was niet zo ver van het park vandaan. We liepen een steegje in midden in het centrum van Gelesias. Aan de rechterkant zat er een vervallen deur. Er stond in het rood "Levlias Tischta Imgum Tig Gortumin" in vampiertaal op de deur gekerfd.

'Een dood leven tussen de levende', fluisterde ik zachtjes en de deur ging open. Vivian ging voor me naar binnen en ik volgde haar..

De kroeg was knus en er hing altijd wel een gezellig sfeertje. Ik kende alle stamgasten. Ik ging op een barkruk zitten bij de bar. Altijd kreeg ik gratis drankjes. Ik hoefde echt nooit te betalen. Helaas hing er wel altijd een dikke rook damp van de sigaretten. Ik bestelde een bloedcocktail, wat ik meestal altijd bestelde. Vivian en ik keken de kroeg rond. Marius zat achterin de kroeg met nog een paar vampiers uit de clan. Hij keek me met rode ogen aan. Ik rilde. Rode ogen betekende opgewonden- en verliefdheid. Hij was iel en had blond haar en blauwe ogen. Ik walgde van hem. Het was zo'n griezelig mannetje en toch was hij de baas van de clan. Vivian was echt heel anders dan Marius.

'Goedenavond, Amy', zei Marius, toen we bij hem aankwamen. 'Wat zie je er toch weer bloedmooi uit',. Ik wenste dat hij is een keer zou verdwijnen. Ik kende veel mannen, maar hij was de ergste.Ik miste mijn hartsvriend Vias. Hem kende ik, toen ik 10 was en hij was alles voor me 4 jaar lang... Totdat hij verhuisde, maar waarheen wist ik niet. Sindsdien zwerfde ik door het hele land heen en settelde me in Gelisias in mijn oude en mega grote landhuis. Elke maand kreeg ik 1 miljoen van mijn vader. 'Kom naast me zitten', zei Marius met een grimmige glimlach. Vivian en ik gingen naast hem zitten. 'Oké, ik heb weer een paar missies binnen gekregen', begon hij. 'Ryan, er blijkt elke weer een doos bloedzakjes bij het ziekenhuis te verdwijnen, dus er is weer een vegetarische vampier in onze stad, zorg dat hij verdwijnt',. Ryan knikte kort en verdween. Ik kuchte. Elke vrijdag haalde ik een doos met bloedzakjes, maar ik wist dat niemand mijn dealer zou pakken.'Amy, schoonheid', begon hij naar mij.

'Hou op', siste ik afkeurend.

'Je kent de Gelisiasschool?', vroeg hij.

'Natuurlijk ken ik die', zei ik zachtjes.

'Daar wordt volgens een bron sinds een jaar of 3 Monsterkunde gegeven, met als hoofdonderwerp vampiers', zei Marius. 'Ik wil dat je die docent ervan uitschakelt, want ons bestaan moet geheim blijven',.

'En als die docent een mens is?', vroeg ik.

'Dan weet hij veel te veel om dat vak te geven', siste Marius. 'Ik wil dat je vanavond al met deze missie begint',.

'Mooi, dan ga ik nu', zei ik snel en stond op. Hij keek me verbaast en met puppy ogen aan.'Wat?', vroeg ik geïrriteerd.

'Geen kusje?', vroeg hij grinnikend met een getuite mond.

'Nee, dat zal je ook nooit van mij krijgen', siste ik. De rest moest lachen.'Vivian, ik spreek je vannacht wel', zei ik snel.

'Is goed', zei Vivian. Ik flitte naar buiten en wilde naar huis gaan.

'Wacht, eerst die bloedzakjes ophalen', zuchtte ik en flitte naar het ziekenhuis. Er stond een blonde man te wachten met een doos in zijn handen.

'Amy, ik dacht dat je nooit zou komen', zei hij opgelucht.

'Ik vergeet nooit mijn bloedzakjes op te halen', zei ik met een glimlach. 'Ik zie je weer snel',.

Eindelijk was ik thuis. Snel legde ik de bloedzakjes in de koelkast van de kelder. Ik keek op de klok, het was 5 over 12. Genoeg tijd om even die school te bestuderen. Ik ging het huis uit en rende naar de school. De school was eigenlijk best ver. Ik moest eerst nog het Gelisias bos door. Opeens hoorde ik een stem achter me.

'Zo hè, de dochter van de duivel', siste een stem. Ik draaide me om. Er liep een groep mannen op me af. Allemaal vampiers.

'Ze is nog lekkerder in het echt',.

'Wat moet je van me', siste ik. De man liep om me heen. Hij streelde zachtjes mijn arm.

'Gaan we fel doen', zei hij. De man was blijkbaar de leider.

'Ik vroeg je wat... wat moet je van me', siste ik weer. Hij ging achter tegen me aanstaan.

'Heel veel, maar ik wil je heel graag...', fluisterde hij in mijn oor. Ik draaide me om en gaf hem meteen een krab in zijn gezicht en rende de bossen in. Ik rende en rende. Ik hoorde naast me gesis en geschreeuw. Ze waren bij me in de buurt. Mijn gedachtes gingen razend snel. Ik was bang.'Grijp haar', schreeuwde de man. Opeens stond de man weer voor me en die greep mijn arm beet.'Wie niet luisteren wil, moet maar voelen', siste hij. 2 mannen hielden me vast. Waarom ik weer. De man liep naar me toe. Hij gaf me een diepe snee van nek tot mijn borst. Ik krijste het uit. Al snel voelde ik mijn bloed vloeien. Met een beetje kracht duwde ik de twee mannen van me af en schopte de leider in zijn zaakje. Ik flitte door de bossen heen. Al snel zag ik de school. Er was nog iemand op school, want er waren nog een paar lampen aan. Ik zag dat er een raampje open stond. Het was er donker. Zo te zien was het een grote ruimte. Het leek op een gymzaal. Gelukkig paste ik erdoor heen. Ik viel met een klap op de grond en het werd zwart voor mijn ogen.

The Love for A HumanWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu