Hoofdstuk 8

792 52 4
                                    

Kayla p.o.v

Verward loop ik door m'n kamer heen. James is weggegaan en ik weet even niet wat ik er meer van moet denken.

'Hij heeft er echt spijt van, Kayla.' Zegt mijn wolf. Ik rol met mijn ogen. 'Dan had hij niet weg moeten gaan.' Sis ik terug en plof op m'n bed neer.

Ik sluit even m'n ogen, ook al ben ik pas een paar uur wakker. Hier kan ik toch niks mee. Jacob voelt zich te schuldig om zijn gevoel aan te zetten, maar ik heb geen medelijden nu met hem. Nogmaals, dan had hij maar niet weg moeten gaan.

'Je hebt wel medelijden met hem.'

Ik zucht. Misschien heeft ze gelijk, maar dat komt door m'n wolf, niet door mij.

'Dat ligt niet alleen aan mij, Kayla'

Ik sta gefrustreerd op en loop naar beneden. 'La? Waar ga je naartoe?' Vraagt Jacob, vanaf de woonkamer. Verward en gefrustreerd gooi ik de deur open. 'Kayla?' Ik hoor zijn voetstappen en loop naar buiten, als ik zijn hand op mijn schouder voel. Ik draai me met een ruk om.

'Laat me los, Jack!' Roep ik boos. Verward kijkt hij me aan. 'Wat is er?' Vraagt hij. Ik kijk hem met grote ogen aan. 'Wat er is? Vraag je nou echt wat er aan de hand is?' Roep ik. 'Kayla niet hier, alsjeblieft.' Zegt hij en knikt naar de roedel leden, die verward onze kant op kijken. 'Het kan me niet meer schelen, Jack!' Schreeuw ik. Jacob kijkt me een beetje verward aan, door mijn uitbarsting.

'Ik haat je zo erg, Jack. Ik haat je, omdat je mij alleen hebt gelaten, je hebt Jeffrey verboden om naar me toe te gaan en mij hier probeert op te sluiten, maar het erge is dat ik nog steeds van je hou! Ik hou zoveel van je, Jacob!' Huil ik. Jacob zegt even niks en kijkt me alleen aan, niet wetend wat hij moet zeggen. Hij bijt op zijn onderlip en trekt me dan in zijn armen. De tranen rollen voor de zoveelste keer deze week over mijn wangen heen.

'Ik hou ook van jou, La...' Zegt hij zacht. Ik sluit mijn ogen en adem zijn geur in. Zijn warme, kruidige geur. De geur van kruiden en het bos. Mijn favoriete geur...

Jacob laat me los en kijkt me aan. Zijn ogen worden pikzwart en gaan direct weer terug naar hun eigen kleur.

Hij zet zijn gevoel weer aan.

Jacob p.o.v
*Iets meer dan één jaar terug.

Ik laat het lijk, dat een halve minuut geleden nog een levende jongen was, op de grond vallen en loop over hem heen, naar Nathan, die tegen de muur aan staat te wachten.

'Als je terug gaat, ga je dood aan het schuldgevoel, dat weet je hè?' Zucht hij. 'Als ik ooit terug ga.' Zeg ik en lik de paar druppels bloed van m'n lippen af. 'Hoe bedoel je "als je ooit terug gaat"? Natuurlijk ga je terug. Kayla is je soulmate!' Roept hij uit. Ik rol met m'n ogen. 'Maaike vermaakt me nu ook wel.' Zeg ik en kijk vanaf het zijstraatje naar Maaike, die staat te zoenen met een meisje op een groot feest, dat plaatsvind op het grote plein.

Nathan zucht. 'Met alle respect voor Maaike, maar ze is makkelijk.' Ik haal m'n schouder op. 'Ik heb ook geen zin in iets moeilijks. Er zijn genoeg moeilijke dingen gebeurd, Nathan.' Zeg ik gevoelloos. 'Jack, je hebt Laila, Caleb en Kristen gevonden. Waarom ga je niet terug naar Kayla?' Vraagt hij. Ik ben even stil en kijk naar Maaike, die het meisje meetrekt naar een ander zijstraatje. Een paar seconde later hoor ik, door mijn sterke gehoor, het meisje gillen.

'Omdat Kayla me dit nooit gaat vergeven... En daar geef ik haar helemaal gelijk in.' Zeg ik en wil naar Maaike lopen, maar Nathan houdt me tegen. 'Kayla vergeeft je wel, als ze ziet dat je echt spijt hebt.' Zegt hij overtuigend. Ik kijk hem even aan, geen enkel gevoel in m'n ogen. 'Maar dan moet m'n wolf mij nog vergeven.' Ik kom met mijn gezicht dichter bij hem. 'Laat me nu los.' Zeg ik dreigend.  Nathan kijkt me even aan, maar laat me dan los, waarna ik naar Maaike loop.

Dertien doden in één avond. Dit ga ik mezelf nooit vergeven.

The returnWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu