Een aantal uur later wordt ik hevig door elkaar geschud. “Elijha stop ermee.” “Cassie wordt wakker!” ik word wakker. “Alex had je een nachtmerrie?” “nee hij is er weer.” “wie is er weer?” “die man van te strak.” “waar is hij dan “daar!” hij verstopt zich onder mijn dekens. “rustig maar Alex ik ben er.” “wie ben je en wat doe je hier?” “ik ben Klaus Mikaelson, de broer van die gast naast je.” “waarom ben je hier?” “ik wil iets wat jij hebt.” “en wat dan?” “Alex.” Alex houd me stevig vast. “je krijgt hem niet.” “ah nee dat zullen we nog eens zien.” Hij komt dichter naar me toe. Ik tik op Elijha zijn arm. Hij schiet wakker. “wat is er?” “we hebben bezoek.” Hij kijkt naar Klaus en staat recht. Ik kijk hem bezorgd aan. Alex komt boven de dekens. “Cassie breng Alex hier weg.” Ik knik en breng Alex naar de slaapkamer van mam.
Deze afbeelding leeft onze inhoudsrichtlijnen niet na. Verwijder de afbeelding of upload een andere om verder te gaan met publiceren.
Dan ga ik terug naar mijn kamer. Elijha heeft zijn kleren terug aan. Ik ga op bed zitten. “waarom wil je mijn broertje?” “gewoon.” “wat is dat voor antwoord!” “Cassie rustig.” “hoe kan ik rustig zijn als hij mijn broertje wil.” Elijha komt naast me zitten. “Kun je geen ander nemen broer?” “ja dat kan. Maar of ik dat wil is iets anders.” Ik ga naar hem toe. “waarom doe je dit. Voor je eigen pleziertjes?” “jij weet helemaal niks van mij.” “Nee maar goed.” hij wordt kwaad. "Niklaus laat haar en haar familie met rust en ga.” “best omdat jij het bent broer.” Dan vertrekt hij. Ik ga naar Elijha. “dank je.” ik geef hem een knuffel. “Cassie ik wil je niet ongerust maken maar hij is nog niet klaar.” Ik slik. “maar ik ben er voor je en ik blijf bij je dat beloof ik je.” “dat waardeer ik.” “heb je nog zo broers of zussen?” “ja nog een paar.” Ik lach. “vertel.” “wil je dat echt weten?” “waarom niet?” we gaan samen op bed zitten. “ik heb nog 2 broers en 2 zussen.” “heb je zussen wow.” “waarom wow?” “ik heb altijd een zus gewild maar nooit gehad en jij hebt er twee, dat zal wel geweldig zijn?” “ze kunnen vrij irritant zijn.” “dat kan iedereen wel zijn.” “ja das waar.”
