"Het is zeker laat." Grijnzend draaide de jongen zich om. "Ik zie je nog wel eens." Zonder na te denken draaide Devon zich ook om. "Oké, afgesproken." Ze begon te lopen en vervolgde haar weg naar huis.
Het hekje kraakte en piepte luid. Haar voetstappen eindigde bij de deur. Uit automatisme greep zij naar haar jaszak om haar sleutels te pakken, toen zij er achter kwam dat zij nog steeds Micah's jas aan had.