Hoofdstuk 7

69 0 0
                                    


De volgende morgen word ik al vroeg wakker. Laura en Sarah slapen nog. Het idee dat ze vandaag al weggaan doet me geen goed. Ik ben nu klaarwakker. Ik kies ervoor om maar te gaan douchen. Het is momenteel al 8 uur. Ik pak vermoeid een handdoek en een washandje uit de kast en loop de badkamer binnen. Het is helemaal donker. Snel doe ik het licht aan en leg mijn handdoek en washandje neer. Ik loop nog even stil terug naar mijn kamer om wat schone kleren te pakken. Als ik weer in de badkamer aankom, zet ik de douche aan. Het is heel stil in het huis. Je hoort alleen het gekletter van het water. Ik kleed me uit en ga onder de douche staan. De waterstralen raken mijn lichaam. Ik word er rustig van. Rustig was ik mijn haar en mijn lichaam. Daarna stap ik uit de douche.

Wanneer ik terug op de kamer kom zijn de meiden ook wakker. We kleden ons aan en gaan naar beneden. Ze zijn ook verdrietig. Wetende dat ze mij voorlopig weer niet zullen zien. De hele dag doen we alleen maar gezellige dingen. Dan wordt het toch echt tijd om afscheid te nemen. De moeder van Sarah staat met mijn moeder te praten. Ze staan al bij de auto. Ik loop met Sarah en Laura richting de auto. "Ja, kunnen we gaan meiden?" vraagt Sarahs moeder. Ik geef de meiden een groepsknuffel. "Ik ga jullie missen." Zeg ik. "Wij jou ook!" zegt Laura. Ik doe moeite om mijn tranen binnen te houden. "Wat Tim betreft. Hij is goed gekeurd." Zegt Sarah met een knipoog. Ik glimlach. We hebben alle drie tranen in onze ogen. Ze stappen in de auto. Mijn moeder komt naast me staan. Sarahs moeder zegt ook nog gedag. Het raampje bij de meiden gaat naar beneden. "Het komt goed meis, we zien elkaar vast nog wel!" zegt Laura. Ik knik. "Ik ga jullie missen!" zeg ik wanneer de auto langzaam begint te rijden. We zwaaien zo lang mogelijk naar elkaar, tot dat ze uit het zicht zijn verdwenen. De tranen rollen over mijn wangen. Mijn moeder troost mij. We lopen terug naar binnen. Nick stond ons al op te wachten in de deuropening. Ik ga naar boven en kijk in de spiegel. Mijn make-up is uitgelopen. Snel pak ik een reinigingsdoekje en haal mijn make-up er maar helemaal af. Mijn ringtone gaat over. Ik loop naar mijn mobiel. Tim Weijland. Er komt ineens weer een straal vreugde door mij heen. Ik druk op opnemen en hou de mobiel bij mijn oor. "

J: met Jessica

T: hallo met Tim

J: He hoi

T: Hoe gaat het?

J: ja gaat wel. De meiden zijn net weg. Heb het er een beetje moeilijk mee.

T: Snap ik. Afscheid nemen is niet leuk nee. Heb je zin om wat te doen vanavond? Even afleiding?

Het blijft even stil.

J: ja is goed, ben er met een kwartiertje.

T: zie je zo!

Ik loop hier gewoon in mijn joggingsbroek en een shirt met een vest erover. Wat kan het mij eigenlijk ook schelen. Ik pak mijn spullen, mijn mobiel en doe nog wat parfum op en wat deo. Daarna loop ik de trap af naar beneden. Mijn moeder zit met Nick op de bank. Mijn moeder ligt in de armen van Nick. Ik loop de woonkamer binnen. "Ik ga naar Tim, weet niet hoe laat ik terug kom." Zeg ik. "Als je blijft slapen, wel even melden." Zegt mijn moeder met een glimlach. Wauw, mijn moeder laat me bij een voor haar vreemde jongen slapen. Dit is nieuw. "Oké, zal ik doen." Zeg ik. Ik keer me om naar de gang en trek mijn jas aan en doe mijn oordopjes in. Ik zet leuke muziek op en fiets dan naar het huis van Tim. Het was niet heel moeilijk te vinden gelukkig. Bij Tim brand er allemaal licht. Als ik mijn fiets op slot heb gedaan, zie ik dat Tim al in de deuropening staat. Hij ziet er niet verkeerd uit, maar heeft net zoals mij gekozen voor makkelijke kleding. "Je bent te laat Dame." Zegt hij lachend. "Sorry, heb je nou eenmaal he." Zeg ik met een knipoog. "Ja sorry, ik zie der niet heel mooi uit. Ik had namelijk echt geen zin om me om te kleden. Je accepteert maar hoe ik ben." Zeg ik. Hij lacht. Het komt heel lief uit zijn mond. Ik begin echt een zwak voor hem te krijgen. "Het is al goed joh! Ik ben allang blij dat je het durft." Zegt Tim. Hij gaat even aan de kant en laat mij erdoor.

Binnen geeft hij mij wat te drinken. We lopen naar de keuken. Hij heeft een mooi kookeiland. Als hij wat cola voor mij heeft ingeschonken pakt hij zelf nog een biertje. Lachend schud ik mijn hoofd. "Wat valt er te lachen?" vraagt Tim. "Nou, dat je weer moet drinken." Zeg ik lachend. Hij schudt zijn hoofd. "Gaat het wel?" vraagt Tim. Gelijk veranderd mijn gezicht weer in verdrietig. "Och meis, kom hier." Zegt hij en hij loopt naar me toe. Niet veel later voel ik zijn sterke armen rondom mij. Ik leg mijn gezicht neer op zijn borst. We staan even zo. Hij veegt de tranen van mijn wangen. "Wil je een film kijken?" vraagt Tim. "graag" zeg ik. We installeren ons op de bank met een zak chips en een dekentje. Ik zit lekker tegen hem aan. Voordat de film afgelopen is, is het al 11 uur 's avonds. "Jij blijft slapen, je gaat nu niet meer fietsen." Zegt Tim opeens. Ik kijk hem aan. "Heb ik geen keus meer?" vraag ik hem uitdagend. Hij moet lachen.

Mijn moeder vond het goed. We gaan ons omkleden. Hij laat me de logeerkamer zien en geeft me een shirt van hem. Ik geef hem een knuffel. Als ik los wil laten geeft hij mij nog een kus op mijn hoofd. In de slaapkamer kleed ik mij om. Het shirt ruikt helemaal naar Tim. Ik kruip onder de dekens en val diep in slaap.

Him.Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu