Hoofdstuk 1

1.3K 45 6
                                    

Ik loop door ons district. Het is pas vijf uur, maar ik kon niet meer slapen. De boete is pas om twee uur, dus ik heb nog ruim acht uur voordat ik me klaar moet maken, en nog negen uur voordat het begint. Mijn zachtblauwe jurk van vorig jaar ligt al klaar op mijn bed, met een fluwelen lint en mintgroene ballerina's. Nu loop ik in mijn zachte bruine broek met een normaal zwart shirt en een legergroen jasje eroverheen. Mijn rode haar zit in zijn vaste knot. Ik kijk rond. Ons district, district 5, blijft lelijk. Overal staan torens en vervuilende fabrieken om energie op te wekken. Wij leveren het Capitool stroom. Bos kom je hier niet tegen. Bomen kennen we wel, maar die zijn ook schaars. In ons hele district staan misschien net 50 bomen. Vlakbij ons huis staat er ook één. Daar maak ik zomers mijn huiswerk onder. Ik ben nu 15, en zit in de 4e klas. Ik vind school verschrikkelijk. Ik ben niet echt populair, en heb ook geen echte vrienden. Ik ben meer het stuudje, dat de hoge cijfers haalt. Ondanks dat mijn vader altijd trots op me is, ben ik er niet heel blij mee. Ik zou liever vriendinnen hebben. Hier ga je toch wel de fabrieken in, dus aan hoge cijfers heb je ook niks. Mijn familie bestaat uit mijn vader, ik en een oudere broer van 19. Hij hoeft niet meer mee te doen aan de boete, hij is gespaard gebleven. Mijn moeder is omgekomen tijdens het werk in de fabriek. Ze is geëlektrocuteerd toen ik 9 was. Ik weet nog precies hoe haar verkoolde lijk op onze keukentafel lag, van mama was niks meer over. Een traan rolt uit mijn ooghoek. Ik mis haar nog elke dag. Ik haat ons district, wij hebben één van de gevaarlijkste banen. Ik weet niet precies wat de andere districten hebben. maar bij ons vallen de meeste doden tijdens het werk, dat weet ik wel. Ik zak neer onder een boom en begin met mijn handen door de koele aarde te woelen. De aarde verkruimelt tussen mijn vingers, en ik maak tekeningetjes in het zand. Mijn vingers worden helemaal vies en bruin, en ik veeg ze af aan mijn broek. Maar het helpt niet echt, onder mijn nagels zit aarde, in alle groefjes van mijn handen zit aarde, en nu zit er ook nog een bruine streep op mijn broek. Ik blijf nog even zitten en loop dan terug naar huis om me te wassen en mijn broek schoon te maken. Ik ben halverwege als een vredesbewaker de hoek om komt. Ik wil een zijstraat induiken, maar hij heeft me al gezien. Zo onopvallend mogelijk loop ik door. Mijn gezicht op onschuldig, mijn handen achter mijn rug... Ze proberen je hier werkelijk op alles te pakken, ze zijn ontzettend streng. Op stelen staat de doodstraf. Zo erg is het. Hij loopt langs me met een nors gezicht, en ik zucht opgelucht. Dan tikt er ineens een vinger op mijn rug, en ik schrik me rot. Ik draai me om en kijk recht in het ronduit lelijke gezicht van de vredebewaker. Hij kijkt eerst naar mijn gezicht en vervolgens afkeurend naar mijn handen. 
"Zo meisje, aan het wroeten geweest? Naar wat? Aardappels? Knolletjes? Want die groeien niet zomaar in het wild, die zijn gepoot. Dus heb jij in andersmans tuin lopen wroeten. En je weet volgens mij precies de gevolgen van stelen. Heb je wat bij je?" Ik schud hevig mijn hoofd. 
"Nee... Nee, ik... Ik was aan het spelen met de aarde..." stotter ik, en op het moment dat ik de woorden uitspreek bedenk ik me hoe stom dat klinkt. Maar op stelen staat, zoals ik net zei, de doodstraf. En ik zit daar nu verdomd dichtbij. 
"Finch Ivory, niet waar?" vraagt de vredebewaker gemeen. Ik knik. "Misschien zijn vandaag de kansen niet in jouw voordeel. Daar kan ik wel voor zorgen!" En dan is hij weg, mij rillend achterlatend.

Tell me, would you kill? (Foxface THG fanfiction)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu