Ik hat op school een diktee
Waaschijnluk krijg ik geen tuweeHet ging heel goet
Un woord was hoet
Bij iedureen viel het niet mee
Zu schreeven hoet met een d
Die mensen heben vasd un één
Dat heben zu alenmaal gumeen
Dus su heben het alemaal foudt
Maar ik, ik gaa helenmaal for goutIku ben goet in taal
Nu nog du leeraar zun vurhaal
Ovur mijn heelu goedde toets
Of un prins in un gauden koeds