19

8.2K 523 358
                                    


Daniëls p.o.v.

Ik lig op mijn bed en staar naar het witte plafond. Kensington staat zachtjes aan. Ongelofelijk dat Simon dat voor me gekocht heeft. Ik heb er nu echt spijt van dat ik eigenlijk zo'n suf cadeau voor hem heb gekocht. Hij zegt dan wel dat hij het geweldig vindt, maar je kunt natuurlijk niet een gegeven paard in de bek kijken. Ik zucht zacht en leg mijn handen onder mijn hoofd.

   Een klopje op mijn deur schrikt me op uit mijn gedachtes. Verbaasd klauter ik omhoog. Het is zaterdag, dus mam is overdag niet thuis en Sven komt meestal gewoon binnenlopen zonder te kloppen. Ik spring van mijn bed af en loop in één stap naar mijn slaapkamerdeur. Ik zwaai hem open. Simon komt tevoorschijn.
   'Hey,' zeg ik verbaasd.
'Hoi, ik stoor toch niet?' Vraagt hij. Ik schud mijn hoofd.
   'Nee, hoor,' zeg ik. Ik stap aan de kant en Simon loopt mijn kamer in. Hij ploft neer op mijn bed.

'Sven had me al aan zien komen dus hoefde ik niet aan te bellen,' zegt hij zodra hij mijn verwarde blik ziet. Zwijgend knik ik. Simon begint te glimlachen. 'Je hebt hem al op staan. Bevalt hij je een beetje?' Zegt hij terwijl hij naar mijn radio wijst. Ik kijk ernaar.
   'Ja, heel erg. Echt bedankt. Je staat nog bij me in het krijt,' zeg ik. Simon lacht.
'Nee, dat doe ik niet,' zegt hij. Ik kijk hem fronsend aan.
   'Jawel,' zeg ik eigenwijs.
'Nee, het is echt goed zo. Je verdiende het om een keer extra in het zonnetje gezet te worden. Het maakt me echt niet uit, Daan,' zegt hij dan. Ik zwijg maar, wetende dat wat dan ook ik zou zeggen, ik Simon niet over zou kunnen halen. Stil kijk ik hem aan. Hij strijkt even mijn dekbed recht en kijkt dan weer naar me op.

   'Wat doe je hier?' Vraag ik voorzichtig.
'Moet ik weggaan?' Vraagt hij.
   'Nee, nee!' Zeg ik snel. 'Ik vroeg me alleen af wat je kwam doen,' zeg ik dan. Simon plukt weer aan het dekbed. Hij strijkt er met zijn vingers over zodat er een ander patroon ontstaat in de kreukels. Hij haalt zijn schouders op en kijkt me weer aan.
'Ik verveelde me dus ben een stukje gaan fietsen door de bossen. Daarna ben ik hierheen gefietst,' legt hij uit. Ik knik.
   'Oké,' zeg ik en plof naast hem neer op het bed. Hij kijkt me even aan en richt zijn ogen dan weer tot het dekbed.

'Ik ben het eerste persoon waar je aan denkt als je je verveelt?' Vraag ik en lach zacht. Blozend kijkt Simon naar me om.
'Uh, ja...' zegt hij en kijk naar het dekbed tussen ons in. 'Het is altijd gezellig met jou, dus waarom niet?' Zegt hij dan. Hij kijkt naar me op zonder zijn hoofd te bewegen. Ik glimlach naar hem en richt nu zelf mijn ogen naar het dekbed. Ik begin eraan te plukken.
   'Inderdaad, waarom niet?' Zeg ik en kijk naar het stukje stof tussen mijn vingers.

Het valt stil tussen ons, maar helemaal stil is het niet in mijn kamer. Kensington staat nog steeds zachtjes aan op de achtergrond. Ik pluk nog wat aan mijn dekbed en strijk het dan weer plat. De cd stopt met spelen, omdat hij bij zijn einde is gekomen. Ik kijk op naar Simon, die ook net zijn bruine ogen op mij richt. Ik sta op en zet de radio uit. Dan draai ik me om naar Simon, die vanaf het bed heeft toegekeken wat ik allemaal deed. Ik plof weer naast hem neer.

   'Nog wat meegemaakt?' Vraag ik hem. Hij haalt zijn schouders op en schudt zijn hoofd.
'Niet echt,' zegt hij. Ik knikt. Ik richt mijn ogen naar mijn handen in mijn schoot. Ik speel wat met mijn vingers. 'Jij?' Klinkt Simon dan opeens. Ik kijk naar hem op.
   'Eigenlijk niet,' zeg ik met een kleine grijns. Simon lacht. Ik sta op van mijn bed en ruim wat schoolboeken op. Ik hoor zacht getik van buiten, waardoor ik uit mijn raam kijk. Samantha klopt op haar raam en probeert mijn aandacht te krijgen. Ik leg de boeken neer en loop naar mijn raam. Voorzichtig open ik hem en ga in mijn vensterbank zitten. Samantha opent ook haar raam en glimlacht naar me.

   'Hoi,' zeg ik.
'Hey,' zegt ze terug. Ik kijk voorzichtig om naar Simon, die met een frons naar me kijkt. Hij zit nog altijd op het bed. Hij begint weer aan het dekbed te plukken. Ik kijk weer naar Samantha.
   'Hoe is 'ie?' Vraag ik en zet een glimlachje op.
'Wel goed. Met jou?' Antwoordt ze.
   'Ja, ook goed,' zeg ik. Samantha knikt tevreden.
'Ik weet niet waarom maar ik heb echt het gevoel alsof we elkaar heel lang geleden gesproken hebben,' lacht Samantha. Ik lach mee. Ik kijk nog een keer naar Simon, die ondertussen aan zijn broekspijp zit te peuteren. Ik kijk Samantha weer aan in haar blauwe ogen.
   'Het is denk ik ook wel een paar dagen terug,' zeg ik. Ze knikt.
'Volgens mij was de laatste keer Simon er ook bij,' zegt ze. Ik knik en wenk dat Simon moet komen. Twijfelend staat Simon op en komt naast me in het raamkozijn zitten.

20 leerlingen in één klas (Netties2017)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu