1

9 1 0
                                    


ergens in een van de vele momenten dat ze het beu was, dat ze zich rot voelde, dat ze alles overpeinsde wat haar leven in hield, had ze het besloten, en in haar saaie 4x4 kamer duurde het niet lang tot Dreamy haar hele plan had uitgedacht.


ze wist niet hoelang ze hier al zat, maar ze herinnerde zich vaag hoe haar eerste passen aarzelend waren geweest, opstaan vanaf het matras was moeilijk, haar lichaam wist niet hoe het merkte. ze had een jurkje aangehad, uitgezocht door degene waarvan ze wist dat ze haar mamma noemde in die tijd. 



het jurkje had plaatsgemaakt voor het ene na het andere kledingstuk, wisselend elke keer als ze eruit gegroeid was, de kleuren al eeuwig vervaagd en plaatsgemaakt voor het groezelige vuil wat zich op en om haar heen verzamelde in de kamer. inmiddels had ze een lang shirt gekregen, net als bij de andere kledingstukken was het gewoon opeens 's ochtends verschenen, lag het opgevouwen bij de deur toen ze wakker werd. 


het shirt, dat toen ze het kreeg een prachtige lila kleur had, zat inmiddels vol vlekken, viezigheid en was niet meer lila maar grijs en gevlekt, stinkend zoals zij ook stonk. het zou waarschijnlijk niet lang meer duren tot ook dit zou worden vervangen; het kwam nog maar tot net onder haar billen, waar het de eerste tijd tot op haar knieen viel. het knelde aan haar oksels, zat te strak rond haar borsten die ook waren verschenen ergens tussen haar eerste jurkje en dit kledingstuk.


de realisatie kwam toen ze zat te mijmeren, na te denken over alles wat er buiten de 4x4 afspeelde; zou haar moeder haar zoeken, of was ze haar al vergeten? wat voor weer was het buiten, zou het sneeuwen, waar je zulke prachtige vlokken van had? ze herinnerde zich vaag een schimmig beeld van haar mamma die een sneeuwpop had gemaakt, zij toekijkend, haar wangen rood van de kou en haar vingers ijzigkoud, samengeperst in de rode wanten.


of zou het zonnig zijn, zo'n prachtige dag waarop ze zich vaag geuren en geluiden herinnerde, rokerig, smaken van vlees, de zwarte randen eraan die ze niet mocht opeten, avonden waarop ze lang mocht opblijven, ijsjes, bloemen, zee en zand.. het waren alleen maar vlagen waarin ze dit soort dingen herinnerde, en het werden er steeds minder, steeds vager. 


Ze wist dat er buiten zoveel meer was, en ze betreurde het feit dat ze zich steeds minder kon herinneren wat dat ook al weer was, haar lippen samengeperst, wenkbrauwen gefronst terwijl haar blauwe ogen in het niets staarden, zittend op haar matras, proberend te bedenken wat er nog meer bij die dagen hoorden; de geluiden van kwakende eenden, een flits van een uitgestoken handje met brood erin.


en het was lang geleden, maar toch gebeurde het opnieuw; de tranen kwamen opzetten, en zachtjes zat ze te huilen, zich afvragend waarom dit was gebeurd, waarom zij hier zat. schreeuwen had ze al lang geleden opgegeven, vragen en praten ook, niemand hoorde haar en de man reageerde nooit. ze had zich overgegeven, had gedaan wat ze moest doen om in leven te blijven, maar altijd, ergens diep van binnen weggestopt, was er toch nog een sprankje hoop, zo klein als haar sprankje licht uit het sleutel gat.


en dus was het vandaag weer komen opzetten; nadat ze haar ontbijt, een boterham met chocolade pasta, een waar feestmaal vergeleken met de normale dingen, had opgegeten, ijsbeerde ze heen en weer, haar passen tellend om zich bezig te houden; 4 naar links, 4 naar rechts. 4x4, 4x4, 4x4.


maar de getallen veranderden langzaam, vervormden tot dieren, tot gezichten die niks herkenbaars hadden, tot bladeren aan bomen, totdat ze haar kale lampje aan het plafond kon voorstellen als de prachtig brandende zon, rondtollend rond haar as, lachend, dansend, alsof ze buiten was, het gras onder haar voeten kietelend.


voetstappen in de gang verstoorden haar, en haar hart racete met haar mee toen ze zich met een klap op het matras liet vallen. het dienblad kwam weer te  voren, en ze schoof het naar zich toe, zette het bovenop het dienblad van vanochtend, at haar maal, dronk een paar slokken water, en liet toen, na minuten besluiteloos het rond te draaien in haar vingers, de pil onder haar matras glijden.


een vreemd soort gevoel van euforie verspreidde zich in haar lichaam, weerstand had ze geboden, en weerstand zou ze blijven bieden. een uiting van rebellie hoe klein ook, maar voor haar was het de hele wereld van verschil. vannacht zou ze niet zoals normaal in een dromeloze slaap vallen, maar zou ze zelf beslissen.


haar kleine plannetje was in werking gesteld.

4x4Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu