19 september 1986, exacte tijd 18:34.
'Is ie al af Bill?' Het kleine jongetje kijkt gespannen naar het papieren bootje dat rustig op de tafel ligt. 'B-Bijna Georgie, bijna.' Een zucht ontsnapt uit de mond van Bill, die geconcentreerd naar het bootje kijkt. 'Je bent moe, misschien moet je even rusten Bill.' Zijn jongere broertje legt beschermend een hand op de schouder van zijn broer.
'Het is al g-goed Georgie, vandaag r-regent het nog. Je weet nooit wat het w-weer morgen doet.'
'Veranderen.' Georgie lacht, 'Gekke bill.''G-Georgie, wil j-jij even onder in de kelder de p-parrafine halen?' Georgie knikt hoopvol naar Bill.
'Tuurlijk Bill.'
'En neem m-meteen een m-mes en een k-kom mee. En een d-doosje lucifers.'
'Waar staat dat allemaal Bill?'
'Op de k-kelderp-plank naast de t-trap.'Bill liet zijn hoofd op de tafel rusten, Georgie is net naar de kelder gegaan om alles te halen, hij voelt zijn hoofd bonken, de koorts is inmiddels wat gezakt, toch voelt hij zich nog altijd te zwak om op te staan. Het is dan ook een hele kunst-vond hij zelf- dat hij rechtop zit.
'Bill, waar stond het ook alweer?' Zijn broertje was opgewonden, Bill maakte vaker een boot voor hem maar nog nooit kon hij die gebruiken.
'O-op de k-kelderplank.'•
'Ik wou dat je mee kon.' Zei George en hij meende het. Bill kon soms na een poosje erg bazig worden, maar hij had altijd gave ideeën en hij sloeg bijna nooit. 'Eigenlijk is hij van jóú.'
'Zij,' zei Bill. 'Een schip is een z-zij.'
'Ook goed; zij dan.'
'Ga nou maar Georgie.' Bill keek streng naar George, 'en trek je regenpak aan.'En nu rende hij aan de linkerkant van Witcham Street achter zijn boot aan. Hij liep hard, maar het water stroomde harder en de boot raakte voor. Hij hoorde een zwaar geruis en zag dat het water in de goot ongeveer vijftig meter verderop in een rioolput stortte die kennelijk nog niet verstopt zat, en zijn boot ging het water achterna.
'O, shit!' Schreeuwde hij wanhopig.
Hij begon harder te rennen en even leek het alsof hij zijn boot nog zou kunnen grijpen. Maar toen gleed hij uit en viel, schaafde zijn knie en schreeuwde van de pijn. Hij zag zijn boot rondtollen in het water en zag hoe het water hem langzaam mee trok in de diepte.
'O, Bill vermoord me.' Hij sloeg kwaad met zijn hand op het wegdek. Ook dat deed pijn en hij begon langzaam te huilen.
Hij krabbelde overeind en ging naar de rioolpoot. Hij ging op zijn knieën liggen en keek omlaag. Het was er donker en het klonk er heel hol, het deed hem denken aan...
'Hu!' Riep hij geschrokken en deinsde terug.
Hij hoorde een gewone, aardige stem vanuit de rioolput.
'Ha, die Georgie,' zei die.
George knipperde met zijn ogen en keek nog eens.
Hij was niet gek, daar beneden, in de put zat hetzelfde monster dat hij zo vaak in de kelder had gezien.
Zijn gele ogen, ze leken wel door Georgie heen te boren. Zijn gezicht, het was afschuwelijk.'Hallo Georgie.' Georgie hapte een keer naar lucht en keek het monster zo de ogen in.
'Hallo Georgie' Herhaalde het, 'wil je je boot niet terug?'
Georgie keek twijfelend naar de hand van de clown, waar zijn papieren bootje rustig in dreef.
'Mijn broer heeft hem voor me gemaakt. Maar eigenlijk mag ik niet met vreemde praten van mam en pap.'
Het monster knikte, 'Daar hebben je mama en papa gelijk in.'
'Ik ben Pennywise de dansende clown, Jij bent Georgie.' Georgie keek lachend naar Pennywise, 'Nu zijn we geen vreemden meer voor elkaar.' De clown glimlachte, 'Toch, Georgie.' Een schaterlach ontsnapte bij het jongetje uit de mond.
Op dat moment, 5 meter verderop, kwam mevrouw Appelroos naar buiten om Lily, haar Siberische kat naar binnen te halen.
Natuurlijk zou het leuk zijn als mevrouw Appelroos Georgie zag zitten en hem weghield bij datgene wat in het riool zit, maar dan zou er geen verhaal meer zijn.•
'Wil je je boot echt niet terug Georgie?' Het jongetje, nog steeds twijfelend kijkend, knikte snel met zijn kleine hoofdje.
'Je wilt hem toch wel terug, Georgié?' Glimlachend hield hij het scheepje omhoog. Hij droeg een ruim satijnen pak met grote oranje knopen.
'Ja zeker.' Zei Georgie en keek in het riool.
'Ik heb ook nog ballonnen. Groene, blauwe, rode..' het jongetje keek bang om zich heen.
'En Suikerspin.' De clown werd ongeduldig, 'Houd je daarvan Georgie?'
Georgie stak zijn hand uit.
De clown greep zijn arm.
En Georgie zag het gezicht van de clown veranderen.
Het hield George's arm vast en trok het kleine jongetje zo mee de vreselijke duisternis in, daar waar het bulderde en bruisend haar lading afval dumpte.
George keerde zijn hoofd af van Het gene wat er in de duisternis zat en begon te gillen.
Hij gilde hard en schril, overal kwamen mensen naar buiten, vlogen ze over de veranda.
Mevrouw Appelroos kwam paniekerig naar buiten: 'als er maar niks met kleine Georgie gebeurd is.' Mompelde ze onhoorbaar.
Dave Gardener was als eerste bij hem en hoewel er geen minuut verstreken was sinds de eerste kreet was kleine Georgie dood.
Dave Gardener pakte hem bij zijn gele regenpak, trok hem uit de goot... en begon zelf te gillen toen hij Georgie had omgedraaid.
Daar waar, ooit, een dun armtje zat was nu niks meer dan een wit uitstekend bot.
De ogen van kleine Georgie keken strak vooruit, Gardener voelde zich bekeken, voorzichtig drukte hij Georgie tegen zich aan en liep richting het huis van de familie Denbrough.
'Niet kleine Georgie, Niet kleine Georgie.' Mevrouw Appelroos liep hoofdschuddend naar binnen. 'Kleine Georgie.' Mompelde ze, en snel liep ze naar binnen.
JE LEEST
IT
HorrorIn het dorpje Derry gebeurd niet veel spannends, Op een dag word het kleine stadje geterroriseerd door het bloeddorstige monster It dat het op een groepje kinderen heeft voorzien. Dit monster, dat de vorm van een clown genaamd Pennywise aanneemt...