Rups en Bij lopen door het bos. Bij zegt: "Kijk! daar is liefje". "Ja" zegt Rups. Liefje haast zich en zegt: snel weg daar is Wesp weer. Ze gaan weg maar Rups is niet snel en struikelt over een steen. Ineens gaat er een poort open in het mos. "Vlug!", zegt Liefje, en ze gaan naar binnen. Dan struikelt Rups weer over een steen, de deur gaat dicht. Wat is dit? vraagt Rups. Ze kijken om zich heen. Het lijkt wel een geheim lab. Opeens komt er een jager naar ze toe. Hij zei: ik heet Hans. Hij leek wel aardig. Zijn stem is ook vriendelijk. Wat doen jullie hier, vraagt Hans. We vluchten voor wesp. Zei Liefje. Wie is wesp vraagt Hans? Wesp is een gemene wesp. Hij is de pestkop van het bos. Hij prikt steekt en haalt geintjes uit. Das niet aardig, zei Hans. Nee zegt Bij. Hij heeft vliegje al geprikt. Hoe heten jullie eigenlijk. Ik heet Bij zegt Bij, en ik Liefje, zegt Liefje, en ik Rups zegt Rups. En vliegje was dat een vlieg. Nee een vlinder. O? zegt Hans.
JE LEEST
De avondturen van Rups
Aventuradit is een boek dat ik heb geschreven toen ik 6 was. dus let niet op onlogische zinnen of spelfouten of dat soort dingen veel leest plezier in het boek dat ik heb geschreven toen ik 6 was