Hoofdstuk 1

5 0 0
                                    

Tijden veranderen.

Evie

Ik word wakker met een stekende pijn in mijn hoofd.  Ik lig op de rand van een meer. Het water klotst zachtjes tegen me aan. Ik kan niet meer herinneren hoe ik er kwam. Verder op de kant ligt een ander meisje. ik zou niet weten wie. Ik ken haar denk ik niet. Ze ligt daar, heel stilletjes.  Ze ziet er niet zo goed uit. Ze is erg bleek en het stof van haar kleren is gemengd met helder rood bloed. Met moeite trek ik mezelf volledig op de kant. Ik haal het water uit m'n schoenen en loop naar haar toe. Ze zal toch niet dood zijn? Gelukkig, ik voel haar hartslag nog. Maar voor hoe lang nog? Ik weet niet of het nog goed komt met haar. Ik moet snel iets doen. Nu dringt pas tot me door dat ik geluk heb gehad. Ik probeer mijn telefoon te vinden om iemand te bellen. Shit, hij zit niet meer  in m'n zak. Hij zal vast via mijn zak in het water zijn gevallen toen ik zelf op een of andere manier in het water ben gekomen. Ik kijk om me heen. Langzaam begin ik de omgeving te herkennen ik weet in ieder geval waar ik ben. Dat is al een begin. Als ik goed kijk zie ik een oude man zijn hond uitlaten. Hij loopt wel ver, maar ik waag het maar op. Als ik wil dat het onbekende meisje beter wordt en het haalt, zal ik alles moeten proberen. Ik ren er naartoe zo snel als ik kan maar de pijn in mijn hoofd word alleen maar erger. Na een lange tijd kom ik uiteindelijk bij hem aan. Hij kijkt geschrokken. Wat ik snap, zou ik ook zijn als een helemaal doorweekt, paniekerig  en gewond meisje naar me toe zou komen. Ik leg hem uit wat er gebeurd is en hij loopt met mij mee naar het meisje en belt ondertussen naar 112. Eenmaal aangekomen ziet ze er nog slechter uit. Ik hoop echt dat ze het haalt. Pas na ongeveer een kwartier zijn de politie en de ambulance aangekomen. Alles gaat snel nu. Het meisje werd met spoed naar het ziekenhuis gebracht en ik werd even later ook naar het ziekenhuis gebracht om me na te laten kijken. Na een tijdje in het ziekenhuis gezeten te hebben hadden ze de conclusie getrokken dat ik bewusteloos was geraakt door een klap op m'n hoofd en daarna was ik in het water gevallen. Ik heb heel veel geluk gehad dat het water ondiep was en dat ik niet verdronken ben. ik word nagekeken en mijn hoofdwond  wordt behandeld. De dokter zegt dat de wond niet te ernstig is en dat ik op z'n tijd weer herinneringen terug kan halen. ik word naar het politiebureau gebracht om ondervraagd te worden.  Het gaat voor mij echt te snel, want ik weet het zelf ook allemaal niet. Mijn hoofd doet pijn en ik ben nog steeds een beetje in shock van net. Het zijn echt te veel vragen. Mijn herinneringen waren vervaagd en ik kon echt niks meer herinneren van voor het ongeluk, zelfs niet meer mijn naam dus mijn ouders konden ook niet meer ingelicht worden. Ze weten al snel mijn naam. Mijn ouders en de ouders van het meisje zijn namelijk al naar het politiebureau geweest. We waren blijkbaar al een tijdje weg en ze waren bezorgd. Mijn naam is Evie, Evie Clay. Ik ben 15 jaar en ik heb een zus Lisa. Mijn ouders heten Marie en Dave. Het enige wat ik me herinnerde, was dat ik van achter werd neergeslagen en voor de rest was alles zwart. Ik voel me zo verslagen dat het me al helemaal niet lukt om de herinneringen binnen te laten komen. Het maakt me ook bang. Wie heeft het op het meisje en mij gemund? Ik hoop dat het wel goed komt met het meisje en dat de dader snel wordt gepakt. Het ziekenhuis heeft gezegd dat ze in coma ligt. Daardoor werd ik en beetje duizelig. Ik vond het zo zielig en ook een oneerlijk dat het met mij gewoon goed gaat en zij ligt in coma! Over de dader is nog niks bekend. De politie gaat zijn best doen, maar er zijn nog geen aanwijzingen gevonden. Tenminste dat ik weet. Ik word door mijn ouders opgehaald. Ze waren super ongerust en bezorgd want ik was niet thuisgekomen. Ze zijn heel erg aardig tegen mij maar eerlijk gezegd herkende ik ze niet en wist dus niet hoe ik moest reageren. Mijn zus zit thuis op me te wachten. De weg is lang en ongemakkelijk. Het is doodstil. Af en toe zegt mijn moeder wat om mij gerust te stellen, maar het het helpt niet. Wat zouden ze denken? Door de stilte kan ik ook niet echt uit opmaken wat ze denken. Maar ik ben natuurlijk niet vreemd voor hun zoals zij voor mij zond Eindelijk zijn we thuis. Mijn zus rent meteen op mij af. Ze is superblij en blijft me maar knuffelen. Ik doe maar een beetje leuk mee en nu we klaar zijn met knuffelen gaan we thee drinken met zijn allen. Best wel gezellig. Daardoor voel ik me wel weer een beetje op mijn gemak. Mijn ouders vertellen me allemaal verhalen over vroeger om mijn geheugen terug te halen. De verhalen zijn leuk alleen ik voel het niet. Mijn herinneringen zijn nog steeds niet terug, dus het zijn gewoon verhalen. Maar ja wat had ik dan kunnen verwachten. Waarschijnlijk kost het gewoon tijd. Het is al laat geworden en het is tijd om te gaan slapen. Hoe hard ik het ook probeer, slapen lukt niet. Ik lig hier in een voor mijn gevoel vreemd bed en een vreemde kamer. De beelden van het ongeluk komen ook niet meer uit mijn hoofd. Ik zie steeds weer de beelden van het meisje en ik krijg er rillingen van. Daardoor ga ik ook weer denken wat als die man er niet was geweest? wat was er dan gebeurd? was zij dan doodgegaan? Zou ik dan dood zijn gegaan en wat zou er dan gebeuren? Heto is vreselijk moeilijk om er niet aan te denken. ik geef slapen maar op en ik begin te denken hoe dit had kunnen gebeuren Waarom ik eigenlijk daar was met dat meisje. Het levert niks op en dat maakt me op een of andere manier boos, heel erg boos. ik schreeuw het uit en mijn ouders komen naar me toe gerend. Het kan me niks schelen. ik ren ondanks de stekende pijn in mijn hoofd langs ze heen. Ik ren en ren totdat ik niet meer kan. Uitgeput zak ik in elkaar en begin te huilen en huilen totdat ik uiteindelijk toch in slaap ben gevallen. Ik word wakker. Ik weet even niet meer waar ik ben, maar toen herinnerde ik me gister weer. Ik begon weer met huilen, maar stopte weer omdat ik wist dat het toch geen zin had. Ik ben maar weer terug gelopen naar huis omdat mijn ouders zich vast weer afvroegen waar ik nu weer was gebleven. Het gaf me wel een beetje hoop dat ik ouders had die om me gaven en er alles voor zouden doen om me een goed leven te geven. Tenminste tot zover ik had gezien. Thuis aangekomen zitten ze allemaal in de huiskamer op de bank met een onbekende man. Hij keek een beetje boos of nou ja eerder streng.  Maar ergens vertrouw ik hem wel. Mijn ouders vertellen me rustig dat hij van de politie is en dat zijn naam rechercheur Willems is. Hij wil me nog wat vragen stellen. Eerst vertelt hij dat het meisje waar ik mee was Anna is. mijn ouders vertellen me dat dat mijn beste vriendin is. Dat raakt me. Mijn beste vriendin ligt in coma en ik herken haar niet eens. Ik voel weer een huilbui opkomen maar ik kan me beheersen. Ik wil mijn beste kant aan de Willems laten zien. Hij stelt me allemaal vragen maar ik kan er geen een beantwoorden. Ik zie hem heel veel opschrijven wat ik wel een beetje raar vind, want ik heb nog bijna niks gezegd. maar het zal wel deel zijn van zijn werk denk ik. uiteindelijk na een hele overhoring gaat hij weg. hij staat bij de deur nog even met mijn ouders te praten. Ik ben benieuwd en vind het een goed idee om even te luisteren. Wat hoor ik nou? Huh, hoor ik het goed? Uit het korte gesprek maak ik op dat ik verdacht word van een moordpoging op Anna! Ik kon mijn oren niet geloven. hoe konden ze ik snapte er niks meer van. Hoe dan? Ik was zelf bewusteloos. Hij vertelt mijn ouders dat ik vlak bij een boom in het water ben gevallen en dus zelf tegen een tak ben aangelopen en in het water ben gevallen, nadat ik Anna probeerde te vermoorden blijkbaar. Weer word ik super boos ik schreeuwde "HOE KUNNEN JULLIE, JULIEE KENNEN ME NIET EENS" en ren keihard naar boven en gooi mijn kamerdeur in het slot. Om te kalmeren ga ik rustig een boek lezen. Het helpt niet veel maar ik kalmeer wel een beetje. en zo word ik langzaam rustiger. Na een tijdje durf ik weer naar beneden zonder Willems natuurlijk. ik had hem een halfuur geleden weg horen gaan. Voor de zekerheid ben ik nog een tijdje boven gebleven zodat ik niet weer zou flippen, tenminste dat hoop ik. Langzaam liep ik naar beneden met een fake-smile op mijn gezicht. Mijn ouders waren ondertussen gewoon rustig wentelteefjes aan het maken alsof er net niks gebeurd was. Dat maakte me weer boos. Ik was er net achtergekomen dat het mijn beste vriendin is die half dood is en in coma ligt en de politie denkt dat dat mijn schuld is. " ZE DENKEN DAT IK MIJN BESTE VRIENDIN PROBEERDE TE VERMOORDEN!" Nadat ik dat in mezelf heb gezegd word ik langzaam weer rustig, maar ik ben nog steeds wel boos op mijn ouders en de politie maar ja ik kan er op dit moment niets aan doen. Dus zet ik maar weer mijn leukste gezicht op met de grootste fake-smile die ik kan maken en met mijn liefste stemmetje begroet ik ze. Ik hoop dat ze maar niet over het ongeluk gaan praten want ik denk niet dat ik dat nog een keer kan verdragen. Gelukkig doen ze dat niet ik ben ze daarvoor erg dankbaar en mijn stemming wordt alweer beter. De wentelteefjes zijn klaar en uiteindelijk komt ook mijn zus aan tafel zitten en samen eten we gezellig de wentelteefjes. Zo kan ik even niet denken aan alles wat er gaande is. Het is alweer 3 uur geweest ik begin een beetje moe te worden van al de inspanningen en gisteravond had ik natuurlijk ook niet zo goed geslapen doordat ik ergens naartoe was gerend en daar in een niet zo comfortabele slaap was gevallen ergens onder een boom. Daarom hadden mijn ouders extra vroeg het avondeten klaargemaakt. Vandaag eten we pasta met pesto en kip dat blijkbaar mijn lievelingseten was. Toen ik een hap nam snapte ik wel waarom het was zo lekker en ook precies goed gekruid. De kip was goed gehard en de pesto was ook echt heerlijk. De combinatie was echt perfect :) mijn stemming leek even echt perfect. Na  het eten ga ik meteen naar bed. Mijn lichaam kan nog langer opblijven niet meer aan en ja daar kan je niks aan doen dus ik gaf me er maar aan over. Mijn ogen voelen zwaar en het kost ook niet veel tijd voordat ik in slaap val. Ik droom heel raar. Het gaat over Anna en mij. We hadden afgesproken op ons favoriete plekje in het bos. We waren van plan om te gaan picknicken, maar we dachten beiden dat de ander de picknickmand mee zou nemen dus ja het was een beetje mislukt. We lachten veel en  alles leek normaal. Er was niks dat vreemd leek of iets afstandelijks. Langzaam dringt het tot me door dat dit de plek was van het ongeluk. En dat dit dus waarschijnlijk een herinnering is . Ik ben blij maar tegelijk ook weer teleurgesteld want ik weet nog steeds niet hoe het nou allemaal gebeurde en wie dus iets heeft gedaan, maar ik herinner me wel iets en dat is een begin. Ik besluit om het tegen niemand te vertellen want op dat moment leek dat het beste. Ik heb geen zin in gedoe en nog meer ondervragingen. De ochtend verloopt normaal. Willems had nog gebeld en zei dat als me iets te binnen schiet ik het kon vertellen aan de politie. Maar dat ben ik niet van plan want als hij mij niet vertrouwt dan vertrouw ik hem ook niet. Op dit moment vertrouw ik eigenlijk helemaal niemand meer. Totdat ik mijn geheugen terug heb, houd ik mijn mond gesloten.

Het kan trouwens heel erg goed dat er wat spellingsfouten in zitten want zo goed ben ik ook weer niet in spelling Haha :)
Dit waren btw 2187 woorden
Tot het volgende deel ;)

Tijden veranderenWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu