Ik zit kotsmisselijk in de auto als we eindelijk in Italië aankomen. Wist ik veel dat dat pilletje tegen wagenziekte maar 5 uur werkte. We rijden nog een berg op en als we weer naar beneden gaan kan ik de camping al tussen de bomen en struiken door zien. Het ligt aan een groot meer in een dal. We rijden de weg af naar beneden en parkeren onze auto en caravan voor de receptie. De vrouw achter de balie kijkt even minachtend naar de vuile bruine auto die vroeger wit was. Dan tovert ze een neppe glimlach op haar van-de-make-up-glimmende gezicht en begint in rap Italiaans tegen ons te praten. Als ze opmerkt dat we haar staan aan te gapen alsof ze net in een alien is veranderd, gaat ze over op slecht Engels. Mijn ouders en de vrouw achter de receptie raken in gesprek en mijn gedachten dwalen af, net als mijn ogen. Ik kijk het kamertje wat rond en zie verschillende doorzichtige bakjes met vrolijk gekleurde foldertjes aan een prikbord hangen. Ik loop ernaartoe en bekijk ze uitgebreid. Dat gesprek duurt toch nog wel even. Ik kijk naar de onderwerpen. Kanoën, skaten, bergbeklimmen, wandelroutes, zeilen,- mijn ogen lopen vast als ik een jonge vrouw in wedstrijd kleding op een voskleurig paard zie zitten. Voor ieder ander persoon zou het er prachtig uitzien; een goed uitziende dame in prachtige -waarschijnlijk dure- kleding en een prachtig verzorgd paard met een glanzende vacht, mooie knotjes in zijn manen en een goed uitziend -waarschijnlijk ook duur- hoofdstel en zadel. Ik daarentegen, zag alleen de lege ogen van het dier die om hulp schreeuwden, het speeksel om de mond van het paard en diezelfde mond die werd dichtgesnoerd door een sperriem, om te voorkomen dat hij zijn mond opendeed. Want ja, dat zag er natuurlijk niet uit. Ik wist daarentegen dat het paard alleen maar zijn mond open doet om de pijn van het bit te verzachten en die optie werd hem nu afgenomen. Het arme dier reageerde op de vrouw uit angst en pijn en waarschijnlijk had de vrouw het zelf niet eens door. Dat was misschien nog wel het ergste: de vrouw houdt waarschijnlijk zielsveel van het paard, sorry, "haar" paard, maar is teveel gefocust op de idealen bereiken en wedstrijden winnen dat ze niet meer door heeft dat het paard ontzettend intelligent, gevoelig en nadenkend is. Ik wilde me er niet over opfokken dus rukte mijn ogen van de folder af en zag dat mijn ouders over de plek aan het discussiëren waren. De balievrouw zat haar perfect gelakte nagels rond te vijlen en wachtte ongeduldig tot mijn ouders klaar waren. Ik zuchtte diep en liep naar de balie. Ik pakte het plattegrond en een pen, kruiste een grote plek aan en gaf hem aan de vrouw. Ze haalde haar schouders op en draaide zich weer om naar de computer. Ik draaide me ook om en liep tussen mijn ouders door naar buiten. Ze keken me verbaasd aan maar liepen me niet achterna.
"Kom dan, ik laat onze plek zien" en bij die woorden liep ik naar onze plek toe.Gelukkig was het niet een hele grote camping, dus we hoefden niet lang te lopen. Ondanks de grootte was de animatie goed geregeld en was er veel te doen op de camping. We schatten even de grootte van de plek in en richtten het toen in. Al gauw zaten we aan het grote zwembad een boek te lezen.
Na een tijdje zag ik een groepje jongens langslopen van ongeveer mijn leeftijd en ik bestudeerde ze eens goed. Het zijn drie jongens. Eentje heeft blond haar en lichtgrijze ogen, de andere heeft bruin haar en -hoe toepasselijk- bruine ogen en de laatste heeft ook bruine haren, maar dan gecombineerd met donkergroene ogen.
Ze merkten dat ik aan het staren was en begonnen tegen elkaar te praten, waarbij ze af een toe een blik naar mij wierpen.
Ik keek grinnikend terug naar mijn boek en besloot na een tijdje dat ik geen zin meer had om te lezen en zodoende liep ik op mijn gemakje naar het zwembad voor een frisse duik. Ik liep automatisch naar het diepere gedeelte, keek of er niemand was en dook het blauw gekleurde water in.
Ik zwom een eind verder en genoot van het water dat met mijn haren speelde, terwijl ik mijn best deed om de overkant te bereiken in één adem. Ik moest nog een paar meter toen ik merkte dat mijn longen op knappen stonden en ik probeerde de druk te verlichten door wat adem uit te blazen. Dat hielp wel iets en uiteindelijk bereikte ik in één keer de overkant. Ik had net het water uit mijn oren geschud, toen ik plotseling onder water werd getrokken. Uit reflex probeerde ik de hand van mijn enkel af te trappen en vrijwel meteen lukte dat. Ik trapte nog even door om afstand te creëeren en zodra ik lucht kon happen aan het oppervlak vloeide de adrenaline pas weg. Ik keek nog nahijgend van het zuurstofgebrek naar wie me onderwater had getrokken en zag daar de jongen die ik eerder had gezien, met de bruine haren en donkergroene ogen. Hij keek me ietwat verontschuldigend aan maar begon al snel te lachen. Het geluid was helder en het werkte aanstekelijk. Ik begon te glimlachen. Al snel werd het stil en aarzelend vroeg ik of hij Nederlands sprak. Hij knikte, gelukkig.
"Hoe heet je?"
Zelfs zijn normale stemgeluid was fijn om naar te luisteren.
"Silva... jij?" Okay, bonuspunten voor deze prachtige en overduidelijk goed uitgedachte vraag die ik als reactie terugstelde.
"Damian. Dat daar zijn mijn vrienden Michael en Rowan. Ben je hier al lang?"
Ik glimlachte toen ik merkte dat hij een gesprek wilde aanknopen. Ik beantwoordde zijn vraag en al snel waren we een kwartier aan het kletsen.Ik kijk op wanneer ik de stem van mijn moeder hoor roepen dat ze terug gaan naar de caravan. Ik roep dat ik mee ga en na een veelbetekenende blik van mijn moeder draai ik me weer om naar Damian.
"Zien we elkaar nog?" Vraagt hij vrijwel meteen. Is er nou iets van onzekerheid door zijn stem heen te horen? Ik vang zijn blik maar die staat alleen hoopvol.
"Ik neem aan van wel, zo moeilijk is het niet om elkaar tegen te komen op deze kleine camping." Ik probeerde er nog een grap van te maken, maar het mislukte nogal.
Toch grinnikte hij zachtjes en hij reageerde met een "tot ziens dan maar". Ik knikte glimlachend, terwijl ik me opdrukte op de rand van het zwembad. Eenmaal boven water liep ik richting onze caravan, al denkend aan de kop soep die ik dadelijk zou gaan maken.~Damian~
Ik keek haar na. Het is zo cliché, maar ik wist nu al zeker dat ik de rest van mijn leven met haar door wilde brengen. Ik had zo'n vaag gevoel, zo'n onbeschrijfelijk gevoel van zekerheid die me maar niet wilde verlaten.
Ik werd ruw uit mijn gedachten gehaald door Michael.
"Ey gast wat is dat nou? Waarom nam je haar niet gewoon! Ze viel zo voor je, dat was overduidelijk!"
Uiteraard viel Rowan hem bij met "ja man, heb je dat lijf van d'r gezien? T'is dat jij eerder was, maar anders was ze van mij hoor!"
Okay hoe ga ik me hieruit redden..
"Ja rustig aan zeg, ik ben gewoon weer iets nieuws aan het uitproberen. Ik wil haar eerst even laten spartelen voordat ik haar neem, vervolgens kan ik d'r dumpen. Anders is er toch niks aan?"
Ongelovig kijken ze me aan maar knikken dan schouderophalend.
"Ey ik ga terug naar de tent, ik zie jullie later wel." En met twee door-het-water-mislukte bro-hugs eindig ik ons gesprek, om terug te lopen naar de tent, constant denkend aan Silva. Man, no way dat ik haar als waardeloos ga behandelen. Nu pas begrijp ik de players in al die boeken die veranderen voor één meisje. Ik heb me jarenlang verscholen achter een masker en ik genoot ervan, maar ik wil haar bij me hebben, voor zo lang mogelijk en ik realiseer me dat dat met dat masker niet gaat lukken. Ik moet me dus veranderen en dat gaat me lukken ook. Het enige wat me in de weg staat zijn mijn vrienden... wat zullen die wel niet van me denken?
JE LEEST
Short stories // Dutch
Short StoryIdeeën voor verhalen waarvan ik simpelweg geen zin meer heb om ze verder te schrijven... Of ideeën die op poppen in mijn hoofd die ik wil vastleggen. Just... enjoy!