Proloog

142 8 1
                                    

Jane's POV
Het is 2 uur s'nachts en ik lig in bed. Ik kijk naar het plafond maar dan hoor ik de deur open gaan en ik doe mijn ogen dicht. Ik hoor allemaal gerommel beneden. Ik hoor geschreeuw en dan is het stil. Ik zucht en ga slapen.

*volgende ochtend*

Ik loop naar beneden en zie dat mijn moeder op de bank ligt met een fles wijn in haar hand. Ik zucht en pak mijn tas en mijn sleutels. Ik loop naar buiten en loop naar het café waar ik werk. Ik loop naar binnen en zie dat Indy en Zach al binnen zijn. Ik pak mijn schort en trek het aan. 'Waar was je' fluistert Zach. 'Sorry had me verslapen' fluister ik terug. 'Hopelijk heeft Michael dat niet gemerkt' zegt Indy zacht. Michael is mijn baas en heeft de pest aan mij. Hij probeert er op alle manieren voor te zorgen dat ik word ontslagen, maar het lukt hem nooit. 'Waar is ze nu weer' zegt hij maar als hij mij ziet stopt hij met zijn zin en zucht. 'Hai Michael hoe gaat het met jou' zeg ik. Indy en Zach proesten het uit. 'Hou je maar aan je werk' zegt Michael en hij loopt weg. 'En wat gaan jullie doe deze vakantie' zegt Indy die een glas schoonmaakt. 'Niks ik blijf gewoon hier' zeg ik. 'Wat echt niet?' zegt Zach en ik schud mijn hoofd. 'Jullie?' Vraag ik. 'Wij gaan samen naar Parijs' zegt Indy en ze kijkt naar Zach. 'Aaawwwhhh ik hoop dat ik ooit zo iets krijg zoals jullie hebben' zeg ik en Zach en Indy glimlachen.

*paar uur later*

Mijn shift is voorbij. Ik pak mijn tas en zwaai naar Indy en Zach. 'Veel plezier jullie 2' zeg ik en ik loop naar huis. Als ik thuis kom hoor ik glas dat op de grond word gegooid. Ik doe de deur open en loop naar binnen. Als ik de woon kamer in kom zie ik mijn moeder dronken rond lopen. 'Mam' zeg ik en ze draait zich om. Ik zie haar boos kijken en ze gooit een glas langs mijn gezicht en het komt tegen de muur. Ik schrik en ren naar haar toe ik hou haar stevig vast maar ze duwt me naar achter en ik knal tegen de muur. Ik voel op mijn achter hoofd en ik zie bloed. Ik kijk mijn moeder bang aan en ren naar boven. Ik ga op mijn bed zitten en doe de deur op slot. Dan kijk ik naar het raam. Ik twijfel nog even maar dan pak ik een stoel en klim het raam uit.

Als ik buiten ben loop ik de straat uit en ga tegen een muurtje aan zitten en begin te huilen. 'Waarom' zeg ik zacht. Dan voel ik een hand op mijn schouder en ik kijk op. Er staat een jongen met bruin haar en blauwe ogen. Hij gaat naast me zitten en kijkt naar voren. 'Ik weet dat het niet mijn zaken zijn maar gaat het' zegt hij en ik kijk hem verbaasd aan. Niemand heeft ooit aan me gevraagd hoe het met me gaat. 'Heb gewoon een rot dag' zeg ik met een lach en de jongen begint te lachen. Dan staat hij op en reikt zij hand uit. 'Kom' zegt hij. 'Waarom' zeg ik. 'Wil je je dag nog een beetje leuk maken of niet' zegt hij. Ik kijk naar zijn hand en twijfel heel even. Dan pak ik zijn hand en hij trekt me mee. We rennen door de straat en hij kijkt achterom en kijkt me aan. Ik lach en we rennen verder. We komen bij een oude skatebaan en de jongen gaat op het muurtje staan en loopt er over heen. Dan gaat hij zitten en helpt me omhoog. Ik kijk naar het uitzicht. De sterren hemel was nog nooit zo mooi geweest. De sterren schenen extra fel het was zo mooi om te zien. Ik kijk naar de jongen en kijk naar zijn mooie ogen. 'Hoe Heet je eigenlijk' zegt hij dan. 'Hoe heet jij' zeg ik. 'Ik was eerst' zegt hij en hij geeft me een duwtje. 'Ik ben Jane' zeg ik. 'Ik vind jou ook een Jane' zegt hij dan. 'Wat?' Zeg ik. 'Wat ik je zeg je lijkt op een Jane' zegt hij en ik begint te lachen. 'Oke maar nu jij' zeg ik dan en ik kijkt hem nieuwsgierig aan. 'Ik ben Daniel' zegt hij. 'Jaa ik vind jou ook echt een Daniel' zegt ik plagend en hij begint te lachen. 'Waar kom je vandaan' zeg ik. Hij kijkt naar de lucht. 'Overal' zegt hij. 'Wat bedoel je' zeg ik hem vragend. 'Ik verhuis vaak dus ik ben echt bijna overal geweest' zegt hij. 'Ik woon nooit op een vaste plek' zegt hij. 'Dat lijkt me echt geweldig' zeg ik en ik kijk hem dromerig aan. 'En jij waar kom jij vandaan' zegt hij. 'Ik kom hier vandaan ik woon bij mijn moeder' zeg ik. 'En je vader' zegt hij. 'Hij is toen ik klein was bij ons weggegaan sinds dat moment is mijn moeder gaan drinken' zeg ik en ik zucht. 'Sorry dat ik het vroeg' zegt Daniel dan. 'Maakt niet uit jij bent de eerste die het echt vraagt om meer over me te komen te weten en niet om me mee naar huis te krijgen' zeg ik lachend. 'Heb je honger' zegt Daniel dan. 'Jahaa' zeg ik lachend. Hij springt van het muurtje af en pakt mijn hand. Hij helpt me eraf en we lopen naar een supermarkt. We lopen naar de ijs afdeling en kopen een zak met ijsjes. We rekenen af en gaan op een bankje in het park zitten. 'Dit ijs is zoo lekker' zeg ik. 'Echt hè' zegt hij. We kijken samen naar de sterren. Dan kijken we naar elkaar en we beginnen te lachen. 'Ik vind het echt leuk je hebt mijn dag echt beter gemaakt' zeg ik. Hij kijkt me aan met een glimlach maar dan verdwijnt zijn glimlach. 'Sorry' zegt hij. 'Wat bedoel je met...' zegt ik maar voordat ik die zin af kon maken steekt hij iets in mijn arm. 'Auw' zeg ik en ik kijk naar mijn arm. Dan kijk ik naar Daniel en alles begint te draaien. 'Goed gedaan Daniel' zegt iemand en ik kijk naar Daniel. 'Waarom' zeg ik tegen Daniel en ik zak in en alles word zwart.

The Stronger OneWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu