Ik droog me langzaam af en stap in de joggingbroek die ik van Harry heb gekregen, het T-shirt is -gelukkig- van mezelf, als ik er een van Harry had geleend, dan was ik er waarschijnlijk in verzopen.
Ik loop de trap iets te snel af want ik glij uit en val naar beneden, gelukkig was ik al bijna beneden want het doet nu al vreselijk pijn.
Harry kijkt met een geschrokken gezicht om de hoek van de deur, maar als hij mij ziet zitten lachen moet hij ook lachen. Hij steekt een hand uit en ik pak hem dankbaar aan. Hij trekt me omhoog en vraagt of het gaat.
'Ja het gaat wel.' grinnik ik.
'Heb je honger, ik heb spaghetti gemaakt.' zegt Harry trots
'Ja, lekker.' zeg ik, ik heb echt honger. Ik vraag me af of Harry goed kan koken.
Samen ruimen we de tafel af en zettten we het in de afwasmachine.
'Vond je het lekker?' vraagt Harry nieuwsgierig.
'Nou...... Ik vond het heerlijk.' zeg ik op een plagerige toon
'Nou daar ben ik blij om.' zegt hij op dezelfde toon. Ik glimlach maar denk weer terug aan zijn woorden.
'Slaap jij hier vanacht?' vraagt Harry een beetje onzeker terwijl hij op zijn lip bijt. Het ziet er aantrekkelijk uit. 'Uhm ik heb niet veel keus uit slaapplekken.' grinnik ik zacht. 'Je kunt hier altijd terecht, dat is wat vrienden doen.' grinnikt Harry terug. Die woorden steken als een mes in mijn hart, vrienden, Harry voelt dus niks voor mij...
Even bijt ik op mijn lip, iets te hard want het doet pijn. Harry lijkt het te zien want hij kijkt met een bedenkelijk gezicht naar me
'Waar denk je aan?' vraagt hij bezorgt
'Nee niks,' mompel ik zacht.
'Er is wel iets ik kan het toch zien.' zegt hij, vissend naar een antwoord.
'Laat me nou maar' snauw ik iets te scherp. Harry kijkt me geschrokken aan.
'Het spijt me, dat was een beetje te fel.' verontschuldig ik me stotterend.
'Het maakt niet uit.' mompelt Hary nu. 'Sorry... ik, morgen ben ik weg.' zeg ik nu een beetje overstuur.
'Nee, je gaat niet weg, ik had niet zo moeten zeuren.' zegt hij zenuwachtig.
'Maar, maar ik ben je alleen tot last.' stotter ik nu. Ik vind Harry echt aardig, en misschien wel meer dan aardig maar ik wil hem niet tot last zijn.
Ik begin langzaam mijn koffer in te pakken. Ik doe onhandig want de koffer valt met een harde klap op de grond, als Harry het nu nog niet heeft gehoort. Ja hoor binnen twee minuten staat Harry in de deuropening.
'Wat ben je aan het doen?' vraagt Harry wanhopig
'Ik zei het toch, ik ga weg.' mompel ik.
'Nee je mag niet gaan, dat wil ik niet.' roept Harry nu met tranen in zijn ogen.
'Wat kan jou het uitmaken ik ben alleen maar lastig voor jou.' mompel ik weer.
'Nee je kunt niet gaan, i-ik hou van je...'