Mijn naam is Hope

20 2 0
                                    

Daar zit ik dan, alleen in een kamer met niemand om me heen. Opgesloten in een ruimte en opgesloten in mijn eigen hoofd. De gedachtes die mij hier hebben gebracht, de gedachtes die niet weg willen wat de dokters ook maar proberen, het helpt niet. Het enige wat me kan helpen is een touw, een mes of te veel pillen. Er is nog iets wat me kan helpen, vrijheid. Al is het maar een dagje, ik wil gewoon naar huis. Naar een normale school met normale mensen. Hopeloos, zo noemen de dokters me hier. Vandaar mijn naam Hope. Ik heb het zelf bedacht, het geeft me toch dat klein beetje hoop. De hoop dat ik hier ooit nog weg mag. Ik heb al eens geprobeerd om weg te rennen maar dat is hier onmogelijk. Mijn echte naam doet er trouwens niet meer toe. Noem me maar gewoon Hope. Het is nu al een maand dat ik hier zit. Hij, de gene die ervoor gezorgd heeft dat ik hier ben gekomen, hij die me dit heeft aangedaan. Is nog niet één keer langskomen. Hij die altijd in me gedachtes zat en beheerste. Die eikel, heeft me dingen laten doen die niet kunnen. Dingen waarvan ik spijt heb. Nu zit ik hier, tussen de gekken. Het is al best laat, zie ik op de klok. 1 uur in de avond. Het is tijd om te slapen denk ik. Mijn kamer bestaat uit een bed, een klein kastje, kledingkast, tafel, stoel en heeft een badkamer. Nu zal je vast denken en een klok, maar die klok zie ik alleen, in mijn gedachtes hangt er een klok met een tijd. De echte tijd? Dat weet ik niet. Ik heb geen ritme. Geen vast ritme. Mijn klok in mijn gedachtes bepalen de tijd. Klinkt vreemd maar ik ben het gewend. Waar het precies vandaan komt? Ik heb geen idee. Niemand weet het. Zelfs de dokters niet. Om de dag moet ik weer op gesprek met 1 van de dokters, ze proberen erachter te komen wat er precies met me aan de hand is. 1 ding weet ik zeker, ik kom hier uit. Uit deze inrichting en uit deze gedachtes. Normaal zijn, dat is wat ik wil.

HopeloosWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu