02. The Beginning

31 0 0
                                    

Ik hoorde een hard gegil. Snel keek ik om en zag mijn kleine broertje Sam op de grond liggen huilen. Ik rende er naar toe maar gelukkig was hij ongedeerd. Het was een vriend van hem. Ik had nog geen tijd gehad op naar hem te kijken of het luchtalarm ging al af. Sofie kwam naar me toe rennen en ik tilde de huilende Sam op en samen rende we de school in. Ik was bang, heel bang. Was het dan toch waar. Ondertussen hoorde ik allemaal schoten. Even was het stil. Er gebeurde niets. Niemand zei iets. Niemand schoot. Niemand huilde. Alleen mijn stem in mijn hoofd. Ik wilde naar huis. Ik moest naar huis. Mijn ouders zitten daar. Ik kan hun niet alleen laten. Ik kan het niet. Opeens hoorde ik een paar snikjes van Sam. Ik wilde hem zeggen dat dit alleen maar een enge nachtmerrie is en dat hij niet bang hoeft te zijn. Maar het was net te laat. Vreemde mensen kwamen binnen. Ze waren in uniform en hadden geweren vast. Mijn hart ging tekeer. Ik moest bijna huilen van angst maar wilde mijn angst niet laten merken. Iedereen moest opstaan en meelopen. Alleen ik en 2 jongens van mijn klas bleven zitten. We wilden laten merken dat we er niet mee eens waren. Maar dat duurde niet lang. Een van de soldaten schoot door 1 van de jongens zijn been. Ik werd nog banger en stond toch op. Ik moest en zou ontsnappen. Sam bleef dicht bij mij lopen. Daar was ik blij mee. Ik wilde hem namelijk geruststellen. Hij bleef huilen van angst. Ik vind het niet eens zo gek. Hij zit nog maar in groep 3. Ik zie dat geen een soldaat naar ons kijkt dus fluister ik in Sam's oor dat we moeten ontsnappen. Hij moest meekomen als ik hem op zijn schouder klop. Ik kijk eerst om me heen of ik Sofie zie. Maar ze is nergens te bekennen. Was ze maar bij mij… Dan had ik haar misschien ook wel kunnen redden. We liepen om een hoekje. De soldaat achteraan in de rij was even naar voren gelopen dus toen was onze kans. Ik tikte op Sam's schouder en zag dat hij schrok. 'Ben maar niet bang Sammy alles komt goed, ik beloof het' Dat waren de woorden die hem gerust stelde. 'Nu!' Zei ik tegen Sam en we renden het hoekje terug. Mijn hart kon niet sneller kloppen dan dat. Dat waren de langste secondes uit mijn leven. Ik hoorde voetstappen. Heel rustig kwamen ze op ons af. Sam drukte zich tegen me aan. Ik sloeg mijn armen om hem heen. We durfden bijna niet te ademen. De voetstappen werden seconde na seconde luider. Wat was ik toen bang. Ik zag een blonde pluk achter het muurtje vandaan. Ik kneep mijn ogen dicht. Opeens voelde ik een warme hand op mijn schouder. 'Help' riep ik in mijzelf 'Help!'

LIFE IN WARWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu