June 1995

633 35 2
                                    

"Zoë, kom dat bed uit!" schreeuwt Angie. Iemand rukt de deken van mijn lichaam af en ik ril van de plotselinge kou die over mijn lichaam valt. Voorzichtig open ik mijn ogen. Angelina staat lachend naast mijn bed, volledig aangekleed. "Ze gaan vandaag weg?" "Wie?" mompel ik slaapdronken. Dan zit ik met een schok overeind. "Ze gaan vandaag weg!" ik vloek en spring uit mijn bed. Snel schiet ik in een donkerrode trui en een zwarte broek. Angie lacht. Alicia en Katie komen binnen lopen. "We hebben honger, schiet op!" roepen ze. Ik ren achter de meiden aan naar beneden. In de leerlingenkamer zitten Fred en George. Ik glimlach naar de twee en volg dan Angie het portretgat uit.

- - -

In de Grote Zaal is het stiller dan gewoonlijk. De meeste leerlingen zitten met een bedrukt gezicht aan het ontbijt. Ik zucht diep en ga zitten aan de Griffoendor tafel. Ik pak een croissantje en leg het op mijn bord.

Nadat ik vijf minuten naar mijn eten heb gestaard hoor ik een vrolijke stem roepen, "Je moet wel eten Zoë, anders word je nooit groot!" het is duidelijk Fred. Fred schuift naast me en slaat troostend een arm om me heen. "Je moet echt eten." zegt Angie. George komt naast haar zitten en zit nu dus tegenover mij. Ik ontwijk zijn doorgrondende blik en prop het croissantje in mijn mond.

Nadat het ontbijt is afgelopen loop ik samen met Angie en Alicia naar onze les Transfiguratie. Die middag vallen onze laatste twee lessen uit. Ik zoek Fleur, Sophia en Amelia op. "Hey meiden." zeg ik. "Bonjour!" roept Amelia. Ze trekt me in een warme omhelzing. De glimlach op haar gezicht is breed en daardoor moet ik ook glimlachen. Ik omhels Sophia en Fleur ook. "Straks moeten we afscheid nemen." mompel ik verslagen. Sophia slaat een arm om me heen. "We kunnen elkaar nog opzoeken." zegt ze troostend. "Ja en we zullen elkaar schrijven!"

- - -

Ik zit naast Angelina op de binnenplaats. Om ons heen lopen al verschillende Durmstrang jongens en meisjes van Beaux Batons rond. Ik zie Fleur en Gabrielle aankomen lopen. Ze stoppen even bij Ron en Harry. Dan kijkt Fleur naar mij. Ze glimlacht breed en holt haast op ons af. Ik sla mijn armen om haar heen. Als we weer tegenover elkaar staan geeft ze me een klein blauw pakje. Ik geef haar mijn cadeautje, een armbandje met een blauwe steen erin. Ze glimlacht en bedankt me met twee klapzoenen op de wang. Ik kus Gabrielle ook op de wang. Dan komen Sophia en Amelia aanlopen. Ik neem snel afscheid van ze en geef ze hun cadeautjes, voor Sophia een boek over gevleugelde wezens en voor Amelia een kleine glazen bol met een roos erin. Ze geven mij ook twee ingepakte pakketjes. "We schrijven elkaar, oké?" vraag ik. Dan omhelzen we elkaar. "Natuurlijk." de meiden verdwijnen weer om afscheid te nemen van anderen. Ik ga weer naast Angelina zitten en probeer de tranen die in mijn ogen branden weg te knipperen. "Gaat het?" ik kijk op bij het horen van de inmiddels bekende stem van Sebastiaan. Snel sta ik op en ik omhels hem. Hij slaat zijn armen om me heen en ik leg mijn hoofd in zijn nek, ogen gesloten. "Ik ga je echt heel erg missen." mompelt hij. "Ik ga jou ook missen." fluister ik. We laten elkaar los. Hij geeft me een pakketje dat verpakt is in rood papier. "Beloof je me te schrijven?" vraagt hij. Ik geef hem mijn cadeautje: het is een boek over draken. "Ik zal je schrijven, dat beloof ik." zeg ik met een brede glimlach, terwijl ik de tranen terugdring. Als hij me weer omhelst vervloek ik mezelf. De tranen stromen rijkelijk over mijn wangen als we elkaar weer loslaten. "Sorry." snik ik grinnikend. "Het geeft niet." hij pinkt zelf ook een traantje weg. "We zien elkaar nog wel." dan is hij weg.

Angie slaat een arm om me heen als we zien dat de boot begint te varen en dan weer naar beneden duikt. De koets van Beaux Baton begint te rijden en de paarden slaan hun vleugels uit. De koets schiet de lucht in. Ik steek mijn hand omhoog ten teken van afscheid. Ik veeg de tranen van mijn wangen en glimlach naar Angelina. Dan komen Alicia en Katie bij ons staan. Ze wikkelen me in een dikke knuffel en ik lach. Ik ben maar wat blij met deze meiden.

- - -

Na enkele brieven heen en weer en de scores van onze toetsten, pakken we onze hutkoffers in. De ochtend van 26 juni word ik al vroeg gewekt door Angelina en Alicia. "De trein staat klaar. We moeten gaan." slaapdronken kleed ik me aan en ik volg de meiden naar de leerlingenkamer. De leerlingenkamer is gevuld met heel veel Griffoendors. Het portretgat gaat open en we stromen de gangen op.

Op het perron is het nog leeg. We zijn iets vroeger dan normaal. De trein staat al klaar. Angie trekt me mee naar binnen en we zoeken een lege coupé aan het einde van de trein. Ik plof op de bank. Alicia schuift naast me. Angelina en Katie komen tegenover ons zitten. Ik trek mijn knieën op en sla mijn armen om mijn benen heen. "Tot volgend jaar Zweinstein." zegt Katie glimlachend. Ik glimlach breed terug. "Ja, tot volgend jaar."

- - -

De trein arriveert precies op tijd op perron 9 3/4. Ik klim de trein uit en word vrolijk onthaald door Remus en mam. Ze knuffelen me. Ik beantwoord de knuffel met passie, want ik heb ze enorm gemist. Even werp ik een blik op mijn vriendinnen. We hebben in de trein al afscheid genomen. Katie zwaait naar me en ik zwaai terug.

"De Weasleys verblijven deze zomer bij ons." vertelt mam als we Verschijnselen voor ons huis. Ik kijk haar verbaasd aan. "Waarom?" "Vanwege de vergaderingen van de Orde van de Feniks en ik heb hulp nodig met schoonmaken. Je vader doet er niks aan." moppert mam. Ik schiet in de lach. We lopen naar binnen. Ik word vrolijk onthaald door Molly. "Zoë! Kindje, wat ben je mager! Eet je wel genoeg op Zweinstein?" en dan tegen de tweeling, die nu ook tevoorschijn komt, "Jullie moeten echt beter op haar letten." ik glimlach. "Oh Molly, ik voel me prima hoor. Maak je maar geen zorgen." Molly werpt nog een bestraffende blik op de twee jongens en trekt me naar de keuken. Ik glimlach als ze me op een stoel zit en een kom soep voor me inschenkt. Ik bedank haar vriendelijk. Dan verschijnt er een lange man met halflange donkere haren in de deuropening. "Papa!" roep ik. Ik spring op en vlieg in zijn armen. Hij lacht, een diep rommelend geluid in zijn borstkas. "Ik heb je gemist Zoë." zegt hij zachtjes. Ik leg mijn hoofd tegen zijn borst. "Ik jou ook papa, heel erg."

The silver princess ||NL||Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu