21

6 2 0
                                    

Sophia's p.o.v.

Nadat de soldaten en de koning weer naar het kasteel zijn gegaan, klimmen ze uit de bomen en gaan verder met de tocht. 's Avonds blijven we door lopen. Ik heb honger en mijn voeten doen pijn, maar ik blijf lopen. Ik wil Zornac laten zien, dat ik geen zwakheden heb. 'Kunnen we even stoppen?' hoor ik Eline bijna buiten adem zeggen. Aan de ene kant ben ik blij, maar aan de andere kant wil ik verder. Verder van het gevaar, verder van de plek wat ik vroeger thuis kon noemen. Ik kijk Zornac aan, en die geeft een klein knikje. Ik ga tegen een boom zitten. Ik zie dat Zornac verdwijnt. Ik wil wat tegen Eline zeggen, maar ze lijkt in haar eigen wereldje te zitten. Gelukkig komt Zornac al snel terug, en hij heeft iets meegenomen. Als ik beter kijk, zie ik dat hij vruchten en een konijn vast heeft. Ik help hem met het kampvuur. We maken geen groot kampvuur, omdat dan de kans groter is dat we ontdekt worden.

Elines p.o.v.

Als Zornac weggaat heb ik eindelijk tijd om na te denken. Mijn gedachten gaan naar mijn eigen wereld. Voor het eerst denk ik aan thuis. Toch mis ik thuis niet. Het heeft voor mij geen waarde meer. Ik had geen vrienden dus die kan ik al sowieso niet missen, en mijn ouders hadden nooit tijd voor mij. Ik vraag me af, wat er van mijn lichaam is overgebleven. En of ik gewoon doorleef, ofdat ik dood ben.

Ik zie Zornac terugkomen. Ze maken een vuurtje, maar ik help niet mee. Ik help hun wel mee om het voedsel wat Zornac heeft meegenomen op te eten. Meteen naardat het vlees klaar was, maakte Sophia het vuur uit. Ik begin het koud te krijgen, maar ik durf niet te klagen. Wat zullen ze dan wel niet van mij denken? Het lihkt net of ik de hele tijd al klaag.Met die gedachte val ik in slaap.

Keep on dreamingWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu